21 april 2020

Gevoelig geloof



Het is opmerkelijk dat in de huidige tijd de beleving centraler is komen te staan en/of zelfs leidend in de individuele en collectieve geloofspraktijk. “Het voelde gewoon goed;” zo motiveren velen hun beslissingen waarbij de serieuze gelovige God er ook bij haalt: “De He(e)r(e) bevestigde het in mijn hart.” De Bijbel maakt het de mens niet gemakkelijk door het overdadige gebruik van “het hart.”
De een ziet daar een aanleiding in om de stem van zijn/haar hart te volgen omdat God daar door zijn Geest intrek genomen terwijl een ander, zoals ondergetekende, aanleiding ziet om dat hart (arglistig en dodelijk – Jeremia 17:9) slechts te wantrouwen.

De strijd tussen wat er voorrang moet krijgen, de rede of de beleving, is nog lang niet gestreden en kan denk ik niet echt opgelost worden; er bestaat geen definitief antwoord: ze co-existeren. De voortdurende dialoog tussen beide grootheden is en blijft de weg voorwaarts.
Beleving is onderhevig aan meerdere interne en externe factoren. Een minimaal kortsluitinkje in het menselijk brein kan een tot dan toe bestendige beleving radicaal veranderen. Beleving is daarmee een grillig dingetje. 

Een te zwaar accent op de rede is echter ook geen betrouwbare leidraad voor het geloof. Daar waar in verleden en heden de (vermeende) rede een pleit moe(s)t beslechten mondde en mondt dat in veel gevallen uit in een bloedbad. De geschiedenis van de reformatie is daar een beschamende getuige van met wereldwijd letterlijk miljoenen doden over een periode van zo’n 150-200 jaar waarin het protestantisme terrein veroverde. Al weken lang loop ik rond met plaatsvervangende schaamte bij het lezen van de geschiedenis van het protestantisme (overigens een geweldig boek van Alec Ryrie “Protestanten”). Ten grondslag aan al die strijd ligt de ene keer de rede, de andere keer de beleving en weer een andere keer economische, financiĆ«le of sociale belangen. Al met al weinig of niets om trots op te zijn of de Heer voor te loven en te prijzen.

Hoewel bij mij de rede centraler staat (mijn gevoel speelt spelletjes met me en kent een grillig verloop) is het geloof en de beleving ervan een interactie tussen wat ik weet (of denk te weten) en de zintuigen. Het sterke van gevoel is dat het persoonlijk is, heel diep gaat en me niet ontnomen kan worden – ik kan het niet eens of oneens zijn met jouw gevoel. Wel kunnen we het hebben over waar die gevoelens vandaan komen en welke factoren een rol spelen bij de totstandkoming van een beleving.

De rede heeft als voordeel dat je het kunt beargumenteren, bevragen en bekritiseren. Je kunt er een boom over opzetten.
In Jezus’ interactie met zijn volgelingen die, net als wij, de neiging hadden zaken behoorlijk complex te maken, wist Hij regelmatig de zaken scherp te zetten: “Heb God lief bovenal en je naaste als jezelf.” Waar deze gouden regel leidend is voor de praktijk van het (geloofs)leven kunnen we vervolgens praten over rede versus gevoel, in het besef dat zelfs deze cruciale discussie een secundaire is.