20 november 2017

Ik moet wel beter zijn dan de rest

Mensen die een kunstje hebben bedacht en dat ook nog eens goed uit kunnen voeren worden, mits  door voldoende andere mensen gewaardeerd, in status verheven. Hen wordt een bepaalde hogere mate van gezag toegekend. Ze mogen aanschuiven en meepraten bij het nepotistische DWDD, worden geïnterviewd door respectabele dag- en weekbladen en hun ‘TED talks’ worden tienduizenden keren bekeken op Joetjoep.

Gezag, ontleend aan prestaties, heeft slechts een beperkte levensduur; het is de meest breekbare van de verschillende gezagsbronnen. Een goede acteur waarmee de helft van de wereld vandaag nog op de foto wil en wiens prestaties in het kwadraat worden bewierookt kan zomaar de paria van morgen zijn. Een minder slechte acteerprestatie ligt daar niet aan ten grondslag. Zo’n mindere prestatie kan worden verzoend en weggestreept tegen betere prestaties in het verleden of toekomst.

De zwakke plekken in het karakter die door omstandigheden, of anderen, openbaar worden gemaakt, zijn voor de media wat fastfood is voor de verder niet nadenkende consument – snel opgeslokt en verwerkt om vervolgens via het riool weer onderin het ecosysteem terecht te komen. Wassen, knippen, scheren, föhnen; het oordeel is geveld – eigenlijk vond ik hem als acteur nooit zo goed, er was iets….

Waar ik mee worstel is de vraag waarom me bij alle ophef en gedoe rondom recent gevallen en nog te vallen goden een gevoel van hypocrisie bekruipt. Misschien ben ik teveel beïnvloedt door de woorden van Jezus die zich tot het publiek en beulen van een te stenigen overspelige vrouw wendt met de woorden “wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.” *
Nu zijn de zwaktes in mijn karakter natuurlijk lang niet zo erg als die van de echte schooiers.


Toch?

* Ze druipen allemaal af: Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten hem alleen, met de vrouw die in het midden stond. Jezus richtte zich op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Niemand, heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’ (Johannes 8)