16 april 2023

De liefde die sterker is dan de haat

Afgelopen week vroeg iemand mij hoe het zit met de tekst in Romeinen 9 waar staat dat God al voordat Jacob en Esau geboren waren, en dus nog niets goed of kwaads hadden gedaan, het volgende had besloten: "Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat (13)". Een terechte vraag is of dat wel eerlijk is. Geef die jongens toch een kans. 

Dit riekt naar onrecht.

Nee hoor, zegt Paulus, het heeft niets met onrecht te maken maar alles met de vrijheid zoals een pottenbakker die heeft over een homp klei; het staat de bakker vrij om te maken wat hij wil en als het gemaakte hem niet bevalt begint hij gewoon opnieuw. De klei zelf heeft daar niets over te zeggen.

De verhandeling van Paulus neemt een bizarre vorm aan als de lezer het pottenbakkergebeuren op zichzelf toepast; blijkbaar ligt alles vast bij God en of ik nu hoog of laag spring, protest aanteken of niet, het resultaat staat vast: al voor je geboorte ben je of verkozen of afgewezen. Nou, lekkere God zeg!

Dan lees je verder en kun je niet anders dan tot de conclusie komen dat het in Romeinen 9 helemaal niet over de individuele lezer gaat. Dat is even wennen want evangelicalen, evenals vele reformatoren, zijn gedrild om de Bijbel als persoonlijke, aan hen gerichte brief te lezen en te interpreteren. Dan ga je al gauw de mist in met conclusies die op z'n minst angst aanjagen of leiden tot onverschillige berusting. Dat hele gebeuren met God, Jezus, geloof enzo.. 't zit allemaal muurvast want het is al besloten.

Het belang van het grotere verhaal; ik kan het niet genoeg benadrukken maar het lijkt aan dovemansoren besteed. We laten onze kinderen lustig zingen: "zoals klei in de hand van de pottenbakker, zo ben jij in de hand van de Heer" en "kneed mij, Here God, ook als het soms wel eens pijn doet". De ouders zingen met een gelukzalige glimlach mee; kijk eens hoe mooi mijn koter dit al kan zingen en hij is nog niet een drie jaar. De kindertjes vervolgen hun leven met het idee dat ze niet meer zijn dan een hompje klei in de hand van de Eeuwige die daar mee doet wat Hem goeddunkt. 

Verder lezen dus. In de Romeinenbrief gaat het niet expliciet over mij, of over jou. Impliciet uiteraard wel, want we maken deel uit van een groter verhaal: In Christus verlost God allen: wat mijn volk niet was, zal ik mijn volk noemen; wie mijn geliefde niet was, zal ik mijn geliefde noemen (:25).

Dat was even wennen voor de Joden die dachten door hun aparte status een ecxlusieve plek bij de Eeuwige toegewezen te hebben gekregen.

Het is even wennen om te horen dat het Goede Nieuws inclusief is en niemand uitsluit.

Je plek op het pottenbakkerswiel delen met anderen waarvan je altijd dacht dat ze er niet bij hoorden; vanaf het begin der tijden voorzag God al in ruimte voor allen.

Die klei, gaat niet om mij

maar om jou en mij daarbij

08 maart 2023

En wat er toen uit de broekzak tevoorschijn kwam....

Hoe verwoord ik de enigszins dwingende uitnodiging, die Jezus als een roepen uit de verte aan zijn eerste leerlingen voorlegt, zo dat de moderne mens begrijpt dat het gehoor geven aan dat roepen feitelijk een beslissing is om een reis te ondernemen waarbij het ontdekken van wie Hij claimt te zijn, centraal staat. Als Hij zegt de weg, de waarheid en het leven te zijn, wat betekent dat dan en wat gaat dat mij aan? Het leven dat Hij voorstaat en dat de volger zich gaandeweg eigen maakt zal telkens weer opnieuw aan de vraag naar betekenis onderworpen moeten worden. 

Vrede met God, zonde, dood, nieuw leven, nieuwe schepping, liefde, geloof, bekering, vertrouwen, nog een keer dood, kapotte dingen, kapotte mensen, genezing, heling, vrede in het hart, overgave, twijfel, ongeloof, genade, een met God, verzoening, verlossing, bevrijding; even een paar woorden en begrippen waar de Bijbel vol van staat. En dan zijn er mensen die hierover praten alsof het 1) de gewoonste zaak van de wereld is, 2) net doen alsof ze begrijpen waarover ze het hebben en 3) menen God uit hun broekzak tevoorschijn te kunnen toveren. Nou, dat gaat dus niet, hè.

Een aantal jaren geleden heb ik besloten me niet langer een beeld van God te vormen. Dat is verdraaid lastig en vrijwel onmogelijk. Alle beelden die ik door de jaren heen heb gevormd zijn een optelsom van wat ik denk, vind of voel dat God is plus wat ik meen te begrijpen uit de Bijbel, daarbij selectief die passages kiezend die me wel bevallen. Dat levert een aantal fantastische beelden op; een lieve God, een bozige God (met een kort lontje), een afstandelijke God, een nabije God, een belonende God, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar waar kom je uiteindelijk op uit? Laat God zich eigenlijk wel beschrijven of verbeelden? Het verbod op het maken van gesneden beelden helpt (Exodus 20:4-6). Een gesneden beeld is namelijk niets meer dan een subjectieve interpretatie en wordt binnen de kortste keren een idool, een afgod. Voor je het weet vergaap je je aan een karikatuur en volg je een afgod. De beeldenstorm in mijn hoofd had een gunstig effect omdat er uit de gruzelementen de vraag oprees: "wat dan wel? wat nu?"

Zo kwam en kom ik uit bij Jezus, het beeld van de onzichtbare God. God in een mens, vlees en bloed. Nu hebben we het opeens ergens over. Hij spreekt een taal die ik begrijp en leert mij dat al die eerdergenoemde abstracte woorden en begrippen wel degelijk iets van substantie hebben. Hij weet deze te vertalen naar verhoudingen tussen mensen onderling, tussen de mens en God maar ook de relatie tussen de mens en zijn dingen, zoals zorgen, spullen en de aarde. Wat Hij daarover te zeggen heeft raakt mij diep. Tot in mijn ziel. Daarom volg ik. Zijn woorden transformeren. Langzaam, maar zeker. Te langzaam naar mijn zin maar het is even niet anders.

Ik volg Hem. Niet omdat er een hemel in het vooruitzicht wordt gesteld of om weg te blijven van een of andere hel (daar bestaan ook weer talloze fantastische ideeën over, incusief "artist impressions") maar om wie Hij is en om wat Hij heeft gedaan. Het is zoals een van zijn leerlingen het verwoordde toen een groot aantal leerlingen besloot om de reis met Hem voortijdig  af te breken en Jezus aan het kleine clubje dat overbleef vroeg of ze er ook niet van tussen moesten: "Waar zouden we heengaan? U hebt woorden van (eeuwig) leven."

Daarom ook blijf ik me inzetten om het verhaal van Jezus te vertellen en hen die zich in 2023 zijn leerlingen noemen aan te moedigen en toe te rusten om te blijven volgen. Afhakers zijn er namelijk genoeg. De meeste afhakers die ik ken, haken niet van God af (dat is ook lastig met een God die maar blijft aanhaken) maar van wat het christendom van dat aanhaken heeft gemaakt (lees ook mijn waarschijnlijk nooit te verschijnen "Aanhakers: rechten, plichten en onmogelijke verwachtingen die de weg naar een geloofscrisis en het afhaken van het geloof in God vereenvoudigen"). 

Kortom, hoe dat mysterie zich zo laat verwoorden dat de mens er voldoende van begrijpt om aan te kunnen haken; het blijft een uitdaging. Toch heb ik goede moed want het is diezelfde Bijbel die mij helpt begrijpen dat de mens niet meer kan doen dan getuigen en dat het de taak van de Heilige Geest is om die voorzet in te koppen. Dat ontspant.

26 januari 2023

Wegrotten in de woestijn

Had ik toch de puinhoop aangehaald die twee oude van dagen, hun dagen slijtend met een langzaam dovende hoop op een beloofde zoon (waaruit een groot volk zou voortkomen), over hun leven hadden afgeroepen door een oplossing te fabrieken die ook vandaag op z’n minst enkele wenkbrauwen zou doen fronsen.

Omdat de beloofde zoon uitbleef; het eierdoosje van de vrouw was al enige tijd leeg, mag de man het van zijn vrouw met de huishoudster doen. Die wordt prompt zwanger en daarmee is het probleem van de onvervulde belofte opgelost totdat de bejaarde vrouw dertien jaar later op wonderbaarlijke wijze toch zwanger wordt en negen maanden later, jawel, een zoon baart.

De dynamiek van het verhaal en met name tussen de twee vrouwen verandert hierdoor, escaleert, met als uiteindelijk gevolg dat de betreffende huishoudster en haar zoon met een lunchpakket en een flesje water de woestijn in worden gestuurd. Overlevingskans: nihil. Tenzij..

De belover in het verhaal geraakt door het gestuntel van de bejaarden niet al te zeer van z’n stuk en verbreedt de gedane belofte. Die wordt nu all-inclusive. Ook de andere zoon wordt een groot nageslacht in het vooruitzicht gesteld. Twee zoons, twee volken.

Kwam er na afloop van de dienst iemand naar me toe met de vraag/stelling dat ze niet beter wist dan dat het ene grote volk de Joden waren en dat andere grote volk de moslims. Zelf had ik daar met geen woord over gerept of iets in die zin gesuggereerd maar realiseerde me wel dat deze gedachte representatief is voor wat menig christen geleerd is om te geloven.

Het is een logisch gevolg van het lezen van de Bijbel alsof alle verhalen vorige week zijn gebeurd. De betekenis en interpretatie wordt daarbij met het grootste gemak naar de actualiteit van vandaag getrokken. De duizenden jaren die er tussen toen en nu zitten worden slinks weggewuifd of -gemoffeld. Dat scheelt namelijk een hoop geschiedenisboeken lezen. En wie zit daar op te wachten? Bovendien hebben we de experts die met hun kenniskaravanen door Nederland trekken om de gelovigen bij te spijkeren; in twee uur of in vijf avonden helemaal bijgepraat! En dat allemaal objectief en loepzuiver...

Als je onderzoek doet naar het nageslacht van Abraham kom je op het bizarre spektakel, dat we internet noemen, alle mogelijke antwoorden tegen met volgens mij de enige plausibele conclusie dat we het niet echt kunnen weten. Er is sindsdien teveel water naar de zee gestroomd.
De islam is zich pas in de zevende eeuw gaan verspreiden. De vraag of de moslims tot het nageslacht van Ismael behoren, lijkt mij daarmee beantwoord. Bovendien hang een moslim de islam aan. Dat is een religie en niet een volk.

Frappant is echter dat het verhaal, zoals we dat vinden in Genesis 15 tot 21:21, de lezers en duiders als bijna vanzelf doen verzanden in een discussie over genealogieën, terwijl aan de kern, of de kernen van het verhaal, met de relevante tijdloze theologische en antropologische toepassing wordt voorbij geschaatst.

Eigen karavaan notities: 

  • God eert zijn belofte en raakt niet van zijn stuk als de mens linksaf gaat waar rechtsaf de bedoeling was.   
  • De mens moet leven met de gevolgen van de keuzes die hij maakt en is er verantwoordelijk voor. 
  • Door gestuntel en misbruik van positie en macht maakt de mens slachtoffers. Die slachtoffers hebben weinig tot geen keuzes of opties en betalen de prijs: enkeltje woestijn. 
  • In die woestijn is God dichtbij. Hij ziet en Hij hoort. Zelfs als de mens Hem niet ziet of hoort(*).
  • God lost het probleem niet, of slechts deels op.


(*) Hierom is de Bergrede en zijn de zaligsprekingen (Matteüs 5-7) relevant voor vandaag. De zaligsprekingen hebben een sterk eschatologisch karakter die uitzicht bieden in de vaak inktzwarte werkelijkheid van situaties waarin de mens zich kan bevinden.

Illustratie: Marc Chagall, Hagar in de woestijn

20 januari 2023

Een fantastische beste versie van mezelf?

Onlangs beleefde ik, zij het van een afstandje, de presentatie van een veelbelovende training. In eerste instantie kon ik gemakkelijk meegaan in het verhaal over het belang van goede communicatie en aanhangende, belangrijke thematiek. Het wijd open luisterluikje klapte echter helemaal dicht, zelfs een stukje verder dan dicht, toen de presentator suggereerde dat de training van tien weken "de beste versie van jezelf" in je naar boven zou brengen.

Om een niet zo heel duistere reden kan ik me bijzonder opwinden over dit soort retoriek dat past in de huidige tijdgeest van opgeblazen verwachtingen aangaande het zelf: Het ware zelf, het authentieke zelf, alles wat God je bedoelde te zijn, je ding vinden en doen.... Er zit een zekere logica achter die tamelijk resoneert bij iedere min of meer zelfbewuste ontvanger van dit soort boodschappen. De meeste mensen zijn zich ervan bewust dat ze leven vanuit een gevoeld of zichzelf aangepraat tekort op de akkers van het levensterrein.

Ben ik de beste vader, echtgenoot, communicator, burger, spreker, werknemer, opa, buurman, verkeersdeelnemer? Van mij krijg je een volmondig "nee" op alles te horen. Regelmatig fantaseer ik over hoe in mijn verbeelding de beste vader, echtgenoot, communicator en de rest van in het rijtje genoemde rollen en verantwoordelijkheden eruit ziet. Fantasie en werkelijkheid staan hierbij mijlenver uit elkaar. Er zijn momenten dat ik mezelf voel wegzinken in sterke gevoelens van neerslachtigheid en melancholie als ik teveel inzoom op de te overbruggen afstand en me realiseer dat het leven te weinig tijd biedt om die brug naar enige tevredenheid te construeren. Ik moet mezelf dan toespreken, herpakken en er gewoon voor de volle 100% voor gaan vanuit de wetenschap dat ik maar één uitgangspunt heb en dat is wat we de werkelijkheid waarin we hier en nu leven noemen. Daar zal ik het mee moeten doen. Een fantasie najagen is onuitsprekelijk vermoeiend en demotiverend. Alle trainingen, cursussen en preken die anders beweren zouden in de ban gedaan moeten worden.

Tien weken?
Als er één les is die communicatie-experts ter harte dienen te nemen is het om nooit méér te beloven dan kan of zal worden waargemaakt. Iedereen weet inmiddels dat de aangeprezen revolutionaire, superkrachtige, meest innovatieve turbostofzuiger ooit, binnen een dag geleverd, uitgepakt en in werking gesteld, gewoon een stofzuiger is met flubberige plastic buizen en slecht passende accessoires.
Blijkbaar niet iedereen want men blijft ze kopen.

Is er dan niets om te verbeteren en na te streven? Het zwartste scenario is het besluit dat de wereld om ons heen maar moet accepteren dat ik ben zoals ik ben, zonder ook maar enige ambitie om kleine en grotere stappen te zetten om die (iets) betere vader, echtgenoot en wat dies meer zij, te zijn. Dat zijn nare mensen in de omgang: zwartgallig, gedesillusioneerd, uitgereflecteerd of nooit geleerd om te reflecteren en iets met feedback te doen.

De prettigste mensen in de omgang zijn zij die hun tekort erkennen, er verantwoordelijkheid voor nemen en het de volgende keer beter doen. Dat geloven zijn en dat kunnen zij. Dat zijn ook de mensen die niet geloven in de tien weken illusie en dat voldoende kunnen relativeren om die training wellicht toch maar te gaan doen.

Die laatste groep; geef mij er tien van en we komen de rest van de winter wel door.

Foto Pixabay: Peggy und Marco Lachmann-Anke