Dat had ik beter niet kunnen doen; na aankomst i Melbourne dacht ik even te gaan liggen . Drie uur later werd ik wakker en nu, weer een uur later, ben ik nog half bewusteloos ik en ik denk niet dat het vandaag nog goed komt. Mijn idee om dit keer ook van de reis te genieten heb ik tot op het laatst uitgeprobeerd maar ik kan niet zeggen dat het een groot succes was. In de wachtkamer, waarin passagiers zich als vee verzamelen en waarvan uit men zich gedwee het vliegtuig in laat proppen, viel me een oudere, veel te zware en praatgrage vrouw op. Ze legde uit, aan wie het maar wilde horen, dat al haar kleren in haar cabinebagage zaten. Ze had daar een bepaalde overtuiging over maar ik had de knop al omgezet. Luid gebarend en pratend zie ik haar de slurf in verdwijnen.
Even later ga ik toch ook de slurf maar in. Het vliegtuig neemt mij in zich op en ik zoek mijn stoel. Ik vind mijn stoel. En met wie mag ik deze keer de stille strijd aangaan over het hoe en wat van de gedeelde armleuning (meer een ‘armstreepje’)? Je raadt het al, de oudere, veel te zware en praatgrage vrouw. Zij zat al, dus is de armleuning al een beetje van haar. Dat kan nog wel wat worden. Gelukkig was mijn buurvrouw niet totaal ongevoelig voor non-verbale signalen en ze besloot haar spervuur van luchtige niemendalletjes te staken toen ik geluidsreducerende dopjes in mijn oren begon te proppen. Vervolgens voelde ik me anderhalf uur schuldig dat ik de gelegenheid niet aangreep om haar het Evangelie te vertellen. Maar dat is helemaal mijn probleem.
Nu dus in Melbourne en ik bevind me in een mist van helemaal niets willen. Vanavond maar vroeg naar bed.
Hopelijk heb je de tijd bij te komen van 24 uur in 't vliegtuig zitten.
BeantwoordenVerwijderenKom gerust langs voor een bakkie als je in de buurt bent.
Groet vanuit een druilerig Melbourne, maar dat was je al opgevallen!