Voor mijn studie ben ik met mijn laatste opdracht bezig: worship. Hoe zou het toch komen dat de mens de neiging heeft om het leven, het wereldbeeld of Gods bedoelingen te reduceren tot een thema. Hoe komt iemand ertoe om te geloven en als een marktkoopman iedere gelegenheid aan te grijpen om de ander ervan te overtuigen dat dat het allemaal om ..... gaat. Zo kan iemand zijn of haar wereldbeeld en geloof reduceren tot een CO2 voetstap, onze verhouding met en tot de natuur, geestelijke strijd, Israël, de Heilige Geest, liefde, aanbidding enz.. Zo kan iemand beweren dat het in de Bijbel maar om een ding gaat en dat is aanbidding. Misschien is het voor een professor die de opdracht krijgt om een academische 'free elective' over aanbidding te ontwikkelen nodig om dat vanuit een soort van tunnelvisie te doen; een soort van extreme uitvergroting van een deelgebied, maar als er dan verder geen enkel dwarsverband te vinden is met de rest van het leven, heb je volgens mij ook een beetje last van vakblindheid. Hoe zou dat voelen als je de hele dag alles wat je leest, ziet en beleeft door een aanbiddingsbril, Israël bril of een geestelijke strijd bril ziet? Is het een gebrek aan intelligentie? Het is moeilijk om de doorgeleerden daarvan te beschuldigen. Ik denk dat het eerder te maken heeft met onzekerheid en angst. Het onderwerp waarvan iemand iets veel weet gaat functioneren als een anker dat houvast biedt in de onzekerheid. Als een soort van zwart gat worden alle andere zaken van het leven opgezogen en aan dat anker verbonden. Het idee dat men nu het leven (en de zaken over God) weet te duiden; men heeft de 'juiste' bril gevonden,' schept een vorm van zekerheid, een anker dat op zichzelf staat, wat over de bodem schuurt maar bij de eerste de beste storm het nodige en solide houvast mist omdat het nergens echt aan vast blijkt te zitten.
Mensen met dit soort zware ankers zijn ook geen prettige gesprekspartners. Ze lijken niet open te staan voor mogelijke andere interpretaties. Toegeven dat het leven ingewikkelder in elkaar steekt betekent voor hen niets minder dan het verloochenen van dat anker: weg zekerheid. het is niets anders dan een vorm van afgoderij.
Een van de zaken die ik uit de studie van aanbidding meeneem is de neiging van de mens om niet de Schepper te aanbidden, maar het geschapene (Rom. 1). Ware aanbidding vindt plaats in geest en in waarheid en niet op een bepaalde geografische of theologische locatie. De Samaritaanse vrouw begreep dat en, door haar nieuw gevonden geloof in Christus, maakt ze de transitie van potentiële naar ware aanbidster. Het object, Gerizim, moet plaats maken voor het 'subject:' Christus.
Zoals een berg de plaats kan innemen van degene die de berg gemaakt heeft, kan aanbidding een afgod, een object worden. Dan hoor je aanbiddingsleiders ('backstage) voor de "aanbiddingsslot" dingen zeggen als: "Let's kick some worship," of "Let's warm them up." Aanbidding verwordt daarmee tot een object dat aan de man gebracht dient te worden, een 'ding' in zichzelf.
En daar kan het nooit om draaien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten