20 april 2018

De tragedie van het "voltijds voor God werken"

Zelfkritiek mag wel. Toch?
Af en toe?

In een communicatiedingetje van mijn eigen club las ik vandaag de volgende vraag: "Ben jij op zoek naar jouw plek in Gods Koninkrijk?"
Als het antwoord op deze vraag "ja" is, denken wij te kunnen helpen middels een zendingsweekend.

Maar er zit toch echt wel het een en ander verborgen in die vraag.
  • Ik zie er de mogelijk aanname in dat de zending en het koninkrijk synoniem zouden zijn.
  • Of dat het koninkrijk te maken heeft met een van de drie opties die OM als speerpunten kent: Of bidden, of geven, of gaan. Een combinatie van deze drie kan ook, of zelfs alledrie tegelijk.
  • Het kan ook impliceren dat het werken voor een zendingsorganisatie binnen het domein van de regering van God valt. Een baan binnen een niet christelijk bedrijf, valt daar dan buiten?
Ik ben eigenlijk wel benieuwd wat de collega die deze vraag, misschien wel gedachteloos neerpende, dacht en zag. Of gelooft. Of hoe zijn/haar wereldbeeld en godsbeeld er eigenlijk uitziet. Ik zal het eens navragen.

Hoe dan ook, het is en blijft een vreemde vraag.


God, in de metafysische* zin, is overal en alles valt onder zijn regering. Dus ben je in principe al op jouw plek in Gods koninkrijk. God is namelijk net zo aanwezig op de bloemenveiling, in de fabriek, op het kantoor, in de kraam- of huiskamer en in de straat als op een plek waar christenen samenklonteren om iets te doen wat een evangeliserend of een samenkomend karakter heeft, zoals wellicht in een kerk het geval zou kunnen zijn. Het is niet zo dat de lucht daar wat dikker of voller is met Zijn tegenwoordigheid.

Ik denk dat de bedenker van de niet zo heel erg pakkende/wervende vraag bedoelt dat als iemand nadenkt over de vraag over hoe hij of zij talenten, gaven en passies in kan zetten in de uitvoering van de opdracht die Christus aan de kerk gaf om volgelingen van Hem te maken over de hele wereld, wij wellicht een stukje op weg kunnen helpen.

Zo bestaat er meer kretologie binnen mijn wereld waar ernstig kritische vragen bij gesteld moeten worden omdat het impliciet een wereldbeeld opdringt en in stand houdt dat simpelweg on-Bijbels is. Zo kom ik ook tegen: "voor God werken" Of: "God full time dienen."Werkelijk tenenkrommend.
Als het niet zo tragische was zou ik er om kunnen lachen.
Nee, het dualistische wereldbeeld is verre van uitgeroeid en wordt mede door de taal die we binnen de wereld van de zending bezigen in stand gehouden.

Moest ik even kwijt

*  Metafysica is de wijsgerige leer die niet de werkelijkheid onderzoekt zoals ze ons gegeven wordt uit zintuiglijke waarneming (fysica), maar op zoek gaat naar het wezen van die werkelijkheid en wat haar constitueert.


08 april 2018

Lelijke eendjes? En nu wegwezen!!

"Wees gewoon jezelf" en "dicht bij jezelf blijven"; het zijn suggesties en adviezen die menigeen tot de verbeelding spreekt. De geest van de tijd heeft een klimaat gecreƫerd waarin de zoektocht naar het "ware zelf" als een belangrijk levensdoel post heeft gevat. Het gegeven dat ieder mens uniek is, lijkt voor velen een te mager concept. Het plastic eendje moet afgepeld worden, laag voor laag, totdat het levende eendje met echte veertjes gevonden wordt. Bevrijdt van alle last uit het verleden, napraterij, trauma's en wat al niet meer, staat de ware ik vervolgens in het leven: zelfverzekerd, authentiek, echt, niet langer te intimideren en niet meer als slachtoffer.

Het ego is echter weerbarstiger en het idee dat er ergens een authentieke versie van mezelf te vinden is, een illusie.
Wie ik ben wordt mede bepaald door mijn omgeving, cultuur, taal en de daaruit voortvloeiende dogma's (*). Dogma's worden in het algemeen geassocieerd met het domein van de religie maar in werkelijkheid zijn dogma's op alle terreinen van het leven te vinden.
Dogma's zijn uitermate belangrijk omdat ze de mens helpen om enigszins vat te krijgen, te hebben en te houden op de grote levensvragen: "Wie ben ik, waar kom ik vandaan, waar ga ik naartoe, waarom ben ik hier", enz.
We kunnen het aan de instituten overlaten om deze vragen voor ons te beantwoorden maar velen kiezen voor de optie om ze te beantwoorden binnen de kaders van het zelf waarbij men meent dit los van de heersende dogma's te kunnen doen. Zo kennen we naast institutionele dogma's dus ook de persoonlijke dogma's.
De weg door het leven die de minste weerstand biedt is deze waarbij de bestaande dogma's niet bevraagd of betwijfeld worden. In sommige kringen staat dat bevragen en betwijfelen als verdacht te boek, of zelfs als ketterij. De bevrager en twijfelaar wordt dan ook al snel als onruststoker gebrandmerkt.

Vorige week hadden we een familiereunie. Neven en nichten plus de nog in leven zijnde stamhouders. De reden dat ik hier enthousiast over ben en alles in het werk zal stellen om daarbij te zijn is dat ik juist hier antwoorden vind op de vraag wie ik ben en waarom ik ben zoals ik ben. Nu wil ik natuurlijk niet overdrijven maar het voelt toch wel zo: "ik ben mijn familie." Het is geen perfecte familie. Er heeft zich voldoende drama afgespeeld om er een twaalfdelige televisieserie (zou een dramakomedie worden) van te maken.
Maar het is wel mijn familie. De dogma's binnen dit familiesysteem hebben mij gevormd. In zekere zin is elke familie haar eigen dogmatische systeem.
Ik kan ervoor kiezen om te zeggen dat ik niet bepaald word door mijn familie en helemaal geen behoefte heb aan dit soort "tijdverspillende" initiatieven: "Ik ben wie ik ben en daar staat mijn familie helemaal buiten."
Het is juist deze ontkenning die de weg naar het beter begrijpen van het zelf in de weg staat.
Ik omarm het en het vervult me met trots. Het nageslacht van Jan den Ouden (1895-1983) en Gerrigje Boom (1899-1966): Gave luitjes! Me ophouden met hun nazaten levert een bijdrage aan het begrijpen van de puzzel die in mijn geval ook Jan den Ouden heet. En pas als ik begrijp, ben ik in staat om te veranderen.
Ik ben mezelf dankzij anderen. En niet ondanks (hoewel dit ook wel een beetje waar is).

(*) Een dogma is een fundamenteel concept ter onderbouwing van een gedachtegoed; daarom wordt de aanhanger van dit gedachtegoed geacht er niet van af te wijken en het nooit te betwisten of te betwijfelen, ook al ontbreekt ieder wetenschappelijk bewijs.