De vrouw heeft geen kans gehad om zich intellectueel te ontplooien, had geen uitgebreide garderobe die de laatste modetrends reflecteerde en aan make-up deed ze ook niet. Haar huis is door de zon gebrand en het ontbrak haar aan de middelen om een leven buiten de zon en in schoonheidssalons door te brengen. Er moest gewerkt worden. Lange dagen. Broers, zussen; iedereen moest hard werken om de noodzakelijke levensbehoeften te vervullen. Geen tijd voor zichzelf. De belangen van de groep waartoe ze behoorde waren belangrijker.
Toch blaakt ze van zelfvertrouwen. Het leven had behoorlijk op haar ingehakt maar ze weet dat het haar ware schoonheid niet heeft aangetast. Ze is een mooie vrouw. Ze weet het en spreekt het uit. En is duidelijk verliefd. Idolaat van haar geliefde en op zoek naar een antwoord op haar liefde voor hem. De enige angst die ze heeft is dat ze dit antwoord moet gaan zoeken bij een ander. Haar geliefde lijkt zich namelijk te verbergen. Ze weet niet precies waar hij woont, hoewel ze wel aan zijn adres zou kunnen komen. Zonder hem te manipuleren spreekt ze haar angst uit om genoegen te moeten nemen met surrogaat liefde.
De gevoelens en verlangens zijn puur en echt. Je voelt de spanning tussen die twee terwijl we tot nu toe alleen haar kant van het verhaal horen. Na een paar verzen leef je al met haar mee: "Als dat maar goed komt. Als hij nu maar ziet hoezeer ze naar hem verlangt."
Zo begint de lofzang op De Liefde. In een paar brede penseelstreken wordt het verhaal neergezet. De herkenbaarheid in universeel. Verlangen naar de liefde die zich verborgen lijkt te houden. Het leven zelf staat tussen de onvervulde verlangens in. Dat neemt niet weg dat die verlangens echt zijn. Meer van Gods liefde. Alsjeblieft?
De manier waarop dat verlangen wordt vervuld is meer een proces waarbij de ontknoping wordt uitgesteld. De spanning blijft. Die lijkt zelfs nodig om de twee geliefden scherp en alert te houden.
Het beeld van een pelgrim dringt zich op. Altijd onderweg en nooit echt aankomen. Het is juist het doel, dat in de verte ligt, dat de pelgrim gaande houdt. Motiveert. Vult met nog meer verlangen en verwachting.
Vandaag reis ik weer een stukje verder.
Naar Hooglied 1:1-7
Geen opmerkingen:
Een reactie posten