Wanneer een bedrijf moet bezuinigen zijn het vooral managers en consultants die voor hun baan moeten vrezen. Blijkbaar kan een bedrijf zonder deze 'plekken' aardig voortbestaan.
Stel je voor dat de minister die verantwoordelijk is voor de auto's de treinen en de boten toegeeft dat de scheiding van spoor en spoorboekje een gruwelijke, monsterachtige fout is geweest, spijt betuigt en belooft dat het spoor en het noodzakelijke boekje binnen drie weken weer herenigd worden. De machinist en conducteur worden weer verantwoordelijk voor hun trein en het stukje spoor waar de trein op rijdt. Een mogelijk slecht werkende wissel wordt weer tot meewerken gedwongen door er wat tegen aan te husselen.
Hoe groter de afstand tussen het mannetje en het produkt, hoe groter de afstand tussen dat mannetje en de klant. De klant doet er niet meer toe en het product eigenlijk ook niet. Hoe groter de afstand, hoe kleiner de betrokkenheid.
Wat dan optreedt is een extreme vorm van "compassion fatigue," ofwel, "ik word gillend gek van al die mensen die iets van me moeten." Die extremere vorm is "indifference fallout," ofwel "het kan me allemaal niets meer schelen."
"Toen Hij (Jezus) de scharen zag, werd Hij met ontferming bewogen" (Mat. 9:36)
Cool!
Dus ook Jezus had het nodig om zich op de werkvloer te bewegen. Die concrete beweging werkte bewogenheid uit.
Een bedrijf of organisatie kan zonder al te veel nare gevolgen die mensen "laten gaan" die niet of nauwelijks op de werkvloer te vinden zijn. Uiteindelijk zijn deze meer last dan lust en dragen weinig tot niets concreets bij aan de uitvoering van welke missie dan ook.
Meewerkende managers, daar ben ik wat milder over. Die combineren leidinggeven met concrete betrokkenheid bij hun product. De "gewone arbeider" is dan niet langer de dupe maar wordt hooggacht als zijnde cruciaal voor het welslagen van de missie. Naar hen luister ik graag als ze wat te melden hebben.
Een loerend gevaar voor de Christelijke professionals is dat ze meer en meer verwijderd raken van de werkvloer. Ze worden experts en trainers die nog even kunnen teren op hun vroegere concrete betrokkenheid. Na verloop van tijd verworden zij tot mannetjes en vrouwtjes die alles keurig herleiden tot opsommingstekens en principes en de goegemeente in vertwijfeling achterlaten met de vraag hoe ze dat allemaal moeten doen. Het leven laat zich niet vergelijken met een in een keurige symmetrische partjes gesneden en verdeelde boterham met kaas maar eerder als een grillig soepje waarvan elk hapje weer anders is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten