17 november 2019

Een beetje vent staat voor zijn raam

Twee jonge gassies, nog geen twintig jaar oud, stonden naast de Plus, bij de ingang van de parkeergarage. Naast hen de tot de standaarduitrusting behorende display met grotere en kleinere geschriften, waaronder de periodieken "Ontwaakt!" en "Wachttoren." De koppen spraken voor zich: "De zoektocht naar waarheid, Is dit leven alles wat er is, Heeft het leven nog zin, Zes levenslessen voor je kind, Zullen we ons ooit veilig voelen?" enz..
Zoals te doen gebruikelijk maakte ik een praatje met ze en deduceerde dat ze te jong waren om vanaf de straat gerekruteerd te zijn en dus in het JG nestje moesten zijn grootgebracht. Dat bleek zou te zijn.
Beiden waren er snel bij om me ervan te verzekeren dat ze hier niet stonden omdat ze moesten, maar als gevolg van een persoonlijke keuze en een passie, samen met een flinke snuf opdrachtsbesef, om er voor Jehova op uit te gaan en voor Zijn naam op te komen.
Ze vroegen of ik mormoon was. Nee, dat was ik niet en deed vervolgens mijn best om in enkele zinnen uit te leggen hoe het raamwerk van mijn geloof eruit ziet; ongeveer vier hoeken, wat planken en natuurlijk een raam.

We vonden elkaar al snel in de hoeken en de planken maar besloten dat het raam anders is per groep en zelfs per persoon.


De meeste geloofsgemeenschappen vinden elkaar wel in de hoeken en de planken. Het is dat verduivelde raam dat alle ellende, tweestrijd, scheuringen, oorlogen, wijs-, en andere neuzen teweegbrengt.

Het "wij en zij" denken bestaat overal; mijn raam moet zijn raam zijn. Dat raam geeft de mens een plek, een identificatie, geborgenheid en een aanleiding om de ander, desnoods met geweld, ertoe te bewegen zijn raam op te geven en te erkennen dat er een beter raam bestaat, namelijk: mijn raam.

Te denken dat er zoiets bestaat als "het enige raam dat het juiste zicht verschaft" is een illusie. Nu hoor ik sommigen uit de kringen waarbinnen ik mezelf beweeg en toe reken, roepen dat het enige raam Jezus is. Maar daar zou ik het mee oneens zijn. Jezus is een hoek en geen raam. En we kunnen het er best snel over eens worden dat Jezus een hoek is maar hoe kijken we dan naar Hem? Juist, door een raam. En zo begint het weer van voren af aan.

Ik wenste de jongens van harte Gods zegen toe en vervolgde mijn weg.

De man zocht er zijn leven lang naar maar het bleek te ver weg en dieper verborgen dan diep. De reden dat hij het niet kon vinden, hoewel hij zijn zoektocht nooit op zou geven, was dat de mens een eenvoudig schepsel is, zo door God gemaakt, maar die mens heeft talloze gedachtespinsels (Pr. 7:23-29).