15 februari 2019

Als ergens anders heen gaan wel heel erg ver is

Nog driehonderd kilometer rijden en dan kom in op mijn bestemming aan: Ungarra in Zuid Australie. Daar wonen vrienden die dat eerst niet waren. Ze zijn het wel geworden omdat ik er vaker kom. Onbekenden die al wel vrienden of familieleden van anderen zijn, worden kennissen en vervolgens rolt daar weer een percentage aan nieuwe vrienden uit waarvan een nog kleiner deel oude en/of dikke vrienden wordt. In Ungarra wonen relatief nieuwe vrienden van mij waarvan twee of drie oud. Maar niet dik. Dikke vrienden, daar heb ik er niet veel van. Misschien twee, drie?

Gisteren ben ik gaan rijden en heb met mezelf afgesproken dat ik geen haast heb. Zo stop ik wanneer ik wil en kom ik nog eens op plekken waar ik anders langs gereden zou zijn en de naam van de plaats meteen in de vergetelsectie van het brein wordt opgeslagen. Zo stopte ik gisteren bij Port Germein die zich trotst profileert met de (eens) langste "jetty" op het Zuidelijk halfrond (wij zouden die jetty gewoon steiger noemen): ruim anderhalve kilometer. Ja, dat is lang.

Zo lijkt elk zichzelf enigszins respecterend land, gewest, provincie, staat, stad, dorp of gehucht wel ergens het grootst, oudst of best in te zijn. Rotterdam heeft de Euromast en meent ook de op een na grootste (handels)haven te zijn.

Terug naar Ungarra. Waar is zij groot in?  Misschien in het klein zijn. Een klein gehuchtje dat deel uitmaakt van een schiereiland (Eyre Peninsula) dat vier keer zo groot is als Nederland maar slechts een fractie van het aantal mensen telt (60.000 = zeg maar 0,3%).
Nu zijn er wel wat kerkjes op het eiland, maar niet zoveel. Ungarra heeft welgeteld één kerkje en daar moeten de gelovigen het mee doen. Als die kerk de gelovige niet bevalt staat het afleggen van lange afstanden om een volgende geloofsgemeenschap die misschien wat meer aan de behoeften, wensen en eisen van de gelovige tegemoetkomt als lot het te wachten.

Wat mij bijzonder intrigeert is dat bij een dergelijke demografie en geografie het soort vragen dat de mensen zich stelt verandert. Een volgeling van Christus kan niet eens rustig om zich heen kijken en shoppen totdat de best mogelijke match tussen persoonlijk wensenpakket en aanbod van de verschillende kerken wordt bereikt.
De gelovige staat voor een heel ander soort vraag die we in het Westen nog maar spaarzaam tegenkomen: "Wat moet ik doen om bij deze gemeenschap te kunnen horen?"
Fascinerend!

Morgen spreek ik in deze grootste kerk van Ungarra. Tevens ook de kleinste. Zoals te doen gebruikelijk zullen ze morgen na de dienst besluiten dat er nog drie studieavonden volgen. Vrijwel niemand heeft een geldig excuus om die studies dan niet te bezoeken. Ze gaan toch nergens heen want ergens anders is eigenlijk anders heel ver.

Een voorrecht!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten