Wat wordt er bedoeld als de aanwezigen, bij voorkeur (of in
opdracht van de aanbiddingsleider) staande, met gesloten ogen, armen in de
lucht en zachtjes meedeinend op het ritme, zingen “Leid me verder dan mijn
voeten kunnen dragen. Ik vertrouw op uw genade, want ik ben in uw nabijheid.”
Het liedje is in de context en met het beeld van een boel water met daarbij wat flinke golven voor ogen gedicht. Een stevige plas water dus en geen siervijver in de achtertuin.
Het liedje is in de context en met het beeld van een boel water met daarbij wat flinke golven voor ogen gedicht. Een stevige plas water dus en geen siervijver in de achtertuin.
Ik zie mezelf de zee inlopen. De Westenwind (kracht 6-7) stuwt de korte, heftige golven flink op. Ik loop door tot het water me aan de lippen staat. Tussen de golven door haal ik, nu licht paniekerig maar met een air van “mij overkomt niets” adem. Hartslag boven de 150 slagen per minuut. Zoiets is op zich al beangstigend, laat staan als ik vervolgens doelbewust doorloop. Maar dat is wel de strekking van het lied. Doorlopen. Flink zijn; als jij niet meer kan staan krijgt de Heer eindelijk de kans om je te dragen.
Misschien is het een variant op de afschuwelijke generalisatie “wie mooi wil zijn moet pijn
lijden,” een gezegde dat wel wordt gebruikt om mensen aan te moedigen die lijden
aan door zichzelf toegebrachte pijntjes met als doel mooier of aantrekkelijker
uit dat pijnproces te geraken. Dat heeft een bepaalde hoek in de christelijke
theologie als waarheid omarmd; we groeien en veranderen pas als het eerste
flink zeer heeft gedaan en hangen dit op aan een of twee Bijbelverzen die voor
de handigheid uit de context zijn geknipt.[1]
AP Photo/Schalk van Zuydam |
Telkens wanneer dit lied wordt gezongen (en dat wordt het
nogal eens) zie ik het beeld voor me van de wanhopige en radeloze vader en/of moeder
die haar kind aan de dood moet afstaan als gevolg van een dodelijke ziekte,
ondervoeding, of wat dan ook.
Of ik zie de door tal van oorzaken gekwelde medemens die al moeite heeft om de voeten aan de grond te houden op de plek waar water en zee elkaar raken.
Of ik zie de door tal van oorzaken gekwelde medemens die al moeite heeft om de voeten aan de grond te houden op de plek waar water en zee elkaar raken.
Het sluit totaal niet aan bij mijn beleving van de werkelijkheid waar wij deel van zijn. Ik krijg de woorden dan ook niet over mijn lippen en doe er het zwijgen toe, de stilte gebruikend om te bidden voor hen die niet kunnen zingen.
Nee, het is typisch een liedje dat door de welvarende gelovige
gezongen wordt vanuit de pluche van een comfortabele (steeds vaker) theaterstoel.
Goed doorvoed, (bijna) alles op een rijtje en toch lichtelijke ontevreden met
de eigen geestelijke toestand: er moet meer te halen zijn. Wellicht dat de
diepte uitkomst biedt en dat het daar mag gebeuren.
Dit soort diepte, zoals bezongen in het lied, hoeven we niet op te zoeken. Die overkomt ons
als een ongewenste, kwaadaardige, van z’n lang zal ze leven niet uitgenodigde
gast. Sommigen overleven dit soort dieptes niet en dat ligt niet aan hen en ook
niet aan God. Het gebeurt. Moge God allen die zich onvrijwillig in de diepte
bevinden vasthouden
N.a.v. Oceans, Hillsong United. Hier een link naar de
Nederlandse versie. Let op de heerlijk glijdende akkoorden en de opbouw naar de
climax…..
[1]
Bijvoorbeeld "Verheugt u daarin, ook
al wordt gij thans, indien het moet zijn, voor korte tijd door allerlei
verzoekingen bedroefd, opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan
vergankelijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer
blijke te zijn bij de openbaring van Jezus Christus" (1 Petrus 1:6-7)
Of
“Ik heb u
verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn. Wanneer gij door het
water trekt, ben Ik met u; gaat gij door rivieren, zij zullen u niet
wegspoelen; als gij door het vuur gaat, zult gij niet verteren en zal de vlam u
niet verbranden” (Jesaja 43:1-2)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten