24 januari 2020

Bittere tranen

Hij gaf hen nog een lunchpakketje en een fles water mee. Het tentdoek viel achter hen dicht. In de stilte die volgde zette ze het een en ander op een rijtje. Achter haar  alles wat ze had; werk, voedsel, onderdak, de rivaliteit met die andere vrouw en dat andere kind en nog wat ander gedoe dat in de beste families voorkomt. Vóór haar de hitte van de droge, lege woestijn. Kans op overleven: minimaal tot nihil. Ze vertrekt en zet de eerste stap richting einde verhaal.

Die andere vrouw had haar man tot deze rigoureuze stap gedwongen.
Eén man, twee vrouwen met elk één kind. Vroeger of later moet zoiets misgaan. Jaloersheid, de toekomstige erfenis (die ga je toch niet delen!), het verschil in klasse (de een puissant rijk, de ander een slavin); zet de klok er maar vast gelijk op!
Voorspelbaar is dat de rijke wint en de slavin aan het kortste eind trekt. Zo ook hier.

Hagar and Ishmael Jean-François Millet (1848-9)
Ronddolend door de woestijn is Hagar's veertienjarige zoon de eerste die door uitdroging en honger niet meer verder kan. Ze legt Ismaël in de schaduw van een struik en gaat zelf een kleine 200 meter verderop zitten omdat ze niet kan aanzien hoe haar kind sterft. Terwijl ze daar zo zit huilt ze bittere tranen. Het eind is op zichtafstand gekomen en wellicht door Hagar als welkome verlossing omarmd.

Nu heeft dit verhaal een aardig einde omdat God het gekerm van de jongen hoort, middels een engel in actie komt door te voorzien in water en ook nog eens een belofte doet dat een groot volk uit Ismaël zou voortkomen. Eind goed, al goed.

Ik bleef en blijf hangen bij Hagar's bittere tranen.

Welvaart bestaat bij de gratie van de Nietvaart omdat we het slechts kunnen zien tegen het licht van iets of iemand die minder wel vaart. Dat heb je ook bijvoorbeeld bij het idee van zegen, dat ook alleen maar ervaren wordt in contrast met "onzegen" of "vloek". Dat laatste klinkt meteen weer zo erg dat ik het liever heb over "onzegen" of "minder zegen".
In de sfeer van Spreuken zou je kunnen zeggen: "Het is beter om niet al te zeer gezegend of vervloekt te worden. Om al teveel gedoe te voorkomen vertoeft de mens het beste daar tussenin".

Die bittere tranen zijn de tranen van de machteloze en de weerloze. Van hen die altijd aan het kortste eind lijken te trekken en vaak makkelijke slachtoffers zijn van hen die meer hebben of meer willen verkrijgen. Van hen die de ander eerst als broedmachine inzetten en na gebruik bij het grofvuil wegzetten (hetgeen Hagar dus overkwam).

Die bittere tranen staan ook symbool voor het gemanipuleer van hen die zich dat kunnen veroorloven vanwege hun positie of welvaart. Abraham en Sara besloten zelf aan de knoppen te gaan zitten draaien toen hun geduld met God opraakte, hetgeen overigens volkomen begrijpelijk is. Dat maakt de zaak voor alle betrokken partijen alleen maar gecompliceerder met de bittere tranen van Hagar als uitkomst.

Die bittere tranen symboliseren ook de vele tranen die vaders, moeders en kinderen vandaag huilen om verlies, onrecht, misbruik en uitzichtloosheid. Het wrange is echter dat velen van hen geen engel uit de hemel naast zich zullen hebben die reageren op hun gekerm en voorzien in hun eerste levensbehoeften. Tenzij die engel verschijnt in de gedaante van een medemens.

De archetypische verhalen en karakters die we tegenkomen in de Bijbel leren ons onder andere dat God altijd een groot mysterie zal zijn. Die vogelen we niet eventjes uit, getuige duizenden jaren theologie die zou moeten verbinden maar vaker een splijtzwam blijkt te zijn.
Ze staan ook voor hoe we ons als mensen tot elkaar dienen te verhouden. In het Oude Testament al zichtbaar maar in het Nieuwe Testament geleerd, uitgewerkt en voorgeleefd door Christus: we zijn elkaars gelijken en van vergelijken is geen sprake meer.
Ze staan ook voor het gegeven dat zolang mensen samenleven, er altijd gedoe zal zijn.

En, zeker niet onbelangrijk, pas in de bittere tranen en het gekerm ontmoeten we God. Tot dat moment zijn we te druk met vergelijken.

1 opmerking: