N.a.v. Blog 3 vraagt Kees waarom ik doe wat ik hier doe als het met zoveel gezucht gepaard gaat. Dat is een vraag waar ik wel eerder over heb nagedacht en heb daar ook wel een antwoord op.
1) Een formele studie met graad "bevrijdt" mij van OM. Ik wil niet het gevaar lopen in OM te moeten blijven omdat ik niets anders kan. Niet dat ik de intentie heb om bij OM weg te gaan maar ik heb geen idee hoe mijn leven er over twee, drie jaar uitziet.
2) Beïnvloeding door prediking is iets wat ik heel graag doe maar de komende jaren wil ik me meer gaan toewijden aan het lesgeven. Deze academische graad geeft mij een gelegenheid om de levens en het denken van de toekomstige geestelijke leiders te helpen vormen.
3) Mijn verwachtingen waren hooggespannen toen ik aan de studie begon. In sommige gevallen komen die verwachtingen overeen met wat wordt aangeboden. In andere gevallen in het geheel niet en valt het aangebodene me gewoon tegen. En dat heeft niets met het onderwerp zelf te maken maar vooral met de manier waarop, en het tempo (gebrek daaraan) waarin het wordt aangeboden. Gortdroge lezingen over welk onderwerp dan ook roepen aversie bij me op. Het is niet geheel mijn leerstijl.
4) Als ik opnieuw voor de keuze zou staan, zou ik het weer doen. Ondanks mijn regelmatige gemiep en gegriep heeft het leren met anderen en in een andere cultuur een behoorlijke impact op me en de manier waarop ik bijvoorbeeld nu (s)preek. Miepen en griepen lijkt ook inherent te zijn aan het weg zijn van huis. Ik heb altijd heimwee. Tegelijk ben ik een bijzonder bevoorrecht persoon dat ik dit kan doen!
5) De 30 uur "Theology of Worship" van de afgelopen week sterkt mij in de overtuiging dat er meer gesproken en gestudeerd worden over de "Theology of Worship"maar dan wel op zo'n manier dat er niet alleen informatie wordt gegeven maar dat het op zo'n manier gebeurd dat mensen zelf ontdekken dat er wellicht iets schort aan hun referentiekader en vervolgens samen zoeken naar cultureel relevante oplossingen die er toe bijdragen dat we een leven in aanbidding kunnen leiden dat recht doet aan de Bijbelse betekenis en invulling daarvan.
6) In het kader van Zorg voor onze Werkers, hetgeen ook inhoudt dat we ze helpen bij hun geestelijk en academische ontwikkeling, is het van belang dat de training die we ontwikkelen en aanbieden van voldoende kwaliteit is om, waar mogelijk en relevant, geaccrediteerd wordt. Dat heeft tot gevolg dat we binnen onze organisatie voldoende (academisch) nivo in huis hebben om dat te kunnen waarborgen. Dit is een gevoelig onderwerp. Zelf ben ik ervan overtuigd dat dit de toekomst van Zending is. De wereld verandert en ook de manier waarop we tegen zendingswerk aankijken. Op die veranderingen moeten we inspelen en zo nodig zelf voorop willen lopen om deze te promoten.
Dat zijn toch meer (economische) plussen dan minnen om maar met Kees de Kort(economie commentator BNR radio)te spreken.
BeantwoordenVerwijderenPunten 2 en 6 zijn het zeker waard om door te gaan.
Da's duidelijk!
BeantwoordenVerwijderenNu kan ik het zuchten wat plaatsen. Lijkt me heel goed ook missiewerk een professioneel kader te geven.