28 oktober 2019

Vergeven van bananen

Gisteren weer eens tamelijk kort door de bocht gegaan met enkele observaties en uitspraken aangaande vergeving. Aanleiding was de vraag van Petrus hoe vaak hij iemand moet vergeven als die iemand iets verkeerd tegen hem doet. Of zeven keer misschien genoeg was. Het antwoord van Jezus is dat 70 keer zeven maal vergeven wat dichter in de buurt van het juiste antwoord komt. 490 keer is op z'n zachts gezegd lichtelijk absurd, zo niet onmenselijk zeker als je dat afzet tegen het feit dat velen al moeite hebben, of gewoonweg weigeren om iemand één keer te vergeven voor kwaad hem of haar aangedaan.
"Gewoon doen" was de samenvatting van de betreffende paragraaf in mijn overdenking.
En dat is nu wat ik "kort door de bocht" noem. De werkelijkheid is namelijk vaak weerbarstiger en vooral ingewikkelder.
Dan heb ik het niet over incidenten waarbij de buurman 12 jaar geleden een bananenschil over de schutting in mijn tuin gooide en er sinds die tijd tussen hem en mij een steeds groter wordende verwijdering is ontstaan en we de rijdende rechter invliegen om recherche en uitspraak te doen en, uiteraard, mij in m'n gelijk te stellen en de buurman te straffen.
Iemand die een bananenschil tussen hem en zijn buurman in laat komen heeft "issues" en vraagt om een schop onder z'n kont.

Nee, er zijn helaas vele situaties te bedenken waarbij het "even vergeven" net zo absurd is als het idee van 490 keer vergeven en waarbij een lang proces nodig is voordat men eraan toe komt zich uit de emotionele, fysieke en/of psychologische klauwen van de pleger van het onrecht bevrijd te zien worden.
Slachtoffers van geweld, seksueel en andere misbruik, diefstal en ander zwaar onrecht, kunnen maar bar weinig met de vermenigvuldigingsfactor 70. Ze willen wel loskomen, maar het onrecht is van dien aard dat er sprake is van een niet kunnen en hulp door derden vaak nodig is om tot een enigszins bevredigende afsluiting te komen. Ik schrijf enigszins omdat de wonden vaak zo diep zijn dat overgebleven littekens gemakkelijk en veelvuldig opspelen. In min of meerdere mate zal men voor de rest van het leven door die wonden getekend blijven. Er zijn er die sterk, of zelfs sterker uit zo'n proces komen en de tekening zelfs weten om te buigen tot een verrijking van het leven en een hulp voor anderen. Maar dat is niet aan een ieder gegeven.

Aan hen die te maken hebben met onrecht op banenschilniveau bied ik geen excuses aan. Je weet wat je te doen staat. Stop met steeds maar weer over die verrekte schil glijden.
Aan hen die het slachtoffer zijn van onrecht dat boven de banenschil uitstijgt, vraag ik wel om vergeving. Wat ik hierboven heb beschreven is hoe ik er werkelijk in sta en de paar opmerkingen die ik er gisteren aan wijdde deden daar geen recht aan.
Op papier ziet het er allemaal zo simpel uit en kunnen we er zelfs een rekensommetje van maken. Het echte leven biedt daar echter te weinig ruimte voor. Die ruimte moet eerst gecreëerd worden.

Dank aan Nelleke Petit-Ros die me zonder met bananen te gaan gooien inspireerde tot deze mijmeringen.