13 juni 2020

Leugenstoffeerders

Als iemand diepe donkerte, donkerste duister, diepzwarte chaos, nachtzwart licht noemt, zou je het idee kunnen krijgen dat er iets aan de hand is.
Als de weg uit het lijden eeuwige duisternis is en dat het enige lichtpunt is waar reikhalzend naar wordt uitgezien, heb je het niet langer over een verrekte spier. Dan hebben we het over uitzichtloos lijden.

De jongens die langs zijn gekomen om Job een hart onder de riem te steken en om uit te vogelen wat Job allemaal wel niet gedaan moet hebben om zo'n lijden te moeten ondergaan, spreken hem toe met enkele bemoedigende woorden:

  • Job, je bent een winderige wetenschapper en je buik is gevuld met oostenwind.
  • Job, als jij je mond opendoet hoor ik dat achter jouw woorden een flinke portie schuld schuilgaat.
  • Job, je kent het gezegde "waar rook is, is vuur". Ook al zegt God zelf van jou dat je rechtschapen en onberispelijk bent, het kan niet anders of je moet wel iets verkeerds hebben gedaan. Anders zou dit je niet overkomen. Het beste is dat je je dus bekeert. 

Job weet echter niet waarvan hij zich zou moeten bekeren en smeekt God om dat aan hem te laten zien: "Laat het me zien of laat me met rust, dan zal ik nog een beetje plezier hebben van de dagen die ik nog op aarde heb."

Job zelf is echter niet van gisteren en put uit een heerlijk arsenaal aan metaforen. Zijn vrienden noemt hij leugenstofeerders en kwakzalvers die beter hun mond kunnen houden; dan komen ze wijzer over dan wanneer ze hun scheur opentrekken.

Ze zijn vijftien hoofdstukken onderweg en nog geen steek verder. Ze maken elkaar uit voor rotte vis en menen stuk voor stuk dan hun beeld van God juister is dan dat van de ander.


De theodicee is een eindeloze dialoog en moet dat volgens mij ook zijn.. Het trachten plaatsen van God in het wereldgebeuren en het individuele leven is een oefening zonder sluitend einde. De mensheid probeert het wel sluitend te krijgen maar op het moment dat iemand een sluitend einde voorstelt, is hij/zij zich meteen bewust van de ontoereikendheid ervan. De regelmatig te horen cliche's klinken zelfs als schamele pogingen om de grote paradox dicht te smeren met lucht.

  • Alles wat God doet, doet hij ten diepste uit liefde.
  • Hij kan er wel wat aan doen, maar staat het toe.
  • We verdienen niet beter.
  • Hij staat het toe om de mens iets te leren.
  • We moeten het maar aanvaarden zoals het is.
  • In Christus is het allemaal opgelost.
  • We moeten ruimte laten voor het mysterie.
  • En meer.

Ondertussen gaat het lijden door. Volgens berekeningen van de wereldgezondheidsorganisatie pleegt er iedere 40 seconden iemand ergens op de wereld zelfmoord. Persoonlijk ken ik zo'n diep lijden niet maar als ik het verhaal van Job lees kan ik me voorstellen dat de dood omarmt wordt als het licht aan het eind van een inktzwarte tunnel. Velen vertellen hun verhaal niet. Wellicht uit schaamte, schuld of gebrek aan woorden maar ik denk vooral omdat elk woord van troost in dat lijden als luchtig zout in de wonde wordt ervaren.
Ze begonnen goed, die vrienden van Job. Ze kwamen en waren er voor Job in een woordeloos zijn. We lezen niet hoe Job dat ervaren heeft en het is moeilijk een boek te schrijven over niet zo heel veel. Na zeven dagen van "zijn" is het Job zelf die de stilte doorbreekt. De dialoog begint en er komt geen einde aan. Wat als God nu zelf eens zou spreken en uiteen zou zetten hoe het nu precies in elkaar steekt. Ik kan niet wachten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten