28 maart 2021

Hoe Billie Bobslee zich brandde (BB1)

Een gevalstudie

Billie rekende alles nog een vierde keer na. Het kon niet anders of hij had een fout gemaakt in zijn best wel eenvoudige berekening. Maar ook na vier keer rekenen kwam hij uit op hetzelfde product. Tegenstrijdige gedachten flitsten door zijn hoofd en Billie merkte dat het zelfs effect had op zijn lichaam. Zijn hart klopte sneller en zijn handen voelden klammig aan. Als wat hij had berekend waar was zou dat direct gevolgen hebben voor hoe hij z'n hele leven de Bijbel had gelezen en in de toekomst zou lezen. Vertwijfeling begon in en om hem heen te kruipen. Als hij zulke gedachten en vragen in zijn leven toeliet zou zijn stevig door de kerk en door geselecteerde schrijvers geconstrueerde geloofshuis aan de fundamenten gaan schudden. Omdat hij zich geen beeld kon vormen van hoe dat geloofshuis er vervolgens uit zou gaan zien, nam Billie het besluit de zaak af te doen met het vasthouden aan de keus om de al lang geleden ingezette geloofsreis te vervolgen op de wijze die hem was geleerd: volg het hart en niet de rede.

Drie jaar later realiseerde Billie zich dat hij niet geslaagd was in het van zich afschudden van het conflict tussen zijn enerzijds door kerk en kring aangemoedigde eenvoudige geloof en anderzijds zijn verlangen naar begrijpen en onderzoeken. Integendeel: vergeleken met drie jaar eerder was het kabbelende beekje van vragen uitgegroeid tot een storm in zijn hoofd en hart. Waar kan ik terecht met mijn vragen en observaties zonder meteen afgefakkeld of verketterd te worden? De dominee? Dat was niet vanzelfsprekend. Die verkondigde regelmatig vanaf het podium dat wij, christenen, geloven dat de Bijbel letterlijk waar is, een dag één dag is en niet korter of langer, de aarde niet ouder kan zijn dan zo'n 7000 jaar en dat je alleen kans maakt op een plaatsje in de hemel als je gedoopt bent.

Dan maar de kring proberen. Dat kwam eigenlijk wel mooi uit want de kring was net begonnen in het boek Exodus waar de tot de verbeelding sprekende uittocht uit Egypte zo mooi verhaald wordt.

Op de kringavond was het niet helemaal gegaan zoals hij gehoopt had, maar helaas wel verwacht.

Het gaat dus om 600.000 mannen van boven de twintig, vrouwen en kinderen niet meegerekend, plus een grote groep mensen van allerlei herkomst en zeer veel vee?

De kringleden lazen het nog eens na en knikten bevestigend: Ja, dat staat er.

En die gingen in één nacht door de Schelfzee waarbij God op wonderlijke wijze in een droog pad had voorzien? Na een korte schriftcontrole volgen opnieuw bevestigende knikjes: Go, Billie, go!

Mogen we ervan uitgaan dat de meeste van die mannen getrouwd waren en 1 of 2 kinderen hadden? Daar werd even over nagedacht omdat het wat suggestief was en er niet letterlijk stond maar daarvan vond men dat het een aannemelijk, zij het wat conservatieve berekening was.

Dat zijn dan, pak hem beet, zo'n twee miljoen mensen plus een heleboel vee. Als we er nu van uitgaan dat ze vier breed en op Corona-afstand liepen, hoe lang zal de rij mensen dan ongeveer geweest zijn?

Eén kringlid, een IT’er die ook nog kon hoofdrekenen, kwam binnen vijf seconden met het antwoord: 750 kilometer, vee niet meegerekend en voegde daaraan toe dat het in het echie een veel langere sliert geweest moet zijn vanwege het vee enzo.

En die hele groep trok in één nacht door de zee?

De discussie, suggesties en alternatieve manieren waarop je hier naar kon kijken werd na twintig minuten door de kringleider afgerond en deels opgelost door te stellen dat we een God van wonderen dienen die in Zijn wijsheid en macht het mogelijk maakte om de gehele operatie in één nacht uit te voeren. Op pastorale en enigszins vaderlijke toon had hij er aan toegevoegd dat als we dit soort zaken ter discussie stellen, we ons op glad ijs zouden begeven en de Bijbel aan gezag zou inboeten. En dat wilde toch niemand, zo had hij het veronderstelde groepsgevoel retorisch samengevat.

In het rondje "bidden voor elkaar" baden drie kringleden met passie en empathie voor Billie met de vraag of God hem toch alsjeblieft vast wilde houden en het kindsgeloof in hem wilde bevestigen.

Twee jaar later verliet Billie de kerk.

Wordt vervolgd....

Exodus 12-14

 


21 maart 2021

Als de klontjes minder klaar zijn

Achteraan. Links. Bij de nooduitgang. Dat was nu al een jaar of twee hun vaste plek op zondagmorgen. De uitgang lonkte maar de drang om te blijven was sterker; je loopt niet zomaar weg van je verleden, je vrienden, je sociale kring en je geestelijk thuis. Daar is wel wat meer voor nodig dan de frustratie over oppervlakkige, circulaire, dogmabevestigende 30 tot 40 minuten durende monologe bespiegeling van de spreker. Daar valt voor een tijdje nog wel mee te leven want er is altijd nog de koffie achteraf waar je je vrienden ontmoet en de verbinding met hen bevestigt.

Nee, het was meer het gevolg van een lang proces waarbij ze rondliepen met vragen die, gezien hun reeds afgelegde best wel lange reis in het geloof, niet gesteld hoorden te worden. De keren dat ze deze vragen wel stelden wisten anderen daar maar moeilijk raad mee en deed sommigen zelfs twijfelen aan de zuiverheid van hun wandel met God.

De leiders van de geloofsgemeenschap reageerden empathisch op hun vragen. Sommigen vonden dat ze er iets mee moesten doen terwijl anderen teruggrepen op oude, vertrouwde, flinterdunne rethoriek: blijven vertrouwen, ga ermee naar God, God heeft het beste met je voor....

Het onvermogen, of was het onwil, van de kerkleiding om er echt iets mee te doen deed hen na lang wikken en wegen besluiten om definitief door de deur onder het groene bordje de kerk te verlaten en hun geloofsreis zonder aansluiting bij het plaatselijke kerkje te vervolgen.

Het voelde als een bevrijding. Maar ook vreemd om zonder vaste ankerpunten of een gemeenschappelijk geloofsbelijdenis in het leven te staan en verder te moeten.

Ik heb geen onderzoek gedaan maar weet dat de groep links achteraan bij de nooduitgang in de Evangelische kringen groot en groeiende is. De een loopt vast op de voorspelbare vorm, de ander op de beleving en ego gerichte versjes waarvan er dertien in een dozijn gaan, weer anderen op een nieuw gevonden deelwaarheid die onvoldoende uit de verf zou komen of op schijnbare dogmatische zekerheden die het geloofsbelijden lekker compact en de geloofsreis meetbaar houden. Of men loopt vast op het juk van de beloofde geloofsverdieping, mits.

Zo lijkt het aan de oppervlakte. Daaronder zit echter een diepere laag van verlangen naar serieuze doordenking van de bestaansvragen, evenals filosofische en theologische fundamenten.

Die doordenking vraagt om een loslaten van gevestigde reformatorische-, evangelische-, pinkster-, volle evangelie, en andere denkbare kaders binnen de protestantse familie.

Bestaande groepen weten daar over het algemeen geen raad mee. Misschien omdat dat loslaten van kaders impliciet zou kunnen betekenen dat ze meteen en helemaal verdwijnen. Of omdat de groep links achteraan bij de nooduitgang betrekkelijk klein is en je al die gelovigen die voor in het midden zitten niet wil vervreemden en ze de bevestiging wil geven die ze zoeken en willen; "het was een fijne preek, broeder!"

Noem me een optimist maar ik geloof dat het mogelijk is dat bestaande kerken deze (noodzakelijke) doordenking kunnen faciliteren. Het vraagt onder andere om leiders die niet meteen van de leg raken als een schaap uit de kudde aan een dogma knabbelt en om leiders die zich identificeren met het proces dat zij die links achteraan bij de nooduitgang zitten doormaken en van harte daarin kunnen participeren.

Het is te simpel om de conclusie te trekken dat zij die verlaten, God de rug toekeren. Ze hebben vaak geen problemen met God maar eerder met wie de grootste groep heeft besloten dat Hij is en hoe het allemaal in elkaar zit.

God laat zich maar moeilijk duiden, behalve natuurlijk voor hen die vinden dat het zo klaar is als een klontje. Het gesprek over God, Christus, de Bijbel, ons bestaan, het leven en wat dies meer zij, moet constant in gang gehouden worden en zuurstof worden ingeblazen. Er mag nooit een laatse woord over gesproken zijn. De klontjesklaarders zullen zich daar niet thuis voelen.

Het door mij beschreven fenomeen is o.a. beschreven door Kathy Escobar in "Faith Shift" (isbn 9781601425430). Ik leen het graag uit!

"Faith Shift is a must-read for every doubter, misfit, or dreamer who has ever felt alone in the church."

10 maart 2021

Rentmeester zijn is niet zo mijn ding

Enkele keren per week loop/jog ik vroeg in de ochtend een rondje van zeven kilometer. Het geraas van de nooit eindigende stroom van verkeer is altijd dichtbij. Horendol word ik er van. Nooit rust. Nooit stilte. Zelfs de vogels lijken harder te fluiten om boven het gekmakende geraas en getier uit te kunnen komen. Soms stop ik even op het punt waar de Noorderbocht de A20 kruist en overzie het krankzinnig aandoende tafereel. De ene kant op achtervolgen de moderne jagers en verzamelaars elkaar richting Utrecht, de andere kant op snellen ze richting den Haag/Amsterdam of Hoek van Holland, om later op de dag in omgekeerde richting eenmaal thuisgekomen de oogst van de jacht samen met de hunnen in geïsoleerde en geïndividualiseerde holen te verteren. 

Ik doe er zelf aan mee en realiseer me dat alleen een pandemie een tijdelijke indamming van het fenomeen kan forceren. Er is  namelijk meer nodig dan een pandemie om de mens een stap terug te zien doen.

Toen ik het afgelopen weekend een interview las met Bill Gates viel mij zijn motivatie op om in oplossingen te denken, die haaks staan op het gangbare denken waarin consuminderen centraal staat en als uitgangspunt geldt bij het komen tot oplossingen. Zijn aanname is dat de mens zich niet zal laten bewegen tot een of meerdere stappen terug; elke verworven extra kilometer, salarisverhoging, wassende persoonlijke welvaart en wat al niet meer zal eerder worden bevochten dan ingeleverd. De spandoeken liggen al klaar. Voor het geval dat.

Gates zoekt oplossingen die het gevecht om verworven rechten overslaat; die strijd verlies je toch. Overigens is die aanname niet expliciet te vinden in het interview maar zeker impliciet aanwezig. Oplossingen moeten dan ook worden gevonden in een antwoord op de vraag hoe de jacht naar altijd meer kan worden bevredigd op een duurzame manier. Dat getuigt van realiteitszin.

De eerste opdracht die de mens kreeg was om rentmeesterschap te bedrijven over heel de aarde, de vissen, vogels en het vee en alles wat er verder nog rond rommelt (Genesis 1:26). Daar wordt ook wel het woordje "heersen over" gebruikt en dat klinkt al veel lekkerder dan rentmeesterschap. Een gezonde benadering van rentmeesterschap is dat je nooit meer uit en van de aarde weghaalt dan dat je teruggeeft. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat we, wat dit aangaat, misschien een ietsepietsie uit balans zijn geraakt (of is dat te overdreven?) en dat, als we dan toch richting een Apocalyps gaan, we deze over onszelf hebben afgeroepen en in gang  gezet. Daar is zelfs geen hulp van buiten meer voor nodig.

Maar goed, hier moest ik aan denken toen ik gisteren vanuit het nieuwe OM kantoor in Nijkerk terugreed naar mijn hol in Overschie. Ik stelde mezelf de vraag wat ik zou doen als ik geacht werd iedere werkdag ten kantore mijn opwachting te maken. Dat zou OM per jaar  ruim 8000 euro kosten (235 x 180km x 0.19). Mij zou het per dag 2 uur gedoe in het verkeer en een stukje auto kosten (19 cent is bij lange na niet kostendekkend). Wat ik dus zou doen is zo snel mogelijk verhuizen. Dat scheelt ergernis, kosten en, als er al een Richterschaal zou zijn om rentmeesterschap te kunnen meten, een nauwelijks waarneembare uitslag van de rentmeesternaald. Bovendien kan de werkgever die 8000 euro dan inzetten voor wat we de directe doelstelling noemen.

Als ik over OM zou heersen zou ik alle OM staf die voornamelijk vanuit kantoor werkt een forse verhuiskostenvergoeding als worst voorhouden om binnen een redelijke fietsbare straal van de basis te gaan wonen. Het is echter niet de vergoeding maar het geloof in gezond rentmeesterschap dat voldoende motivatie zou moeten zijn. Ik hoor sommige collega's al zachtjes denken, "droom jij maar lekker door, Jan". 

Wat ik nou zo jammer vind is dat als ik dit soort ideeën ventileer en articuleer, de mensen om me heen denken dat ik een grapje maak. Of op z'n minst ouderwets ben en deel uitmaak van een generatie die rentmeesterschap serieus genoeg neem om nog duizend(en) jaren vooruit te kunnen met onze mooi aarde; een variatie op de Maarten Luther in de mond gelegde te planten appelboom in het zicht van de Apocalyps.

Morgenochtend loop ik weer mijn rondje en zal op de Noorderbocht stilstaan en een beetje om mezelf lachen: de clown....

Afbeelding: De onrechtvaardige rentmeester. Ets van de Zwitserse kunstenaar Eugène Burnand (1850-1921)