- Als je zonder twijfel vark of boerenkool eet, ben je gelukkig.
- Eet je vark of boerenkool maar hebt daar tegelijkertijd twijfels bij, dan handel je niet uit het geloof.
- Alles wat niet uit geloof gedaan wordt, is zondig (Rom. 14:22-23)
Nu was dat eten van vark, en andere zogenaamde onreine dieren en zaken, een hot issue in de vroege kerk. Het stond namelijk eeuwenlang op de lijst van verboden middelen. Het verlossende werk van Christus had echter ook een flinke verschuiving van zaken op de welles en de nietus lijstjes tot gevolg. Vark deed nu mee (handelingen 10). Echter, als dat eeuwenlang de traditie was, dan schakel je niet van het ene op het andere moment over.
De discussie ging ten diepste over de vraag over de reikwijdte van de verlossing. Daar komt geloof bij kijken.
Daarom is en blijft het een vraag van alle eeuwen.
In onze moderne tijd met haar nadruk op verlossing van zonde en redding voor de eeuwigheid, wat al voldoende stof tot discussie oplevert en onenigheid bewerkt, is de vraag over die reikwijdte enigszins ondergesneeuwd; het staat op het waakvlammetje.
Nu levert vark niet al te veel problemen meer op. Het is tegenwoordig een schoon beest; vreet geen plastic, batterijen of anderszins zwervend vuil en wordt intensief en gebalanceerd gevoed om in zo'n kort mogelijke tijd klaargestoomd te worden voor haar bestemming: opgerold en in een keurig netje bijeengehouden op mijn bord. Dat kan voor, tijdens of na Kerst zijn.
Of ik vind dat mijn vark een levenswaardig bestaan heeft gehad alvorens tot haar bestemming te komen is een gewetenskwestie. Kan ik het zonder twijfel of zelfverwijt eten dan ben ik een gelukkig mens. Mocht ik echter, door Marianne Thieme en companen bewustgemaakt van de miserabele en dieronwaardige omstandigheden waarin mijn vark tot haar bestemming komt, tot twijfelen worden gebracht over de ethische juistheid van het openknippen van het netje en tot het versnaperen van mijn rolletje vark overgaan, dan is mij dat tot zonde.
En zo past Paulus dit principe toe op alle eten en drinken. Vuistregel: als het een ander in mijn directe omgeving stoort: niet doen; "iemand voor wie Christus is gestorven, mag u niet te gronde richten door wat u eet" (Rom. 14:15). Dus, mocht ik ooit met de naamgenoot van mijn vrouw aan de lunch zitten, zal vark in haar netje blijven en geniet ik van een boerenkoolsalade met cashewnoten (of zoiets). Maar dan wel met een glas wijn.
De verlossing die Christus bracht, raakt alles. Het verlost mij van mij narcisme en recht op zelf. De ander eerst. De ander geen aanstoot geven. De ander dienen. Verlost van zonde, gered voor de eeuwigheid en in het hier en het nu vrij om te dienen.
Het is heerlijk om verlost te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten