Veel van mijn Indiase studenten worstelen met de Engelse taal. Hun vocabulaire is beperkt en sommigen zouden wat hulp van een logopedist goed kunnen gebruiken. De professor van week 1 is een Brit en spreekt een soort van "Queens English" en dan nog heel erg snel ook. Bovendien lardeert hij zijn referaten met typisch Engelse humor. Ik zie mijn medestudenten fronsen, concentreren en proberen; een enkeling legt het bijltje erbij neer en stopt met proberen.
De afgelopen twee weken zit ik tussen Rebecca en Santosh in. Om de zoveel minuten vragen ze me wat de beste man (het blijft toch heel erg een mannenwereldje; geen vrouwelijke professoren hier) zegt of bedoelt . Ik ben blij dat ik ze wat kan helpen. Vorige week, bij het vak "Strategic Planning", hadden ze in eerste instantie geen idee waar de best man met 38 jaar ervaring in het ontwikkelen van stategische plannen het over had. Dertig uur trok ik met ze op en hielp ze naar best kunnen. De een had het uiteindelijk door en de ander vraagt zich nog steeds af wat er die dertig uur nu eigenlijk gebeurde.
Nu ga ik straks naar huis en moet als opdracht strategische plannen gaan ontwikkelen. Ik heb via het internet meteen wat boeken besteld over organische groei. De Brandaris bijvoorbeeld, je weet wel die kerk waar ik part time voor werk, beschouwt zich als een organische gemeente. Groei plan je niet, groei gebeurd (of niet). Organisch betekent dat je meedrijft met het tij van het gebeuren (lekker abstract). Omdat het "God is die de wasdom geeft" wordt plannen, met name lange termijn plannen, gezien als een activieteit waarbij God de ruimte wordt ontnomen om het op Zijn manier en in Zijn tempo te doen. Toch wordt er wel degelijk gepland. Vaak korte termijn of reactief als problemen zich (organisch) presenteren. De "emergent church movement" beschouwt zich als meer organisch dan strategisch.
De lessen uit strategische plannen hebben mij heel veel geleerd. Vooral over waarom dat veel dingen waarvoor ik zes jaar geleden visie had niet zijn verwezenlijkt op de manier dat ik dacht, of we als gemeenteleiders dachten. De belangrijkste reden dat veel visieplannen en strategien stranden is dat deze als voorstel werden ingediend. Ook al wordt er vervolgens ruimte voor dialoog en discussie gegeven, het plan ligt er en wordt toch door alle participanten als voorstel beleefd waar men voor of tegen is.
Ik heb me voorgenomen om dat nooit meer te doen. Als er al aan visieontwikkeling gedaan wordt, moet ik anders beginnen om vanaf het startpunt draagkracht te kunnen genereren met behulp van een 'appreciative inquiry' (misschien later meer hierover).
Goed, genoeg hierover, deze blog is al veel te lang. Ik ga ontbijten en kijken of ik nog een aantal Indiase medestudenten van dienst kan zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten