16 december 2018

Verwaterde duurzaamheid

Nederland wil haar CO2 uitstoot in 2030 gehalveerd zien. Dat is besloten toen belangrijke mensen in 2015 in Parijs bij elkaar kwamen en dat vonden.
Ik vind dat ook belangrijk en draag mijn steentje bij. Zo ben ik een paar maanden geleden begonnen met minder vaak te ademen. Niet dat ik daar elk moment bewust mee bezig ben. Zo moet ik nog een oplossing vinden voor het reduceren van mijn CO2 uitstoot als ik slaap.
Ik heb wel het gevoel dat de mediacampagnes succes hebben, al zou het alleen al zijn omdat ik merk mij schuldig te voelen over het feit dat ik leef en door in en uit te ademen direct bijdraag aan de opwarming van de aarde. Zo is dagblad Trouw aan een moralistische en indirect vingerwijzende serie begonnen waarbij de lezer kompleet murw wordt gemaakt; eens in de week een koude douche moet toch kunnen. Alle koeien, varkens en andere eetbare dieren de wereld uit, te beginnen min mijn keuken. Jezelf naar een faillissement toewerken door 100 meter de grond in te boren, je dak vol leggen met zonnepanelen en je vervuilende auto weg te doen of te vervangen door een elektrieke voiture. Dat laatste is een knap staaltje van zelfbedrog aangezien iets en iemand die energie op moeten wekken en dat gaat eigenlijk altijd gepaard met het verbranden van dingen. Dat laatste gaat maar moeilijk zonder CO2 uitstoot.

Duurzaam is het sleutelwoord; een gezond evenwicht tussen economie, ecologie en 's-mensen wensen. Eenvoudig gezegd gaat het over de balans tussen wat ik wil, wat de ander aan mij wil verdienen en de rekening die het milieu daarvoor krijgt gepresenteerd. Ik ben geen profeet maar weet zeker dat het milieu het onderspit delft. Dat heeft namelijk niets te willen en heeft ook geen rechten waar het aanspraak op kan maken. Het enige waarop een beroep kan worden gedaan is de verantwoordelijkheid van de mens. Maar daaar is niet iedereen even gevoelig voor.
Omdat duurzaamheid erg hip is kom je het vrijwel overal tegen. Alsof mensen beter luisteren als je het woord duurzaam gebruikt. Het tegenoversgetelde is volgens mij waar. Als ik het woord duurzaam ergens tegenkom sla ik het artikel, of het boek snel en enigszins geirriteerd over.
De politiek, de architectur, de psychologie  - overal kom je deze illusie van "dit gaat echt langer dan vier jaar mee" tegen.


Ook de kerk heeft duurzaam ontdekt. Verkoopt beter en het klinkt lekker hip. Er is al een boek met de titel "de duurzame kerk," (niets nieuws te horen, alleen de taal is hip - tel het aantal keren "sustainable") en zijn er duurzame bedieningen (alleen nog in het engels, maar het komt vanzelf onze kant op). Ook in de organisatie waaroor ik met plezier werk hebben we het over duurzame bedieningen, trainingen, systemen en wat dies meer zij. Deze duurzaamheid heeft echter niets te maken met een gezonde balans tussen mens, milieu en economie maar met de verwachte toekomstbestendigheid van nieuwe initiatieven; alsof het toevoegen van "duurzaam" de voorspelbaarheid betreffende de houdbaarheid in de toekomst vergroot. Om daarover te praten vliegen velen de wereld ettelijke keren rond. Verre van echt duurzaam dus.
In Nederland zijn er overigens wel kerken bezig met duurzaamheid in de oorspronkelijk betekenis.

Dit is de eerste keer dat ik in een Blog over duurzaamheid mijmer. Meer voor mezelf dan voor anderen omdat het eigenlijk niet zo voor me leeft. Ik maak me eerder druk over het fenomeen dat een, op zich goede en noodzakelijk discussie, door jan en alleman gekidnapt wordt en vervolgens een geheel eigen leven gaat leiden waardoor de oorspronkelijke discussie verwatert.