14 augustus 2018

Zing, zing, zingen maakt blij



Na uren in vliegende buizen met vleugels te hebben doorgebracht spuwen de tientallen passagiersbruggen die de vliegmachines met het luchthavengebouw verbinden hun honderden passagiers uit. Vermoeid, enigszins gedesoriënteerd, geïrriteerd, een enkeling nog enigszins fris, volgt de massa de bordjes die naar de verlossende uitgang, toiletten of (minder verlossende) doorverbinding wijzen. Aan het eind van de tunnel zingt een man. De breed glimlachende Afro-Amerikaan zingt de passagiers een welkom toe en dirigeert de uitgang zoekende passagiers naar links en de doorverbindende passagiers naar rechts. Met weidse gebaren onderstreept hij zijn woorden. De tot dan toe redelijk in zichzelf gekeerde massa verandert zichtbaar. Hoofden gaan omhoog, irritaties verdwijnen als sneeuw voor de zon en het aanstekelijke optimisme van de zanger tovert bij de meeste een glimlach op het gezicht. 

Ik had al enkele keren het voorrecht gehad om bij aankomst in New York de beste man bij mijn aankomst te treffen. Tijdens het landen vroeg ik me af of hij er vandaag weer zou staan. Ik hoopte het van harte, temeer ik zo'n passagier ben die gemakkelijk door irritatie en andere gevolgen van reisstress overmand wordt. Het besef drong tot me door dat deze vriendelijke man in mijn hoofd was gaan zitten.
Ja, hij stond er weer en ik kon mezelf niet helpen of tegenhouden; zijn optimisme en vriendelijkheid spoelden alle stress van me af zoals een welkome douche het zweet en vuil van het lichaam spoelt. Na zo'n douche voel je je weer helemaal mens.

Na zonder al te veel moeite alle vliegtuigvoedsel dat me gedurende de reis was aangeboden te hebben geweerd, was ik nu wel aan een gezonde hamburger met frietjes toe en parkeerde mezelf bij de eerste de beste fastfood tent die ik in de aankomsthal tegenkwam. Net toen ik de hamburger in een houdgreep had en richting mijn gezicht bewoog zonder dat er al te veel spul van tussen de broodjes wegsijpelde, vroeg een man of de stoel naast me vrij was. 
Hé, die man ken ik. Dat is de man die passagiers al zingend welkom heet in het land waar alle dromen (kunnen) uitkomen. Het was zijn lunchpauze en uiteraard greep ik de gelegenheid aan om hem eens ernstig te ondervragen.
Zijn optimisme was voor hem een logische gevolg van zijn geloof en hij vertelde me hoeveel voldoening het gaf om een lach op het gezicht van vermoeide passagiers te zien verschijnen: "Dit is mijn missie en ik heb dit tientallen jaren met veel genoegen en voldoening mogen doen." 
"Hoezo, mogen doen?"
"Wel, jongeman, vandaag is mijn laatste dag. Ik ga met pensioen."
Fijn voor hem, een verlies voor New York!

Nu, jaren later zit hij nog steeds in mijn hoofd en ik realiseer me dat er niet zo bar veel nodig is om deze wereld een iets betere plek te maken. Ik denk regelmatig aan hem als ik weer eens in de reisstress dreig te geraken (of er middenin zit). Op zo'n moment zeg ik dan stilletjes "sorry," en het gewicht dat ik draag wordt wat lichter. 
  
Spreuken 16:24 Vriendelijke woorden zijn als honing voor de ziel en als medicijn voor het lichaam.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten