30 april 2011

Nou, daar zijn we dan

Tien uur vliegen, vier uur rijden, een halve nacht naar het plafond staren, met een dik hoofd wakker worden; we zijn weer ergens anders dan thuis. De rest van het team is er ook dus konden we ons aan het strand, op tien meter afstand van het guesthouse Juniper Tree voorbereiden op wat komen gaat. Overmorgen begint de mentoring clinic en ik geloof dat we er klaar voor zijn. Ook al hebben we al een behoorlijk aantal clinics verzorgd, iedere keer is het opnieuw afstemmen omdat de groep steeds weer heel anders is. Dit keer hebben we slechts een handjevol westerlingen en dat heeft meteen gevolgen voor de groepsdynamiek en leerstijl.
Vandaag m'n camera maar weer eens meegenomen. Daar heb ik niet altijd zin in want je moet er echt de tijd voor nemen. Het levert dan wel weer leuke plaatjes op.
Nu gauw naar bed: M'n hoofd, m'n keel, m'n alles doet zeer. Ik wil niet naar plafond staren, ik wil gewoon slapen.



Loslopende kinderen op het terrein van Juniper Tree

Twee loslopende zusjes in vlag gedrapeerd


Twee stratenmaaksters.

28 april 2011

George Verwer snapt er niets van!

Gisteren plofte er een dikke envelop op de deurmat. Een paar keer per jaar stuurt George Verwer, de oprichten van OM me een brief met daarbij een vracht aan DVD's, artikelen en tijdschriften waarvan hij denkt dat ik ze wel kan gebruiken. Bij de stapel zat ook een artikel van zijn hand getiteld "My great burden en vision," waarin hij zijn zorg en onbegrip deelt over het feit dat er, ondanks het feit dat het Evangelie in vele talen en middels diverse media beschikbaar is, honderden miljoenen zijn (sommigen claimen dat het om een miljard mensen gaat) die deze talen spreken en toch nog nooit iets van het Evangelie hebben gezien of gelezen. Hij schrijft "It does not make sense to me. Maybe some of you who get this can help me out. (Ik snap hier niets van. Misschien dat sommigen van jullie die dit lezen me kunnen helpen begrijpen)."

Hij pleit voor meer gebed gericht op het bereiken van de onbereikten met de boodschap van redding en de financiën die nodig zijn om dit te kunnen verwezenlijken: "Een financiële doorbraak is nodig om deze beschikbare middelen in de handen te krijgen van de duizenden werkers die om deze middelen vragen. Geld is niet het belangrijkste, maar daar waar het belangrijk is, en in mijn werk is dat meestal zo, laten we het dan op de een of andere manier zien te vinden."
Hij besluit met de belofte dat hij meer van zijn tijd hieraan wil geven en doet een beroep op de lezer dat als hij of zij iemand kent die wil investeren in deze basisvorm van evangelisatie, hij graag persoonlijk in contact wil komen. Een gever heeft inmiddels besloten om iedere dollar die hieraan wordt gegeven, te verdubbelen (tot maximaal 300 duizend euro).

Ik ken George al vele jaren en dit is zeker geen bevlieging. Zijn passie en inzet om de onbereikten te bereiken met het meest elementaire evangelisatiemateriaal, is altijd zijn passie geweest en zal dat tot aan zijn dood blijven. Een inspirerend voorbeeld! Wil je de gehele brief in het Engels lezen? Mail me jan.denouden apestaart om.org


27 april 2011

Identificatie

In Nederland moet je je altijd kunnen identificeren en een paspoort of ID kaart geeft de feiten weer over hoe lang ik ben, waar en wanneer ik geboren ben en nog wat verifieerbare zaken. Los van het gegeven dat er hier mee gesjoemeld wordt, is het op zich de meest onschuldige vorm van identificatie. Als je niets te verbergen hebt blijft het verder ook onschuldig.
Gisteren schreef ik over de cultus van de persoonlijkheidstest waarvan de populariteit onder meer ligt in het gegeven dat de mens zich graag onderscheidt. Iemand die recentelijk een DISC of een Myers-Briggs test heeft gedaan is geneigd om zichzelf en de geobserveerde ander te beschrijven in een of meerder letters of een combinatie van die letters. Het doet iets met je als je plotseling weet dat je een ENFP bent en je bent er ook nog eens trots op. We identificeren ons met een bepaald type en het gevaar, zoals gisteren beschreven, is dat we er naar gaan leven; het kan zomaar een eigen leven gaan leiden.
Geestelijk is dat net zo. De fase waarin we ons bevinden kan zomaar onze identificatie worden.
Studies, trainingen, het behoren bij een bepaalde groep met een uniek accent op een stukje leer; voordat je het weet zit je in een wij-zij denken: je hebt iets ontdekt dat je (geestelijk) leven verrijkt en begrijpt niet dat andere dan nog (niet willen) zien. Een persoonlijke kruistocht, of missie kan het gevolg zijn.

Matrix denken: het fysieke bestaan wordt bepaald en geregeerd door onzichtbare machten. Het leven wordt hierbij gereduceerd tot geestelijke strijd. Middels vasten, gebed, het innemen en uitoefenen van je geestelijke autoriteit, het claimen van overwinningen wordt deze geestelijke strijd beïnvloed en, bij voorkeur in ons voordeel beslecht.

Fixatie en isolatie: een onderdeel van de brede Bijbelse leer wordt een stokpaardje. Eigentijdse uitingen hiervan zijn aanbidding, Israël, Joodse feesten, de doop, de doop met/in de Heilige Geest, heiliging, zending, de vijfvoudige apostolische bediening enz..

Op zich zijn dit stuk voor stuk belangrijke zaken en verdienen de aandacht van de kerk. Echter, op het moment dat een of meer van deze zaken prominent in het oog vallen op mijn ID kaart, ben ik de clou kwijtgeraakt.

Gisteren in "uitgesproken" die domme dominee uit Amerika die vindt dat de christenen het niet meer helder zien omdat ze zich niet achter zijn Koranverbranding scharen. In zijn tot bijna eenmansactie gereduceerde actie zou je bijna medelijden met de man krijgen, ware het niet dat zijn oordeel over al die christenen irritatie en boosheid oproept. Wat een arrogantie!
Het krijgt iets lacherigs als je iemand zo gefixeerd ziet op een zaak en niet meer in staat lijkt om zaken in een gezondere en bredere context te zien. Maar het lachen ontgaat je als je beseft dat zijn actie zoveel haat en tegenstand opwekt dat al velen het leven hebben gelaten. Een typisch voorbeeld van aanstoot geven; iets waartoe de Heer ons nergens in zijn Woord roept.
Morgen vertrek ik naar Thailand. Ik vraag me af wat mensen te zien krijgen als ik mij ID kaart trek. Zien ze door de feiten heen dat mijn leven bepaald wordt door Christus? Daar streef ik naar.
Mij kan verweten worden dat ik geen standpunt inneem; geen kleur beken als het om een van bovengenoemde zaken gaat.
Afgelopen zondag sprak een gebrekkig Nederlands sprekende broeder me aan na de dienst waarin ik sprak. Of ik wel gedoopt was met de Heilige Geest en in tongen sprak. Mijn antwoord op deze vragen bepaalt of de broeder me zal respecteren of voor me gaat bidden. Het liefst zie ik beide. Ik dacht toch echt dat het een uitgestorven ras was maar blijkbaar zijn ze er nog. Het jammere is dat we het niet over Christus konden hebben omdat we in een nevenverschijnsel bleven steken. Overigens zal ik zo'n directe vraag nooit met ja of nee beantwoorden maar altijd met een wedervraag. Ik laat me liever niet in een hokje stoppen Hoewel ik ook in een unieke fase zit: die van de theologie van de kaplaarzen in de klei. Mij mag blindheid worden verweten in mijn verlangen om op Hem alleen te zien. Daar zal ik dan mee moeten leven. Graag zelfs

26 april 2011

De cultus van de persoonlijkheidstest

"Wat is toch de mens dat u om hem geeft,
wat betekent het dat u voor hem zorgt?
U hebt hem weinig minder dan een god gemaakt,
hem met glorie en eer gekroond. (Psalm 8:5-6)

Een wat "ouder" (2004) boek gelezen. Maar nog zeer de moeite waard.
Annie Murphy Paul publiceerde in 2004 een onderzoek naar de zin en onzin van de persoonlijkheidstest. De voormalige senior editor van Psychology Today veegt er de vloer mee aan! En dat is wel eens lekker in een wereld waarin iedereen op zoek lijkt te zijn naar hulpmiddelen die iets definitiefs over hen kunnen zeggen.
Ze gaat in op de flinterdunne wetenschappelijke basis van dergelijke tests en stelt dat het niet veel anders is dan een product dat mensen willen hebben en er daarom dan ook duizenden aanbieders zijn die je tegen betaling een paar vragen laten beantwoorden en op basis daarvan een profielschets produceren. Het "schedellezen," dat decennia lang de boventoon voerde in wetenschappelijk onderzoek en de duiding van de mens, is allang lang en breed naar het rijk der fabelen verwezen maar verfijndere vormen die ogenschijnlijk wetenschappelijker aandoen hebben hun intrede gedaan, zodat we niet zonder hoeven te zitten.
"Een van de meest verraderlijke gevolgen van de persoonlijkheidstest is de invloed die het heeft op hoe we elkaar begrijpen - kinderen, collega's, medeburgers - en onszelf. De tests vervangen een verkreukeld menselijk wezen voor een gladde abstractie, een individu van vlees en bloed in een steriel idee. Zonder twijfel zijn deze standaard formulieren makkelijker te begrijpen (en, niet geheel toevallig, te manipuleren) dan echte mensen. Uiteindelijk resulteert het in een verminderde erkenning van en waardering voor andermans volledige mens-zijn en belemmert de groei in het ontdekken en bewustzijn van het zelf."
Het gebruik van populaire versies als "ijsbreker" in groepsdynamica wordt door Paul sterk afgeraden omdat het ogenschijnlijke definitieve oordeel dat de test velt, de neiging heeft om een eigen leven te gaan leiden.
Het zeer toegankelijke en uiterst goed gedocumenteerde boek is de moeite van het lezen waard. Het zou verplichte kost moeten zijn voor iedereen die zich professioneel of voor de lol met het afnemen van persoonlijkheidstests bezig houdt.


Annie Murphy Paul, The Cult of Personality Testing (New York: Free Press, 2004)

25 april 2011

Bezorgdheid, Conflicten, Single

Deze drie woorden vormen de top drie van de meest beluisterde preken op de Brandaris website.
Je hoeft geen wetenschapper te zijn om de "waarom" vraag te beantwoorden. Hoe dichter het onderwerp bij de werkelijkheid staat, hoe groter de interesse. We staan immers altijd wel open voor tips en ideeën hoe we om moeten gaan met zaken die we dagelijks tegenkomen en ons leven voor een belangrijk deel bepalen.
Hoe abstracter de titel, hoe kleiner het aantal 'hits.'
Woorden doen wat met mensen. Mijn blog met de titel "rein, onrein en geitenwollen sokken" van 31 maart 2010, heeft tot nu toe de meeste hits gehad. Dat heeft weinig met mijn blog te maken maar meer met het feit dat er nogal wat Nederlanders zijn die geitenwollen sokken googelen en dan o.a. een verwijzing naar voornoemde blog aantreffen. Het relatief geringe aantal regels met "geitenwollen sokken" (nog net geen vijftig duizend) maakt de kans dat mensen op deze blog terechtkomen aardig groot. De kans dat mensen via "Jezus" (bijna 10 miljoen regels) of "Jesus" (een half miljard regels) binnenkomen is aanzienlijk kleiner. "Seks" (213 miljoen regels) of "sex" (anderhalf miljard regels) in je onderwerp vermelden maakt de kans dat men op jouw blog terechtkomt vrijwel nihil.
"Bezorgdheid" levert weer tien keer meer regels op dan "geitenwollen sokken." "Single" daarentegen levert weer meer hits op dan "sex:" 1,8 miljard regels! En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Het is nu maandag, tweede Paasdag. Deze blog zal door niet al teveel mensen worden gelezen. Doordeweekse werkdagen zijn het best omdat de meeste mensen dit soort blogs lezen als ze op hun werk zijn. Als je echt iets te melden hebt moet je dat op dinsdagmorgen doen en zorgen dat de blog voor negen uur gepost is. Maar dat is pas morgen.
Overigens, deze blog is geschreven op zaterdag de 23ste en wordt door mij zo ingesteld dat deze op maandag om 05.36 wordt vrijgegeven.
Is er nu nog een moraal aan dit verhaal?
Ja! Vindt datgene wat de mens het meest bezighoudt en doe die mens een aanbod dat hij maar moeilijk kan weerstaan. Daar ligt je grootste kans om je te verrijken aan de vraag van de ander. Het grote probleem is dat er maar zo bar weinig oplossingen zijn en de concrete vraag beantwoord wordt met veel gebakken lucht.
Geitenwollen sokken worden helemaal niet van geitenwol gemaakt maar gewoon van schapenwol! Of het moet van de angorageit zijn (mohair). Maar dat is iets te duur voor de gemiddelde geitenwollensokker-belangstellende of -drager.

Daarom ook dat, bij nadere beschouwing, Jezus, hoewel Hij nogal wat hits krijgt in de virtuele wereld, toch massaal wordt afgewezen. Hoewel dat wat Hij aanbiedt helemaal gratis is, vindt de overgrote meerderheid dat nog veel te duur. Het verkrijgen van het Ware Leven is zo onlosmakelijk met het sterven aan jezelf verweven dat de prijs van dat sterven voor de meesten te zwaar weegt in het licht van dat Leven. Dat is toch eeuwig zonde?

24 april 2011

Opkomen vanuit de stilte

Tussen de betonnen onderdelen van het kunstwerk "Kleinpolderplein" komt recht voor me de zon op. Vanuit het het Noorden en Zuiden raast om de tien tellen een auto voorbij; dat heet een zeer stille ochtend. Met een beetje verbeelding zie ik voor me hoe zo'n 2000 geleden Maria van Magdala zich nog vroeger (het was nog donker) naar het graf snelt en tot haar verbazing ontdekt dat de grote steen die de toegang tot het graf verzegelde, was weggerold. Ze haalt de jongens erbij en samen ontdekken ze dat het graf leeg is. Alleen het grafkleed van Jezus is achtergebleven. Maria, die buiten het graf stond te huilen wordt aangesproken door de tuinman. De tuinman? Hoe weet die tuinman haar naam? Ze kijkt op en ziet dat het Jezus is.
Het is maar een kort verhaal. Maar wel een verhaal dat de gemoederen al tweeduizend jaar verhit, vertroost, verblijdt of ontstelt.

Het lijden en sterven van Jezus krijgt pas echt betekenis in de opstanding. Was Hij in het graf gebleven; er zou vandaag geen levende hoop of eeuwig perspectief zijn. Later zou de hemelvaart de cirkel rondmaken.
Jezus kwam om het hart van God te laten zien en dat hart de mensheid aan te bieden. Hij kwam om het hart van de Vader weer te verbinden met het hart van de mens. In zijn lijden, sterven en opstanding wordt de verbinding daadwerkelijk mogelijk. In zijn hemelvaart wordt de kroon op zijn werk geplaatst; Hij brengt het hart van de mens naar de Vader. Daar vindt de uiteindelijke verbinding plaats en is Leven weer mogelijk.
Altijd als ik de zon zie opgaan, en vooral vandaag, moet ik daaraan denken en stroomt mijn hart vol. En zelfs een oerlelijk kunstwerk dat symbool staat voor de technologische en economische vooruitgang en 's-mensen potentieel; dat symbool dat tevens symbool staat voor sociale ontwrichting, milieuverkrachting en individualisering, kan het beeld dat die opgaande zon bij me oproept, niet temperen. Ik ben een gelukkig en bevoorrecht mens.
Zometeen vertrek ik naar Huizen waar ik over de gevolgen van deze wereldschokkende opstanding mag vertellen.

Pasen: Verleden, Heden en Toekomst (3)

Kracht voor de toekomst

De opstanding wordt, naast dat het een historisch feit is, een kracht genoemd. En die kracht is Jezus zelf. In Johannes 11:25-26 lezen we: “Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven”

Mijn beperkte zicht op de opstanding zal ook de kracht ervan in mijn eigen leven beperken. Als ik de opstanding vergeestelijk, en er zijn miljoenen christenen die dat doen; die geloven dat we in een soort van transcendente staat de eeuwigheid zullen doorbrengen, van wolk tot wolk springend, de Heer voor eeuwig lofzingend, dan zie ik het leven hier en nu alleen maar lastig en mijn lichaam alleen maar als een vervelend omhulsel, ongeduldig wachtend op de uiteindelijke en definitieve verlossing.

En ja, dit is deel van onze werkelijkheid. Paulus drukt dat ongeduld uit als hij zegt in 2 Kor. 5:2-3, Wij ervaren nu nog wel allerlei moeilijkheden, maar kijken met verlangen uit naar de dag dat wij een hemels lichaam krijgen en dat zullen aantrekken als nieuwe kleren. Wij zullen niet als geesten zijn, maar een lichaam hebben” (HTB). Maar aan de andere kant van dat spanningsveld vinden we de erkenning van opstandingskracht: “Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn opstanding ervaren, ik wil delen in zijn lijden en aan hem gelijk worden in zijn dood,..” (Filippenzen 3:10-11).

Randy Alcorn schrijft: “een niet lichamelijke opstanding is als een zonsopgang zonder zon”, “opstanding betekent dat we lichamen zullen hebben. Als we geen lichamen zouden hebben, hoeven we ook niet op te staan” (Heaven, isbn 0842379428, blz. 110). God schiep de mens om op de aarde te leven. En Hij zag dat het goed was. De bedoeling was dat onze lichamen net zo lang zouden leven als onze zielen; eeuwig.

Als we het verzoeningswerk van Christus slechts beperken op ons geestelijke leven en niet zien dat Hij alle dingen die geïnfecteerd zijn door de zonde met God heeft verzoend: “Door Zijn Zoon heeft God een altijddurende vrede gesticht tussen Zichzelf en alles wat in de hemelen en op aarde is. Doordat Christus Zich aan het kruis heeft opgeofferd en Zijn bloed heeft gegeven, is er verzoening met God.(Kol. 1:20).
Naast dat we een geweldig vooruitzicht hebben in de verre toekomst, hebben we ook een geweldig uitzicht op vandaag en morgen.
Kol 1:27 Dit is het geheim: Dat Christus in uw hart wil leven. Hij is uw hoop op Gods heerlijkheid.

Deze opstandingskracht groeit en werkt omgekeerd evenredig met het sterven aan mezelf. Zolang het nog om mij gaat, mijn prestaties, de dingen die ik allemaal voor Hem doe, of vind dat ik ze voor Hem moet doen, is de opstanding geen kracht, maar alleen een feit. Ik weet het met mijn hoofd, maar ervaar het niet met en in mijn hart.

Onlangs vertelde een vriend me over een bijzondere ontmoeting met God heeft gehad. Hij weet niet wat de aanleiding was of wanneer het precies was maar hij beschrijft het als “een overweldigend besef dat God zijn vader wil zijn en is”.

Het is alsof hij gestopt is met zoon proberen te zijn en hij zich is verloren in Gods “vader-zijn”. Zoals de psalmist het zegt: “machteloos was ik en Hij heeft mij bevrijd”.

We hoeven niet bij het oude te blijven. De herinneringen kunnen nog sterk zijn, de macht en de kracht achter de zonde in ons leven is onttroond. Ik hoef er niet meer aan toe te geven.

Ef 4:21-32 Als u werkelijk Zijn stem hebt gehoord en Hij u de waarheid over Zichzelf heeft bekendgemaakt, moet u uw oude menselijke natuur als oude kleren uittrekken; uw vroegere manier van leven, waardoor u geluk en vrede meende te vinden, maar die u in werkelijkheid dood en verderf bracht. Uw denken moet grondig vernieuwd worden. Sterker nog, u moet een heel nieuw mens worden, die alleen voor God leeft, zuiver en goed. Trek een nieuwe natuur aan als een stel nieuwe kleren. Houd op met liegen. Vertel elkaar de waarheid, want wij horen bij elkaar en zijn delen van hetzelfde lichaam. Als u kwaad bent, laat dan geen wrok in uw hart opkomen, want dan zondigt u. Zorg ervoor dat u uw boosheid voor het einde van de dag weer kwijt bent. Geef de duivel geen schijn van kans. Wie een dief is, moet ophouden met stelen. Steek liever uw handen uit de mouwen en verdien eerlijk uw eigen brood. Dan kunt u nog eens iemand helpen die gebrek heeft. Laat er ook geen vuile taal uit uw mond komen; dat doet alleen maar kwaad. Zeg op het juiste moment het juiste woord, iets wat de mensen helpt en goed doet, zodat zij genade ontvangen. Doe de Heilige Geest geen verdriet; Hij staat immers borg voor u tot de dag van de volle bevrijding komt. Doe alle wrok, woede en haat uit uw leven weg. Vloek niet, maak geen ruzie en beledig elkaar niet; vermijd alles wat slecht is. Wees in plaats daarvan vriendelijk en liefdevol voor elkaar. Vergeef elkaar, zoals God uw zonden heeft vergeven om wat Christus voor u deed.

Waar legt God in uw leven de vinger op vandaag? Wat was het eerste waar u aan dacht toen ik sprak over de kracht van het verleden. Welke eigenschap, zonde, gewoonte vraagt God u om los te laten. Weiger om nog langer het oude te gehoorzamen. Wat is de meest effectieve manier om hiertegen te strijden? Verzadig je met Zijn beeld, Zijn gedachten over u, Zijn plannen. Dan verlies je jezelf in Hem en kan de kracht van de opstanding baanbreken.

23 april 2011

De JG

Keurig in het pak, zoontje aan de hand, belt de JG aan. Gewapend met een exemplaar van de Wachttoren (een themanummer over Jezus) en een exemplaar van de Nieuwe Wereldvertaling complimenteer ik hem met de strategische gekozen dag: stille zaterdag, de dag die Jezus doorbracht in het graf.

Bij mezelf bespeur ik niets meer van de "ik zal het hem wel even vertellen" houding die ik twintig jaar geleden zou hebben gedemonstreerd en waarbij een gesprek, aan beide kanten gedreven door almaar stijgende adrenaline- en testosterongehalten, al snel een polariserend welles/nietes spelletje werd met alleen maar verliezers.

Nee, de Jehova Getuigen doen hun best om zich te laten informeren, trainen en toerusten om de wereld van repliek te dienen op eeuwenoude stokpaardjes, vooroordelen en zelfgewetenschapte ideeën over God. Als het over God gaat beschouwt iedereen zich een expert. Antoin Bodar heeft gelijk als hij schrijft:

In tegenstelling tot agnosten, wier kijk op het leven om wille van bescheidenheid sympathie wekt, beweren veelal atheïsten slechts beter na te denken dan gelovigen. In feite denken zij anders na en wensen hun denken te beperken tot het verstand alleen – de leiding gevende faculteit van de mens, nochtans niet de enige. In dit kader moet herhaald worden dat het niet bestaan van God even onbewijsbaar is dan het wel bestaan van God. (Volkskrant, zaterdag 23 April)

Het bestaan van God kan niet bewezen worden; echter wel vermoed. De apostel Paulus schrijft dat de natuur zelf al een duidelijke heenwijzing is. Ook de meest geharde evangelicaal past en siert dan ook een bescheiden houding. Met rede kom je wel ergens maar niet al te ver. Ervaringen maken indruk maar overtuigen evenmin. Het enige overtuigende bewijs wordt geleverd door een getransformeerd leven dat langzaamaan het karakter van Christus begint te weerspiegelen. Maar het ware overtuigen kan alleen door de Geest geschieden. Dat vat dan ook meteen het werk van de Geest samen. Overtuigen hoeven wij niet te doen of te proberen, daar mogen we de Geest de ruimte voor laten.

Waarom dan toch zo'n ijver aan de dag leggen om de mensen trachten te overtuigen? Paulus trachtte het en kenden zijn plaats; het blijft bij trachten. Alleen de Geest kan "hem erin koppen."

Dat trachtten wordt gemotiveerd door de boodschap van Kerst, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren samen: we zijn de weg naar het ware Leven kwijt en die wordt hervonden in Christus. Dat moet toch iedereen weten!

De JG beloofde terug te komen.

Pasen; Verleden, Heden Toekomst (2)

De kracht van het heden

Wij zijn dus één geworden met Hem, één in dood en leven. Wij weten dat de persoon die wij vroeger waren, niet meer leeft. Die is met Christus aan het kruis gestorven. Zo is er afgerekend met het wezenlijke van de zonde. De zonde heeft niets meer over ons te zeggen. De zonde heeft geen macht over een dode. Als wij met Christus gestorven zijn, geloven wij dat we ook met Hem zullen leven. Wij zijn er zeker van dat Christus, nu Hij uit de dood is opgestaan, niet meer zal sterven. De dood heeft geen macht meer over Hem. Door Zijn sterven heeft Hij de macht van de zonde eens en voor altijd gebroken. Zijn leven is een leven voor God. Beschouw uzelf daarom dus als dood voor de zonde. Omdat u één bent met Christus Jezus, leeft u nu voor God. Laat de zonde dan niet meer heersen in uw sterfelijk lichaam. Wees geen slaaf meer van uw slechte begeerten. Stel geen enkel deel van uw lichaam ter beschikking van de zonde, als iets waarmee slechte dingen worden gedaan. Nee, stel uzelf ter beschikking van God, omdat u met Christus gestorven bent, om nu met Hem te leven. U bent immers dood geweest en weer levend geworden. Laat God dan ieder deel van uw lichaam kunnen gebruiken om goed te doen. Het is uit met de macht van de zonde over uw leven. Romeinen 6:5-14

Stel je nu eens voor dat je samen met mij aan de overkant staat van de zee. Het water heeft zich gesloten over onze vijanden. De dreiging is weg en voor ons ligt een nieuw avontuur; het avontuur van de vrijheid. Het gevaar bestaat nu dat het onbekende van het nieuwe terrein (bergen en woestijnen met her en der oasen) verlamt, passief maakt.
Als Paulus het verlangen uitspreekt om de opstandingskracht van Christus te kennen, zegt hij impliciet dat hij geen ervaringsdeskundige is. Hij wil er meer van zien.
Dat verlangen, daar herken ik mezelf wel in. Ik beken dat ik regelmatig bid of het misschien een onsje meer mag zijn.

Het heden, ingeklemd tussen verleden en toekomst, is een raar ding. Het biedt geen enkele zekerheid en wereldwijd worden we continu geconfronteerd met haar grilligheid. Het leven in het nu is echter de enige realistische optie voor de mens; de twee andere opties (leven in verleden of toekomst) maken ons of pathetische stilstaanders, traumauhuggers, slachtoffers die niet vooruit kunnen, of wolkenzwevende idealisten die in min of meerdere mate in ontkenning leven.

Ik zeg wel eens dat we allemaal 'gestoord' zijn en dat het me verbaast dat tweederde van de mensheid zonder professionele hulp of medicijnen de eindstreep haalt (waarop een paar weken geleden demonstratief opstond en de kerkzaal verliet).

Terug naar die opstandingskracht. Hoe helpt deze mij om vandaag beter te leven? Ik heb het waterdichte antwoord niet gevonden. Het helpt me om anders naar de wereld te kijken. Dingen hoeven niet te blijven zoals ze zijn; verandering is mogelijk. Zonder opstanding is er alleen maar zinloosheid, doelloosheid en tijdelijk gewin.

22 april 2011

Pasen; Verleden, Heden Toekomst

De kracht van het verleden

Wat bleef er over voor het volk Israel nadfat het uit Egypte met haar slavernij was bevrijd?

Herinneringen. Emoties. Trauma’s. Nostalgie.

Wat moet die bevrijding een ontzagwekkende ervaring zijn geweest. Als je nooit anders hebt geweten dan als slaaf te leven dan is het uitzicht op de onmetelijke woestijn heel heftig. Alsof je voor het eerst van tien meter in het water duikt of springt.

Het alternatief is om niet te springen en te blijven waar je bent.

Niets menselijker is ons vreemd dan terug te willen naar de zekerheden die we hadden. Na de euforie van de bevrijding treffen we het volk Israel al snel in de mineur stemming. Vleeseters in Egypte moeten nu opeens sla gaan eten; tja dat hadden we niet echt gepland. Bevrijding prima, maar dan wel graag onder mijn voorwaarden. Als ik dit, dit en dat mag houden dan vind ik het verder prima.

Onlangs las ik enkele gebeden van kinderen:

Joyce schreef “Heer dank u voor mijn nieuwe broertje maar wat ik eigenlijk wilde was een puppy”

Raphael bad: “Lieve God, als u mij een wonderlamp geeft, net zo eens als Alladin, mag u alles van me hebben behalve mijn geld en mijn schaakset”

Peter bad: “Heer, stuur Dennis Clark dit jaar alstublieft naar een ander kamp”

Larry stelde vast: “Lieve God, Kain en Abel hadden elkaar vast niet steeds vermoord als ze allebei hun eigen kamer hadden gehad. Het werkt bij mij en m’n broertje”.

Het is de mens eigen om in te zoomen op de eigen noden en behoeftes. Aan het kruis van Golgotha nodigt Christus ons uit om de slaafse gehoorzaamheid aan het “ik" te zien verdwijnen in zijn lichaam; en in zijn dood neemt Hij het mee het graf in. Al mijn zooi verdwijnt in zijn dood.

Het is niet zo dat er nu op een soort van “reset” knopje wordt gedrukt, m’n geheugen gewist wordt en nieuwe “software” wordt geïnstalleerd.

Nee, ik herinner me alles en veel dingen zelfs duidelijker. Op het gevaar af dat ik de zaken teveel simplificeer zie ik twee opties voor ons open staan.

1) In het verleden blijven leven. Onvoldoende, of geen zicht hebben op de kracht van de opstanding maakt van de wedergeboren mens een doler en houdt hem gevangen in zonde (1 Kor. 15:17).
Enkele maanden na mijn bekering confronteerde mijn oma me op een pijnlijke manier met mijn verleden, met name met mijn hebberigheid en onvermogen om met geld om te gaan. Ze riep uit: “je lijkt je vader wel”. Ik had toen kunnen zeggen “u heeft gelijk en er is niets wat ik eraan kan doen. Ik ben nu eenmaal zo”. Ik besloot toen ter plekke dat ik geloofde dat de opstandingskracht sterker is dan de stemmen uit mijn verleden. En dat is dan meteen de tweede optie.

2) Het water zien dat zich over dat verleden sluit, de slavendrijvende kracht die het verleden kracht en macht geeft zien verschrompelen door Zijn lijden en dood en erop vertrouwen dat de transformerende kracht van de opstanding in staat is om mij te veranderen van zelfgerichtheid naar “God en anderen gerichtheid”.


Morgen "Pasen: De kracht van het heden".

21 april 2011

Gebrek aan vrijheid

"..zowel individueel als collectief ontbreekt het Christenen vaak aan de vrijheid, flexibiliteit, vreugde, moed en speelsheid van een ware minnaar. Het overvloedige leven en de roekeloze liefde die Jezus voorleefde en voorstond wordt maar al te vaak vervangen door een bewaken en promoten van wat men behoort te geloven, het beschrijven van gewenst gedrag en hoe de kerk eruit zou moeten zien. We brengen liever onze ethisch subjectieve principes en religieuze ideeën in praktijk dan het levendbarende concrete leven en de liefde van God. We leven vooral in het abstracte en niet in het concrete." (Gregory Boyd in "Repenting of Religion," pg. 97)

Overdrijft Boyd niet een beetje?
Over het algemeen zijn christenen het er wel over eens dat de enige grond voor verlossing, verzoening en (eeuwig) leven de genade in Christus is. Het wordt ons vrijelijk aangeboden en we mogen het vrijelijk aannemen als een gift die God geeft.
Toch ontkomen velen vervolgens niet aan de valkuil om dat gratis ontvangen leven met terugwerkende kracht te verdienen. Zoiets als achteraf zegels sparen voor een doos met boodschappen. Dat uit zich in de vorm van het zich laten manipuleren in een bepaald religieus keurslijf (een bepaalde stroming, leer of bijzonder accent op één aspect zoals bijvoorbeeld de Joodse feesten houden, bewust juist wel of niet op zondag een ijsje eten, het vormen van een tegenbeweging die de bressen op gaat voor een bepaalde zaak), of het vertonen van goed gedrag.

Morgen staan we stil bij het feit dat Jezus al die zaken mee het graf in nam. Alle systemen zijn ontoereikend, al het goede gedrag is besmet en schiet tekort.
Waarom dan toch bij dat graf staan spitten om dat wat "niet vermag" toch weer op te graven zodat we kunnen "roemen."
Vrij zij van religie (die verstikt, doodt en van ons rechters van anderen maakt) kan alleen via de weg van het graf waar ik, samen met mijn religie, sterf om vervolgens uit te zien naar de derde dag. Maar daarover later meer.


20 april 2011

Ik ben toch onschuldig

Telkens als ik Nederland binnenkom en de meneer van de paspoortcontrole steevast m'n gegevens in het systeem controleert bekruipt me eventjes een gevoel van schuld. Stel je voor dat ze iets vinden in het systeem? Wat ze dan zouden moeten vinden weet ik niet. Vooralsnog heb ik geen openstaande boetes, nog uit te zitten gevangenisstraf, houd ik me niet bezig met witwasoperaties of andere zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Voor zover ik weet ben ik helemaal onschuldig. Waarom dan toch een schuldgevoeltje?
Het zit in onze cultuur gebakken om onschuldig te willen zijn. Zelfs al zou het systeem van de meneer van de paspoortcontrole wel een 'hit' geven; ik ben me van geen kwaad bewust.
Nederland verzet zich massaal tegen het biometrisch opslaan van persoonlijke gegevens. Een centraal opgeslagen patiëntendossier kan ook al niet (Volkskrant van vandaag). Het in voorkomende gevallen levensreddende potentieel van een dergelijk systeem moet wijken voor een hoger recht; het recht op privacy.
Natuurlijk ligt misbruik op de loer; de troef die steeds maar weer gespeeld wordt in deze discussies. Mijn gegevens kunnen op straat komen te liggen of door anderen gejat worden. Iemand kan mijn identiteit aannemen. en ga zo maar door.
Een Nederlander verzet zich in principe tegen elke systeem dat hem of haar geen keuze laat. We willen er zelf voor kiezen.
Op vrijwillige basis zetten we onze privacy echter massaal in de etalage. In een paar minuten tijd kan iemand heel veel over mij te weten komen: een Goodle search levert hits die verwijzen naar Hyves, Twitter, Facebook, Linkedln, Blog, de organisatie waarvoor ik werk, fora, sites van diverse andere clubs, inclusief de meeste kerken waar ik heb gesproken of nog ga spreken.
Wellicht komt er een dag dat iemand al deze informatie voor eigen gewin gaat gebruiken en dat ik alles op alles zal moeten zetten om mijn onschuld te bewijzen. Dan zal ik met naijvere weemoed aan mijn wijze vrienden en collega's denken die consequent weigeren om ook maar iets van zichzelf in de publieke etalage uit te stallen. Die zullen hun onschuld niet hoeven bewijzen omdat er niets is wat hen kan koppelen aan iets.

"Ik heb niets verkeerds gedaan;" voor de een een reden om hun hele hebben en houden aan het publiek voor te stellen en voor de ander een reden om dat juist niet te doen; alles kan immers tegen je gebruikt worden.
Ik bied mijn vingerafdruk graag aan.

19 april 2011

De Zending

Our newsletter (English)
Lees hier onze nieuwsbrief (Nederlands)

Soms, als je een woord veel keer achter elkaar zegt, kan het zomaar raar gaan klinken. Dat heb ik bij het woordje "zending".
Mensen zijn "in de zending," "willen de zending in," "hebben wel of niet iets met de zending," en "bidden of geven voor de zending."
Bij de TNT of Fedex begrijpen ze wel wat een zending is. Die doen daar niet moeilijk over. Dat is hun vak.

De wenkbrauwen van een TNT medewerker fronsen echter wanneer iemand meldt "een verlangen te hebben de zending in te willen gaan."
Zulke grote enveloppen hebben ze namelijk niet.
Ook krijg ik regelmatig een bericht dat "uw zending wordt gereedgemaakt." Dat gaat dan meestal over een boek.
Over dat boek wil ik het hebben.
Dat boek blijft voor, tijdens en na "de zending" hetzelfde boek. De zending verandert daar niets aan.
Toch, in ons begrip van zending wordt het boek plotseling een andere status toegekend terwijl het in wezen niet uit zou moeten maken. Een boek dat bij de drukker ligt, in de winkel ligt of verzonden wordt naar een exotisch oord; het zou geen gevolgen moeten hebben voor de boodschap van het boek.
"De status van uw zending is gewijzigd," is een boodschap die ik ook wel ontvang. Meestal ligt het dan in een sorteercentrum of er staat bij dat de chauffeur onderweg is.
Wat betekent 'de zending' in christelijke kringen? Het heeft met twee zaken te maken.
  1. Het boek gaat naar een plek waar mensen niet of nauwelijks van het boek hebben gehoord, laat staan gelezen. Inherent hieraan is dat een groep mensen die het boek hebben gelezen dat omringen met gebed.
  2. Het boek kan niet voor z'n eigen verzending betalen en heeft daar anderen voor nodig. Inherent hieraan is dat vaak dezelfde mensen die om het boek heen staan ook de verzendkosten voor hun rekening nemen.
Het overgrote deel van de zendingen wordt echter verstuurd aan hen die het boek allang hebben gelezen.
Slechts een klein percentage komt terecht in een omgeving waar men het boek niet kent terwijl men het er over het algemeen wel over eens is dat zendingen juist daarop gericht moeten zijn.
Ongeacht waar het boek van mijn leven zich bevindt, het gaat om de inhoud. Die wordt toch overal gelezen.
We zenden naar exotische oorden en omringen hen die zich laten verzenden met geestelijke en materiële zorg. Daarmee houden we echter een fenomeen in stand dat ertoe heeft geleid dat we minder oog lijken te hebben voor al die gelovigen die het boek van hun leven meenemen in de trein, auto of op de fiets, onderweg naar een plek waar zo weinigen mensen het boek ooit hebben gelezen. Die zendingen zijn net zo waardevol en daar zou vanaf de preekstoel of het podium veel meer aandacht moeten zijn. God zendt ons allemaal.
Ik bid vandaag voor hen die op al die plekken in de samenleving waar ze misschien de enige zijn, een brief van Christus zijn; gezonden door God.
Werkze!

16 april 2011

God in geitenwollen sokken en (soms) op klompen

Our newsletter (English)
Lees hier onze nieuwsbrief (Nederlands)

Mijn blog van gisteren, over het gebruik van antropomorfismen in de Bijbel waarbij menselijke attributen aan God worden toegekend; de 'bij wijze van spreken,' en dus niet letterlijk bedoeld, laat me niet los. Schrijven we kenmerken en attributen aan God toe, gebruiken we de mens om God te beschrijven inclusief ledematen, organen en emoties, dan is dat helemaal zo'n gek idee nog niet. Was het niet God die het initiatief nam om mensen te maken "naar Zijn beeld en gelijkenis?" Het scheppingsverhaal draait de zaken eigenlijk om: de mens is een "theomorfisme."
Het is een vorm van culturele luiheid om God te vertalen naar een beeld dat we kennen. Hij lijkt op een Nederlander, is tussen de 180 en 190 centimeter lang (omdat ik dat ook ben), werkt graag op het land en draagt geitenwollen sokken omdat deze warm en comfortabel zijn en, mits ze van echte wol gemaakt zijn (dus niet de "Noorse sokken van de markt die vijf euro per drie paar kosten), optimaal vocht afdrijven.
Maar meer dan luiheid is nog dat we Hem maar moeilijk anders voor kunnen stellen; het idee dat Hij op een Australische aboriginal lijkt met onverzorgd haar, een lendedoek (of nog minder) en altijd op blote voeten loopt, met een stok in een mierennest peutert; die van mij ziet er veel beschaafder uit.
Om de mens als theomorfisch uitgangspunt te nemen is vele malen interessanter: de mens als beelddrager van God. Dat dwingt me om eerst naar God te kijken en van daaruit mijn conclusies aangaande de mens te trekken.
Dat creëert wel meteen een probleem omdat dat wat we over God weten, door folklore, bijgeloof, cultuur en religie wordt bepaald. God is in deze zin geen wetenschap die beoefent kan worden met objectieve en meetbare maatstaven of uitgangspunten. Dus moet er een keuze gemaakt worden; waar baseer ik mijn beeld van God op? Hoe kan ik het beeld waarvan ik blijkbaar vervreemd ben geraakt weer hervinden en weerspiegelen?
Als volgeling van Jezus geloof ik dat we het ware gezicht van God in deze Jezus te zien krijgen (Kol. 1:15, 19-21). Wanneer we het verhaal van Jezus lezen dan is het onwaarschijnlijk dat wat we te zien krijgen onaantrekkelijk is. Als je leest wat Hij te zeggen heeft over hoe het leven geleefd behoort te worden (Mat. 5 tot 8 bijvoorbeeld) dan kan het haast niet anders of het wekt een heimwee en verlangen op naar dat wat we voelen kwijt te zijn geraakt.
Dat deze Jezus zich er vervolgens niet voor schaamt om ons zijn broeders te noemen; tilt je ver boven alles uit.
God hoort helemaal niet op ons te lijken, wij horen op hem te lijken (1 Kor. 13:12).

15 april 2011

God als mens beschrijven

Lees hier onze nieuwsbrief. Vers van de pers

Om het beeld van God als het onveranderlijk, niet met menselijke gevoelens behepte alwijze en ondoorgrondelijk, opperwezen te handhaven heeft de theologie het idee van antropomorfismen binnengehaald. God zou een arm hebben die niet te kort is om te verlossen; een menselijke beschrijving van een goddelijke eigenschap. Uitdrukkingen van boosheid, toorn, vreugde en spijt die Hem worden toegeschreven, zouden slechts menselijke beschrijvingen zijn van iets dat Hij helemaal niet zo voelt of ervaart zoals wij dat doen. God heeft toch geen armen en benen? Als Hij geen armen en benen heeft, kan Hij dan nog wel boos zijn zoals wij boos zijn? Of spijt hebben van iets.
We moeten toch iets verzinnen om de Bijbel niet in tegenspraak met zichzelf te laten zijn?
Ik herinner me een Bijbelvers dat staat als een huis: "God is geen man dat Hij liegen zou, of een mensenkind dat Hij berouw zou hebben. Zou Hij zeggen en niet doen; spreken en niet volbrengen" (Numeri 23:19)?
Om dan passages zoals Exodus 32 uit te leggen waar Mozes God herinnert aan het verbond dat Hij sloot met Israël en aan Zijn gedane beloftes, met als gevolg dat "de Heer spijt kreeg van het onheil waarmee Hij zijn volk bedreigd had," ben je bijna dankbaar dat er zoiets als een antropomorfisme bestaat. De beide verzen kunnen dan toch in harmonie naast elkaar voortbestaan.
Echter, als de dialoog met Mozes, en het uiteindelijk resultaat slechts een manier van spreken is (God heeft immers nooit berouw), dan boet het verhaal wel heel veel aan kracht in.
Zou het zo kunnen zijn dat God echt berouw had en echt van gedachten veranderde? Ik moet zeggen dat ik het een sympathiekere gedachte vind dan het idee dat alles uiteindelijk al was voorgekauwd en gepland.
Het idee dat er echte ruimte bestaat in het hart van God (of heeft Hij geen hart?) is een gedachte die we mogen verwelkomen. In plaats van een statische verhouding is er dan sprake van een dynamiek en interactie die de relatie tussen God en mens leven inblaast.
Nu zijn er mensen die zenuwachtig worden bij de gedachte dat er ruimte zou bestaan bij God; het slaat het fundament onder hun leven en zekerheid weg. Dat heeft alles te maken met het idee dat alles vastligt in formules en de juiste dingen doen of laten. Maar het is juist dit laatste dat de genade Gods die behoudt reduceert tot een wet en dus het (eeuwige) leven tracht meetbaar te maken. Het is juist de genade die onmeetbaar is. Leven in het spanningsveld dat tussen de Bijbelse paradoxen bestaat houdt het aantrekkelijk en houdt het aantrekkelijk. Je raakt immers niet uitgedacht of uitgepraat. En zo erg is dat niet.

14 april 2011

Schuld, Liefde en Hartzeer

Wat bewoog een man als Paulus om de wereld in te trekken teneinde zoveel mogelijk mensen te vertellen over het Goede Nieuws dat God in Christus Jezus de wereld heeft verlost? Zijn er specifieke motieven te vinden en kan ik daar vandaag wat van leren? Zonder er meteen een blauwdruk uit te willen distilleren of het te zien als een filosofische/theologische onderbouwing of zelfs wetmatigheid, stuit ik op drie motieven die bij Paulus boven andere bestaande motieven uitstijgen.

SCHULD
U mag gerust weten, broeders en zusters, dat ik meermalen van plan ben geweest u te bezoeken, maar tot nu toe kwam er telkens iets tussen. Net als bij de andere volken wilde ik ook bij u een aantal mensen voor het geloof winnen. Want ik heb een verplichting tegenover volken met beschaving en volken zonder beschaving, tegenover mensen met kennis en mensen zonder kennis. Vandaar die sterke drang in mij om ook u, in Rome, het evangelie te brengen (Romeinen 1:13-15). (Hiernaast: Paulus volgens Rembrandt)

Jezus heeft de opdracht bij hem (en ons) neergelegd en het volgen van Hem impliceert, discipelschap impliceert de verkondiging van het evangelie en het maken van discipelen. Het is geen optie.

Paulus ziet het als een morele plicht; als ik de weg van A naar B weet en weet dat er velen zoekend zijn naar B heb ik de morele plicht om de weg uit te leggen. Schuld betekent 'bij een ander in het krijt staan'.

Door God aangesteld als apostel onder de heidenen had hij een verplichting om in Rome het evangelie te verkondigen. Hij wilde deze verplichting eerder nakomen maar werd verhinderd door de Heer. Er was zoveel te doen in Klein Azië dat hij niet onmiddellijk naar Rome kon gaan..

Wat werkt het besef van deze “schuld” uit? Deze schuld is de motivatie om te gaan (vandaar mijn bereidheid om ook u te Rome het evangelie te brengen (15).

LIEFDE
Omdat we weten dat we ontzag moeten hebben voor de Heer, proberen we de mensen te overtuigen. Voor God zijn we een open boek, maar hopelijk ook voor u, als u bij uw geweten te rade gaat. Niet dat we onszelf opnieuw bij u aanbevelen; nee, we geven u juist de gelegenheid met recht trots op ons te zijn. Dan kunt u hen van antwoord dienen die zich laten voorstaan op uiterlijkheden en niet op wat een mens innerlijk waard is. Als we in vervoering zijn, dan was het voor God; maar als we verstandig zijn, dan is het voor u. Want we zijn gegrepen door de liefde van Christus, omdat wij hebben ingezien dat één mens gestorven is voor allen. Daaruit volgt dat allen zijn gestorven. En hij stierf voor allen met de bedoeling dat zij die leven, niet langer voor zichzelf leven maar voor hem die voor hen is gestorven en door God is opgewekt (2 Korintiërs 5: 11).

De liefde die Paulus dringt is het gevolg van een diepe overtuiging. De overtuiging dat een voor allen gestorven is.
We denken wel dat liefde de onderliggende emotie of het onderliggende motief is om het evangelie te verkondigen maar Paulus maakt duidelijk dat ook de liefde die hem beweegt ergens vandaan komt. Wij leggen liefde te vaak uit als een gevoel en als de liefde ontbreekt, zo zeggen we, kunnen we beter niets doen omdat het dan waardeloos is. Paulus draait in gedachten het filmpje nog eens af waarin te zien is hoe God zijn eigen zoon gaf terwijl wij met z'n allen stonden te joelen en te krijsen "kruisigt Hem, kruisigt Hem." Het is deze daad van liefde die Paulus drong; een daad van God die buiten onze gevoelens, opinies en raadpleging of goedkeuring plaatsvond.

De Bijbel maakt leert dat liefde en geven elkaars synoniemen zijn (Gal 2:20 leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven). Liefde uit zich in overgave en niet in mooie woorden of goede bedoelingen.

HARTZEER/KWELLING
Omdat ik verbonden ben met Christus, spreek ik de waarheid, ik lieg niet: de heilige Geest bevestigt het door de stem van mijn geweten. 2 Er is iets dat me erg verdrietig maakt en me onophoudelijk kwelt: 3 het lot van mijn volk, mijn natuurlijke verwanten. Ik zou wensen, vervloekt te worden en van Christus gescheiden te zijn, als ik ze daarmee kon helpen (Romeinen 9:1-3).

Deze gaat best wel ver. Ik weet niet of ik dit Paulus na kan zeggen en het herinnert me aan een ander verhaal in de Bijbel. Wanneer God besluit om Israël uit te roeien vanwege haar voortdurende en herhaaldelijke koppigheid, springt Mozes op de bres (Ex.32). Hij bidt en pleit waarbij hij God eraan herinnert dat het toch het volk is dat Hij heeft uitgekozen. Het gevolg is dat God van gedachten veranderd. Dat op zich is een ontzagwekkende gedachte; de mens die Gods hart zoekt en in staat is om dat hart van God te bewegen. Twee mannen die bereid waren om hun namen uit het Levensboek gegomd te zien, als dat tot de redding van anderen zou leiden!

Ik heb vandaag voldoende om eens flink over na te denken en mijn eigen motieven te onderzoeken.

08 april 2011

De Volle Zegen?

Ter voorbereiding op mijn preek in Nieuw-Lekkerland (aanstaande zondag om 13.30) ben ik Doelgericht Samenleven aan het lezen. Het is een bijzonder appelerend boek en Rick Warren heeft er alles aan gedaan om de lezer te voorzien van allerlei praktische en nuttige tips die het "samen" gestalte geven en versterken. Ik ben wel een liefhebber van theologie die zich naar het praktische vertaalt maar waarom bekruipt me dan toch zo'n onbestemd gevoel bij het lezen?
Het zit in de voorwaardelijkheid die Warren creëert. Een voorbeeld: "Als we niet delen, weerhouden we de gelovige gemeenschap ervan de volle zegeningen van God te ervaren" (Rick Warren, Doelgericht Samen Leven, 2006, 133) Met andere woorden, als iemand binnen de gelovige gemeenschap de volle zegening van God niet meent te ervaren, wiens schuld is dat dan? Misschien is het wel mijn schuld omdat ik toch nog iets meer had moeten geven. Of, als ik het niet ben, wie is dan de boosdoener die een obstakel tot het ontvangen van de volle zegening is? Gaan we dan loten en wie aan het kortste eind trekt moet bijbetalen?
Maar wat bedoelt Warren met "de volle zegening?" Hoe ziet dat eruit? Hoe voelt dat? Wanneer weet ik of de zegening vol is?
Persoonlijk voel ik me best wel vol, hetgeen overigens een zeer subjectief iets is en afhankelijk van vele factioren, maar ik heb altijd het idee dat het nog wel wat voller kan en nu ben ik me af gaan vragen wie in mijn omgeving nog aan krenterigheid lijdt.
Wollig taakgebruik en vreemde definities zetten je in ieder geval aan het denken: "Nederigheid houdt simpelweg in dat we zuiver en zonder vooroordelen onze sterke en zwakke punten kunnen inschatten (137)." Wel een heel vreemde definitie! De gedachten dat een zuivere en onbevooroordeelde inschatting van eigen sterke en zwakke punten mogelijk zou zijn gaat wel erg ver. Hoe kom ik op een punt in mijn leven dat ik dat allemaal zuiver en onbevooroordeeld kan doen? Is het niet zo dat iedereen, altijd en overal, zichzelf en anderen in toch enigzins door besmette lenzen ziet?
Ik verwacht niet dat de gemiddelde lezer net zo kritisch boeken leest als ik en dat men er snel doorheen leest en overgaat tot het samen nadenken over de vraag hoe dat Samen Leven gestalte krijgt en wat mij in de weg staat om me aan dat Samen Leven te kunnen geven.
Overigens is het van belang dat we nadenken over de vraag wat het betekent om een gemeenschap van gelovigen te zijn. In ons individualische Westen zijn we het idee en de praktijk van "gemeenschap" al heel lang kwijt. Echt samen vindt je bijna nergens meer. Daarom is deze oefening van veertig dagen doelgericht Samen Leven van belang.

04 april 2011

Religie sterft uit

Gisterenavond las ik in Time Magazine dat er momenteel negen landen zijn waar religie min of meer uitgestorven is, of dat punt spoedig bereiken. Helaas werd bij deze mededeling niet uitgelegd wat daarmee wordt bedoeld. Een duiding van wat de mededeler verstaat onder religie zou helpen om het een en ander te begrijpen. Nu ben je aan je eigen gedachten, ideeën en gevoelens overgeleverd om zo'n mededeling een plaats te geven. Betekent het dat in landen zoals Australië(een van die negen landen) de overgrote meerderheid van de bevolking aangeeft "niet religieus" te zijn? Waarschijnlijk is dit de achtergrond van de uitspraak in Time.
En wat bedoelt iemand wanneer hij aangeeft "niet religieus" te zijn? Geen georganiseerde religie? Geen geloof in een onzichtbare God of een mogelijk hiernamaals? Het heeft er allemaal mee te maken. Maar is het mogelijk om "niet religieus" te zijn?
Is "niet geloven" ook niet een geloof? Of het door zelfgeformuleerde normen en waarden geconstrueerde eigen referentiekader van de mens? Leeft niet iedereen volgens en binnen bepaalde kaders? Maken we niet allemaal keuzes op grond van overtuigingen betreffende de waarde en rechten van de mens? Dat klinkt dan misschien minder religieus maar strikt genomen is het dat wel.
In Wikipedia is onder andere dit te vinden over religie:

Religie is een menselijk verschijnsel dat zijn oorsprong vindt in het bewustzijn van zijn eigenstandigheid. De individuele mens ziet zichzelf als een eenling tussen vele anderen, geworpen in een wereld/universum waarvan hij door middel van het ontwikkelen van zijn bewustzijn en denkvermogen afstand kan nemen. Deze 'eenzaamheid' of 'individualiteit' is al duizenden jaren object van menselijk denken en is onder andere verwoord in het verdrijvingsverhaal in Genesis. Met behulp van religie probeert de mens zich te herverbinden met de ander en de wereld en probeert een verklaring te bieden voor deze 'breuk'.

De meeste mensen zijn bezig met dit "herverbinden." Met een god, de natuur, de medemens of wat dan ook. De enige niet religieuze mens is die mens die zich bewust afkeert van het proces van herverbinden en zich daarmee sociaal isoleert. Alleen A-socialen zijn de ware en enige niet religieuzen. De rest van de mensheid, die overeenkomstig een aangeboren drang naar verbondenheid op zoek is en bezig is met dat herverbinden, is gewoon religieus.
Zo'n schande is het niet om te erkennen dat we zoekend zijn naar zingeving en betekenis. Stoppen met zoeken lukt maar moeilijk, ook al zijn velen het zoeken beu omdat de meeste systemen die herverbindingen in de aanbiedingen hebben, geen soelaas bieden en niet tot het Leven leiden.
Om te stellen dat religie uitsterft is hoe dan ook veel te kort door de bocht. Zolang er leven is zal er religie zijn. Dat zoeken is de mens gewoon eigen.

03 april 2011

Echt! Heel vervelend

Bah, al die bomen en frisse lucht. Wat een straf om hier een weekend door te brengen. Zojuist m'n laatste sessie 'afgeleverd'. De deelnemers heb ik maar weer het bos ingestuurd om het een en ander te verwerken en op papier te zetten. Vanmiddag nog even op de koffie bij de voorzitter van het Deense OM bestuur. Ook een Jan die ik al jaren 'kan' maar al eeuwen niet meer heb gezien of gesproken.

02 april 2011

Stilte gezocht


Het is wonderlijk wat stilte met een mens doet. De tijd lijkt te vertragen en het ontbreken van stimuli die de zintuigen prikkelen maakt dat je geoncentreerder kunt werken. De wat stille groep bepaalt me bij de hoeveelheid geluid die ik produceer. Om de vijf sessies van 90 minuten niet te beperken tot al te lange monologen laat is deelnemers regelmatig in kleine groepjes werken. De laatste sessie van vandaag wordt aan de hand van enkele simpele instrucies individueel in het bos doorgebracht. Vanavond rond het kampvuur zal er worden gerapporteerd. Ik welke zin heb je je beeld van God bij moeten stellen? Wat meen je van God te hebben gehoord en hoe kun je weten of God wel of niet tot je heeft gesproken? Hoe ziet een leven tot Zijn eer eruit? Deze en andere vragen zullen de revue passeren en als deelnemers zich veilig genoeg voelen zullen ze ook vertellen over hun grootste innerlijke worsteling. Dat, en gebed voor elkaar werkt bevrijdend. Opnieuw voel ik me bijzonder bevoorrecht om een dergelijk weekend in zo'n bijzondere omgeving te mogen leiden. Morgen nog twee laatste sessies en dan weer naar huis.

01 april 2011

In het midden van niets

Ofwel 'in the middle of nowhere.' Iets buiten Kopenhagen, in de buurt van een meer en omringd door bossen en velden. Aardedonker en vrijwel komplete stilte maken het beeld kompleet. Met een kleine 20 man is het Life Direction weekend aardig gevuld. Klein genoeg voor goede groepsinteractie en groot genoeg dat mensen zich niet afvragen of het wel wat is. Vanavond de eerste sessie gedaan: Waar is God mee bezig? Waarom is Hij er überhaupt aan begonnen en hoe kan een alwetende God nu spijt hebben van iets waarvan Hij van tevoren zou moeten hebben geweten dat het niet best zou aflopen. Over het grotere verhaal, welke plaats mijn leven daarbij inneemt, hoe God in verleden en heden spreekt en wat Christus dreef om te doen wat Hij deed. Met als afsluitende vraag 'waarom kom jij 's-morgens uit bed?' Het is Zo'n voorrecht om dit te kunnen doen en om in zo'n inspirerende omgeving te zijn. Jammer alleen dat Martha er niet bij is. Die had zich kompleet uit kunnen leven in mooie wandelingen.
Kreeg ook nog een berichtje uit Emmeloord dat zich een nieuwe maandelijkse financiële supporter heeft aangemeld. Broodnodig en zeer bemoedigend!

Glanzend als een bergje tarwe

Wie zou de mooie buik van een vrouw omschrijven als "glanzend als een bergje tarwe tussen de lelies"? De geliefde lijken toegang te hebben tot een onuitputtelijk bron van beelden en associaties die de liefde voor elkaar omschrijven.
Stadmensen voelen niet dezelfde verrukking bij het zien van een bergje tarwe tussen de lelies. "Je oksel is als de volmaakte ronding tussen de A13 en de A20," zou hen meer aanspreken. "Je benen zijn als langzaamrijdend tot stilstaand verkeer tussen Delft en de afslag Berkel en Rodenrijs." "Je neus fier als de Euromast." Toch werkt dat niet zo sterk omdat we deze moderne beelden niet per se met schoonheid associëren.
Schoonheid en liefde gaan samen. Liefde in haar puurste vorm is als het mooiste kunstwerk ooit gemaakt. Het kan niet anders dan dat bij het lezen van Hooglied een gevoel van heimwee wordt opgewekt: "dat is het, dat wil ik ook, zo moet het zijn." "Hoe mooi is de liefde! Het heerlijkste wat je verlangen kunt! (Hooglied 7:7). Maar wat is de wereld er ver vanaf! De zonde, de naar binnen gekeerde en zelf verheffende surrogaat van liefde, is tot in de diepste poriën van het bestaan doorgedrongen. Wanneer zal de aarde recht worden gedaan? Sommigen menen God te horen spreken en vluchten naar een terp in Aalten. Anderen menen dat er een globale samenzwering aan de gang is die medio 2012 plotseling tot een halt zal worden geroepen en er een tijdperk van vrede aanbreekt. Weer anderen zien de profetieën uit de Bijbel letterlijk in onze tijd uitkomen (al komt daar wel heel wat creatieve en suggestieve interpretatie bij kijken); van de week waren deze drie varianten te zijn op Uitgelicht.
Is men het leven dan zo beu? Wil men zo graag dat er een eind aan komt? Te midden van alle onrecht en haat om ons heen is een verlangen naar recht en liefde heel goed te begrijpen. Het gevaar schuilt hierin dat we onze energie gaan steken in het ontwikkelen of interpreteren van allerlei theorieën. Druk doend gaan we dan misschien te makkelijk voorbij aan de opdracht om liefdeverspreiders te zijn. Dat glanzende bergje tarwe moet meer zijn dan een beeld. het is het geloof in aktie.

Koopmanshaven en de beperkte impact van een preek

Vanmorgen vertrek ik naar Koopmanshaven dat een bijna net zo rijke geschiedenis kent als eigen vertrouwde Aemestelle, waar juist ten zuiden ervan vliegmachines opstijgen en landen. Een ervan zal mij naar mijn bestemming brengen. Veel zal ik niet te zien krijgen van Kopenhagen. Het Life Direction Seminar begint op vrijdagavond, gaat de gehele zaterdag door tot net na de lunch op zondag. Dan heb ik nog een paar uur voordat ik weer naar Amsterdam terugreis.
Life Direction; door de jaren heen heb ik het seminar al zo vaak gegeven dat ik de zeven sessies zo'n beetje kan dromen. Mensen blijven worstelen met het horen van Gods stem, hebben nog steeds een oppervlakkig en eenzijdig begrip van roeping en gaven van de Geest. De traditionele manier waarop we onze kerkdiensten vorm geven geeft maar bar weinig ruimte voor gavenontwikkeling. De predikant bereidt de dienst voor en leidt deze. Inbreng van anderen is summier en de preekstoel is en blijft van de aanvoerder. Die wordt daar immer voor betaald. Het "iedereen heeft wat," gepromoot door de apostel Paulus, tref je nog veel te weinig aan. Daar is een cultuuromslag voor nodig. Maar ook aanpassingen in theologische-, en lekenopleidingen. Het maken van discipelen, toch de voornaamste opdracht die Jezus zijn eerste generatie Goed Nieuws verspreiders meegaf, vraagt dat een voorganger of predikant meer een trainer is dan een man/vrouw die saaie of boeiende, nuftig retorische monologen houdt.
Het overdragen van kennis betekent nier per se dat er iets geleerd wordt. Daarvoor moeten mensen met de overgedragen informatie aan de slag. Om die brug te slaan is creativiteit nodig en een realistischer duiding van 'de preek.' De impact van de preek, sinds de reformatie centraal staand in de eredienst, als instrument om het Woord Gods aan Zijn volk duidelijk te maken, wordt naar mijn mening overschat en moet veel meer zijn dan een bezinning of overdenking. Welke predikant durft z'n toehoorders bij de stof te betrekken door vragen vanaf kansel of katheter te stellen. Nee, geen retorische, maar echte waarop echte mensen een antwoord moeten geven.
Nu wordt deze blog geschreven door zo'n prediker die het best wel lastig vindt om, in plaats van een monoloog voor te bereiden, nu opeens na te gaan denken over leer- en verwerkingsvormen. Dat kost veel te veel tijd! Een monoloog is makkelijk en het publiek in de kerk is erop getraind om stil te luisteren; de indruk te wekken dat het allemaal goed is. "Mooi gepreekt meneer," hoor ik wel. Een beetje preek doet pijn! Raakt de ziel? Appelleert en roept op tot actie. Wat "mooie preek?" Die van mij missen sowieso schoonheid. Tevergeefs zoekt men de 'bullet points'. "Mooi? Fijn! Maar wat ga je ermee doen?"
Een weekend lang optrekken met een kleine groep mensen. Interactie. Conversatie. Samen worstelend zoeken naar antwoorden. Of alleen maar tot een juiste formulering van een belangrijke vraag komen. Ik heb zin in Kopenhagen en zie uit naar verhalen van mensen die getuigen van veranderingen in hun leven. Levenskoersen die bijgesteld worden. Prioriteiten die door elkaar geschud worden. Wat een voorrecht om op zo'n manier met een groep jongeren op te mogen trekken. Het voelt als een kado. En dat is het ook.