29 september 2009

David te Gat

Als David herkend wordt door zijn vijanden gedraagt hij zich als een waanzinnige. Kwijlend en krabbend wordt hij bij koning Akis gebracht die hem wegstuurt omdat hij al genoeg krankzinnigen in zijn buurt heeft. Ik vond dat vroeger al een stoer verhaal, hoewel een beetje mysterieus. David, de man die zo op God vertrouwde, vertrouwt hier op list en bedrog om het vege lijf te redden. Moet ik dat nu toejuichen of word ik geacht om een beetje te fronsen; een Godvertrouwer spreekt de waarheid, doet zich niet anders voor en gelooft dat God hem uit penibele situaties redt.
Kom, dacht ik, ik sla er eens enkele commentaren op na van wijze mannen die deze zaak hebben bestudeerd. Echter, de commentaren die ik in mijn E-sword programma heb zitten, doen er het zwijgen toe.
Misschien dat David's eigen commentaar helpt. Hij heeft er namelijk een liedje over geschreven. De songtekst vinden we in Psalm 34.
Het komt erop neer dat David zijn vondst om zich als een waanzinnige te gedragen aan God toedicht.
Als je Psalm 34 leest zonder het verhaal in 1 Samuel 21, is het een lied waaruit groot vertrouwen en een verlangen om God groot te maken spreekt. Als je ze naast elkaar legt krijgen we opeens een heel ander beeld. Een beeld waarin het menselijk vernuft en Gods leiding en uitredding samengaan.
Ik denk dat ik van David kan leren dat ons hele leven aan God toebehoort en dat een leven dat aan Hem is toegewijd door Hem wordt geleid. Zelfs vreemd gedrag is dan God geinspireerd gedrag.

Vanavond een seminar voor voorgangers en jeugdleiders over discipelschap en mentoring. Vandaag lekker de tijd om dat uitgebreid voor te bereiden en er iets goed van te maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten