Communicatie blijft iets wonderlijks. De prof heeft geluisterd en we werken nu af en toe in groepjes. Eerst in vier groepen van 15. Dat is nog veel en veel te groot. De keer daarop stelde ik voor om in kleinere groepen op te splitsen. Het is en blijft spannend om dat publiekelijk te doen. Als de prof onzeker is, houdt hij vast aan zijn vier grote groepen. Gelukkig was hij niet te onzeker en stemde toe zodat we in groepjes van zes, zeven onze eigen ontdekkingen konden doen. Zelf ontdekken is altijd een betere methode dan het opvolgen van instructies of het luisteren naar een monoloog in de hoop dat mensen het oppikken. De Indiers kwamen en komen tot leven en ik val niet langer in slaap. Bij de terukoppeling vanuit de kleineree groepen veranderen al de ingetogen, zwijgzame Indiers in ongeleide projectielen. Schitterend vuurwerk. Een oudere student werd onder boeh geroep gedwongen om weer te gaan zitten. De massa wint en de man zit.
Het is triest om te merken dat veel Indiers (onterecht) opkijken tegen blanken. In kleine groepen gaan ze ervan uit dat de blanke voorzit, en het woord voert. Om dat om te draaien en de Indiers voorrang te geven.. ga er maar aan staan. Ik moet pertinent weigeren om voor te zitten of namens de groep het woord te voeren. Daar gaat vaak een aantal minuten mee verloren.
Regelmatig word ik door mannen en vrouwen benaderd die met me mee willen naar Nederland. Ze leven met de fantasie dat alles in het Westen fantastisch is; levensstijl, vrijheid, geld en middelen. Hoe vertel ik ze dat het in het Westen vrijwel uitsluitend draaait om hebzucht?
Aan de andere kant, geef ze eens ongelijk. Voor veel van mijn medestudenten is tegenstand en vervolging een realitieit. Sommigen zijn met de dood bedreigd en/of in elkaar geslagen, en anderen leven met de realiteit van vervolging tegen de christenen waarbij het uitzicht op de dood geen sprookje is (met name studenten die uit het Noorden van India komen).
Gisteren belde ik met Martha en ook zij had een ‘down’ dag. Vandaag ziet het er allemaal weer zonniger uit.
Het is triest om te merken dat veel Indiers (onterecht) opkijken tegen blanken. In kleine groepen gaan ze ervan uit dat de blanke voorzit, en het woord voert. Om dat om te draaien en de Indiers voorrang te geven.. ga er maar aan staan. Ik moet pertinent weigeren om voor te zitten of namens de groep het woord te voeren. Daar gaat vaak een aantal minuten mee verloren.
Regelmatig word ik door mannen en vrouwen benaderd die met me mee willen naar Nederland. Ze leven met de fantasie dat alles in het Westen fantastisch is; levensstijl, vrijheid, geld en middelen. Hoe vertel ik ze dat het in het Westen vrijwel uitsluitend draaait om hebzucht?
Aan de andere kant, geef ze eens ongelijk. Voor veel van mijn medestudenten is tegenstand en vervolging een realitieit. Sommigen zijn met de dood bedreigd en/of in elkaar geslagen, en anderen leven met de realiteit van vervolging tegen de christenen waarbij het uitzicht op de dood geen sprookje is (met name studenten die uit het Noorden van India komen).
Gisteren belde ik met Martha en ook zij had een ‘down’ dag. Vandaag ziet het er allemaal weer zonniger uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten