Een van de studenten wist ons te vertellen dat er een authentieke afbeelding van Jezus bestaat. Wat blijkt nu; iemand had Jezus in een vermeend visioen gezien en dat beeld middels verruf, canvas en penseel vastgelegd in een schilderij. Een ander iemand die in een ander vermeend visioen ook Jezus had gezien, zag dat schilderij en concludeerde dat de geportreteerde Jezus er precies zo uitzag als in zijn visioen. Aangezien op het getuigenis van twee iets vaststaat, hebben we nu ergens een afbeelding van Jezus. Iemand in mijn klas - ik geef deze week les in Ecuador - was wel benieuwd of iemand de helderheid van geest heeft gehad om er een foto van te maken. Helaas, die foto was er niet dus blijft iedereen overgeleverd aan zijn en haar eigen fantastische verbeelding.
Nu ging mijn les hier helemaal niet over en voor mij is het nog nooit een vraag geweest hoe Jezus er wel en niet uitziet.
Of ik ook iets meer licht kon laten schijnen op de vraag of Abraham letterlijk met God wandelde - er staat immers geschreven dat hij met God wandelde - besloot ik te beatwoorden met het politiek correcte "nee, Abraham wandelde niet letterlijk met God."
Best wel aardige thema's waar je gezellig rond de koffie over kunt keuvelen maar ook weer niet zo bijster interessant dat je er een of meerdere lessen aan zou besteden. Ik in ieder geval niet.
Met dat laatste 'wandelende Abraham' antwoord had ik mijn klas weer in het gareel en konden we het weer hebben over het "metaverhaal van God" en het belang daarvan voor ons leven in een tijd waarin het meer en meer draait om wat ik het "egoverhaal" noem. We zien ons leven daarbij niet langer in het licht van dat allesomvattende en mysterieuze verhaal dat God aan het schrijven is maar knippen we het stukje waar ik in voorkom eruit en laten dat vervolgens een eigen leven leiden; ja, die andere egoverhalen zijn belangrijk en waardevol maar wel met die aantekening dat mijn verhaal net ietsje belangrijker is. Toch?
Ik vroeg een van de studenten hoeveel bijbels zij persoonlijk in haar bezit had. "Meer dan tien", antwoordde ze. In de laatste 40, 50 jaar heeft het hebben van een eigen exemplaar van de bijbel een gigantische vlucht genomen. Voor die tijd was er de familiebijbel waar men als gezin uit las en voordat die familiebijbel de intrede deed moest je naar de kerk om het Woord van God te horen. Als je geluk had gebeurde dat in een taal die je zelf ook sprak maar hele generaties moesten het doen met het luisteren naar een taal die ze niet eens verstonden.
Een geweldige vooruitgang, die persoonlijke Bijbel in de vertaling die de lezer het beste vindt (dat "beste" is dan meer op grond van emotionele overwegingen dan wetenschappelijke of taalkundige). Maar met het dragen van een zakbijbeltje heeft ook het "egoverhaal" een vlucht genomen en hoor je preken over bijvoorbeeld 'intimiteit met God.'
Wordt vervolgd. "Mijn" klas wacht op nog meer verontrustend nieuws
Geen opmerkingen:
Een reactie posten