Geluk geduidt in de Bijbel
De Bijbel reikt een perspectief op geluk aan dat afwijkt van de definitie van geluk waarmee ik de vorige Blog afsloot en plaatst het in een moreel/ethisch perspectief van waaruit de mens keuzes maakt. Een voorbeeld daarvan treffen we aan in de eerste Psalm.
Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, 2 maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.[1]
Dit roept meteen een aantal vragen op die doordenking en articulatie uitnodigen die verder gaat dan vaak oppervlakkig gebezigde 'eenzinners' die voortkomen uit impliciete en subjectieve ingevingen. Wat is kwaad? Wat is de weg van zondaars? Wat is een spotter? Hoe ziet het leven eruit van iemand die vreugde vindt in de wet van de Heer? Deze serie Blogs zou eindeloos zijn als ik daar uitgebreid op in zou gaan. Ik wil me dan ook beperken tot enkele observaties.In het Oude
Testament heeft geluk vooral te maken met het leven hier: een goed huwelijk,
een boel kinderen, spullen, dieren en vooral shalom; de optelsom van al het
goede. Ook wordt geluk gekoppeld aan wijsheid en kennis, keurig leven en het
gerespecteerd worden door anderen. In het Nieuwe Testament komt daar uitdrukkelijker dan in het Oude Testament het
uitzicht op de toekomst bij. Verlies, verdriet en dood zijn obstakels in de
geluksbeleving maar deze zijn van tijdelijke aard.
Onze levensloop
kan gezien worden als een eindeloos najagen van dat wat we denken dat ons
tevreden, voldaan en blij maakt. Dat is wat doorgaans wordt begrepen als we het over geluk hebben. Het probleem is
dat we niet altijd helder voor ogen hebben wat ons gelukkig maakt: “Geluk is niet gelegen in het bevredigen
van mijn verlangens, tenzij ik leer om dat te verlangen wat het beste voor me
is.” Aristoteles en Thomas van Aquinas leerden dat geluk te vinden is
in goeddoen. Voor Aristoteles door deugdzaam leven en voor Aquinas een leven van
liefde en vriendschap met God. Geluk en goedheid zijn één, leerden zij.
Daarom, om gelukkig te zijn moeten we leren om goed te worden.[2]
Geluk in de
Bijbel begrijp ik als ‘dat wat we zijn
en/of (zullen) ervaren als gevolg van omstandigheden, eigenschappen, keuzes en
acties die op Gods ontferming en/of goedkeuring kunnen rekenen’.
Bij elke zaligspreking geeft Jezus aan wie/welke groep gelukkig is en waarom.[3] De tijd ontbreekt om op iedere zaligspreking met de daarbij horende belofte afzonderlijk in te gaan. Daar zitten best wel wat lastige tussen. Mensen die treuren, uitgescholden of vervolgd worden worden nou niet meteen met geluk geassocieerd. Het geluk is echter daarin gelegen dat het treuren, de vervolging, de vernedering voor de mens die zijn vertrouwen op God heeft gesteld nooit het eind van het verhaal is. De bepalende factor van het zelf ligt buiten je en niet in je of in de omstandigheden. Waarom zijn de door Jezus benoemde groepen van mensen gelukkig/zalig? Hij verbindt er een eschatolgische perspectief aan. Als voorbeeld: zalig/gelukkig de treurenden, want ze zullen getroost worden. Die troost ligt in het verschiet; het treuren is niet voor eeuwig. Er komt een moment dat de troost werkelijkheid zal zijn.
De discipelen
moeten hier meteen gedacht hebben aan Jesaja 61[4] waaruit een sterke boodschap van hoop
klinkt voor een volk dat zo’n beetje alle hoop had opgegeven.
61:1 De geest van God, de HEER, rust op mij, want de HEER heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan geketenden hun bevrijding, 2 om een genadejaar van de HEER uit te roepen en een dag van wraak voor onze God, om allen die treuren te troosten, 3 om aan Sions treurenden te schenken een kroon op hun hoofd in plaats van stof, vreugdeolie in plaats van een rouwgewaad, feestkledij in plaats van verslagenheid.
Voorzichtige conclusies:
·
Geluk heeft maar zijdelings te
maken met materiele voorspoed
·
Geluk staat los van je gelukkig
voelen of gelukkige omstandigheden
·
Geluk heeft alles te maken met het
goede doen – de keuze om God te gehoorzamen ook al kan dat je in moeilijkheden
brengen
·
Geluk verbindt het leven hier met
het eeuwige
Geluk als beleving is begrensd door tijd, omstandigheden, gezondheid, welvaart en een boel andere zaken waar we slechts ten dele invloed op uit kunnen oefenen.
Geluk als perspectief dat voorbij de beleving reikt is een levenskunst die ontwikkeld wordt vanuit hoop; een uiterst krachtige levensmotor.
Veel geluk toegewenst!
[1] De eerste
Psalm begint met het Hebreeuwse ‘asjré’ (of eh-sher). Het Griekse markarios en
Latijnse beatus zijn hiervan de vertaling.
[2] Naar Scot McKnight, Happiness; Given, lost, regained, Books and Culture, 21-11-2008.
[3] Lucas plaatst tegenover de zaligsprekingen de “wee-sprekingen”; als er
gelukkigen zijn, moeten er toch ook ongelukkigen zijn? Lukas 6:24 Maar wee jullie die rijk zijn, jullie
hebben je deel al gehad. 25 Wee jullie die nu verzadigd zijn, want je zult
hongeren. Wee jullie die nu lachen, want je zult treuren en huilen. 26 Wee
jullie wanneer alle mensen lovend over je spreken, want hun voorouders hebben
de valse profeten op dezelfde wijze behandeld.
[4] Jesaja 61: 1-10 loopt vrijwel parallel aan de zaligsprekingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten