Gisteren te lezen op het CIP en de gedachte alleen al doet mij huiveren: God zou de kerk in Europa een les leren door haar af te breken. Het idee dat God zelf aan de wieg staat van de teloorgang van de kerk, is op z'n zachtst gezegd vreemd. Vreemd als je bedenkt dat Hij er op uit is om haar juist op te bouwen op grond van haar getuigenis dat Jezus de Christus is, de zoon van de levende God.
Nu kan ik me voorstellen dat, daar waar dat getuigenis verwatert, de belangrijkste voorwaarde voor groei wegvalt en het geheel af gaat brokkelen. Die afbrokkeling is dan een mensengebeuren en de mens is de verantwoordelijke voor de erosie van de kerk.
Na het artikel gelezen te hebben dacht ik er verder niet meer over na todat ik zojuist het eerste hoofdstuk van de Thessalonicenzen brief las. Deze groep gelovigen had een transformatie ondergaan die zo opviel dat er door iedereen in de omgeving over gesproken werd. De Thessalonicenzen hadden geen programma, een gelikte PR campagne of kunstig gevonden vormen die hun kerkje promootte. Hun getransformeerde levens waren het bewijs van de transformerende kracht van het geloof en wekte de nieuwsgierigheid van velen op.
Zonder de biochemie en psychologie ter zijde te schuiven, het geloof in God doet iets met de mens. De transformerende kracht van de Geest, die werkzaam is in de gelovige, is een krachtig bewijs voor de werkelijkheid van dat geloof. Het geloof in God is heeft voor velen een sterk "thuiskom" effect; op de een of andere manier klopt het, past bij de mens. Je komt deels in een mysterie terecht wat niet door biochemie of psychologie kan worden verklaard.
Het "thuiskom" gevoel (op bijzonder manier beschreven door Henri Nouwen in "Eindelijk Thuis," heeft alles te maken met een geestelijke realiteit waarbij de mens, door het geloof in Christus, als het ware wordt aangesloten op het hart van God. Daarmee vindt de mens zijn oorsprong.
De missionaire kracht van de kerk is niet te vinden in activiteiten die tot doel hebben om haar missionaire taak te legitimeren en een gevoel te creƫren "goed bezig" te zijn. "Goed bezig" zijn is belangrijk maar dat "goede" zou een vanzelfsprekend gevolg dienen te zijn van een innerlijke transformatie en motivatie die niet ten doel heeft om indruk te maken. Die innerlijke transformatie IS de indruk. En daar gaat men vanzelf wel vragen over stellen en over praten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten