Vanmorgen kon ik kiezen om te lezen uit Groot Nieuws, De NBV, de NBG, de Statenvertaling, de NIV, the NLT, Het Boek en The Message. Die vertalingen van de Bijbel staan letterlijk binnen handbereik. Daaromheen staan hulpmiddelen zoals The New International Greek Testament Commentary, The Expositor's Bible Commentary, de New International Dictionary of Old Testament Theology and Exegesis, de wat populairder Tyndale Commentaries en de New International Bible Commentary, aangevuld met de Systematic Theology van Berkhof, Oden en Grudhem en, last but not least, twee sets bijbelse encyclopedieën. Dan heb ik het nog niet eens over de schat aan hulpmiddelen die online gratis ter beschikking worden gesteld.
Maakt het van mij een betere gelovige? Die vraag overdacht ik toen ik eergisteren het programma van de EO zag, "God in de lage landen," met stip een van de betere series van de laatste vijf jaar.
Toen in 1637 de Statenvertaling onder de pers vandaan kwam, was dat niets minder dan de grootste geestelijke doorbraak voor de kerk in Nederland. Iedereen die kon lezen, kon nu zelf de Bijbel lezen. Daar was een jarenlange strijd aan vooraf gegaan. Er waren wel wat (deel)vertalingen in omloop maar die waren handgeschreven en van het eerste gedrukte Oude Testament (Delftse Bijbel) waren slechts 250 exemplaren in omloop. Waar het om gaat is dat de Bijbel bereikbaar werd voor de massa.
Kennis is macht. De priesters hadden kennis en dus de macht. Die gaven hun plekje niet zonder slag of stoot prijs.
Nu hebben we allemaal toegang tot kennis. En, dat is dan meteen ook de keerzijde, nu zij we dus allemaal experts. Helpt deze kennis de kerk om het beter te doen? We kunnen nu uitgebreid van gedachten wisselen en van mening verschillen over woordbetekenis, cultuur en context.
Zie voetbal. De toegang tot informatie over achtergronden, strategieën en filosofieën maakt van ons allemaal coaches. Achterover hangend op de bank, bier drinkend en chips etend weten we allemaal precies wat er moet gebeuren en welke actie moet volgen op de huidige.
Totdat we zelf het veld op zouden moeten: "Het is toch ingewikkelder." "Ja kom nou, ik kan helemaal niet voetballen." "Ach ik kan we tegen een bal trappen maar ik ga er zeker niet achteraan lopen."
Wat telt is het spel. Bij de introductie van de NBV hoorde ik regelmatig mensen zeggen dat ze het een slechte vertaling vonden (op grond waarvan dat oordeel was gevormd is me nog steeds onduidelijk). Dat soort uitspraken maakt mij nieuwsgierig want betekent dat dat zij een vertaling
hebben die nog beter uitlegt hoe we God en onze naaste moeten liefhebben?
Let op het spel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten