04 februari 2025

Als wij... dan GOD!

Een vraag die ik me al heel lang stel is waarom veel preken een hoog suggestief gehalte kennen die de ontvanger van de geïnterpreteerde woorden de schuld van het niet of onvoldoende kunnen waarmaken ervan bij zichzelf zoekt.

Veel preken en overdenkingen richten zich op het "wat zou kunnen of moeten zijn". Ons creatieve vermogen om te verbeelden helpt daarbij om te zien en voelen wat we wensen dat werkelijkheid zou zijn. Niet alleen in de verbeelding maar in onze relatie tot de ander en de wereld. En dan niet in zo'n slappe, verdunde versie van wat we als (geestelijke) werkelijkheid belijden en zlefs durven te claimen.

Wensdenken.

Als wij maar meer zouden bidden, vasten, proclameren, geloven...
Als meer mensen meer zouden bidden, vasten, proclameren, geloven...

God zou staan te popelen om meer te doen maar er zijn er blijkbaar nog te weinig die meer bidden, vasten, proclameren, geloven...


De keuze tussen het duiden en begrijpen van de aarde vanuit de hemel of de hemel vanaf de aarde staat hierbij centraal. Veel predikers en uitleggers kiezen bewust of onbewust voor de eerste optie en zouden die hemel graag onze kant op willen wensen, manifesteren, buigen of eisen. De mens trekt dan altijd aan het kortste eind want voldoet onvoldoende aan de voorwaarden om de hemel meer onze kant op te doen neigen. Als dat de boodschap is die ik meekrijg is het niet ondenkbaar dat ik na verloop van tijd mijn geloofshanddoek in de ring gooi; ik doe het toch nooit goed genoeg.

Het perspectief verandert als je bij de aarde begint en tracht woorden uit de hemel te verbinden met je leven in het hier en nu met alle drama, blijspel, voor- en tegenspoed, overwinningen en nederlaag. Dan is er plaats voor mysterie, verbazing, paradox, beweging, geloof en ongeloof. De mens is daarbij niet langer zijn eigen sta in de weg maar ervaart een vrijheid waarbij geen plaats meer is voor schuld.

Schuld is een van de krachtigste motivaties in religie en reden waarom veel gelovigen krampachtig vasthouden aan instituten, dogma's en conventies en deze verdedigen, desnoods met hun leven.

In het centrum van dit reële conflict staat Jezus, die op mysterieuze wijze de aarde en de hemel verbindt. Mysterieus omdat het zich niet door logica laat verklaren. Hoewel ik me regelmatig nog schuldig voel, hebben die schuldgevoelens niet langer te maken met het, vooral in christelijke kringen, of lange tijd mezelf opgedrongen idee dat de magere manifestatie van de hemel -God- wel mijn, jouw en/of onze schuld moet zijn.

Door het handelen van Boven voorwaardelijk te maken aan verplichtingen die we van beneden zouden moeten nakomen, van schulden die we zouden moet inlossen, is er nog steeds sprake van religie. Het is angst die religie effectief instandhoudt en daarmee de macht die leiders en woordvoerders van dat systeem over de mens heeft.

En dat is de ergernis die ik ervaar bij veel suggestieve preken en overdenkingen. Ik snap het wensdenken dat erachter zit maar niemand is er echt bij gebaat. Behalve het schuldgevoeld dat weer heerlijk is gevoed.

20 januari 2025

God en de afstandsbediening

De knippers en plakkers vinden dat Jezus alles zal doen wat we in zijn naam vragen (Johannes 14:13-14)  er nu eenmaal staat zoals het er staat en dat we daar iets mee moeten. Helemaal mee eens!

Als "(alles) wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen" en "Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen"  over letterlijk alles en wat voor ietsen we kunnen bedenken zou gaan, heeft de kerk een historisch en actueel probleem. Ze heeft dan consistent onvoldoende geloof getoond, en doet dat nog steeds, om dat alles en alle denkbare 'ietsen'  - dat we 1) vragen in de naam van Jezus (op grond van Zijn gezag) en 2) waardoor, door de Zoon, de grootheid van de Vader zichtbaar wordt - op grote schaal werkelijkheid te zien worden.


Kan het zijn dat veel van wat we vragen en niet krijgen komt omdat dat vragen gericht is op de bevrediging van de eigen hartstochten? Stonden en staan dan echt al mijn wensen en (onverhoorde) gebeden in het teken van eigen plezier? Ben ik echt zo'n narcist?

Her en der zien we en horen we getuigenissen van manifestaties als antwoord op gebeden in Jezus naam en die aan God worden toegeschreven, maar dat is eerder uitzondering dan regel. Belooft Jezus hier iets dat slechts binnen het bereik ligt van (super)gelovigen die aanvoelen of weten welke gebeden slechts de grootheid van de Vader als doel hebben en zich daarmee kwalificeren voor verhoring?

Het alles en iets gaan verder dan het vragen in Jezus naam en het leiden tot de grootheid van de Vader die zichtbaar wordt als die gebeden beantwoord worden.

Direct hierop vervolgt Jezus zijn betoog dat is onderbroken door dit zijweggetje naar het vragen in Zijn naam. "Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden". Een koppeling tussen beantwoord gebed en het houden van zijn geboden moet niet te vlot worden gelegd. Dan zou namelijk een beantwoord gebed vergelijkbaar zijn met een reep chocola die men krijgt bij een goed antwoord. Dan zijn we terug bij een godsbeeld dat gebaseerd is op de inspanning die men moet plegen om in een goed blaadje bij die god te komen en vooral blijven.

We kunnen het niet los zien van Jezus nadruk op de intieme relatie met de Vader waar we door de Heilige Geest deel aan krijgen.
Jezus zinspeelt op het leven, het lijden en de tegenstand waar zijn volgelingen mee te maken gaan krijgen en bereid ze daar in dit en de volgende hoofdstukken op voor, zodat ze hun geloof niet verliezen.

De werkelijkheid die hij schetst zou de volgelingen zomaar de moed in de schoenen kunnen doen zakken. Als ik er bij was geweest en dat wat ons te wachten zou staan tegenover het alles en iets zou plaatsen, zou ik hem zeker gevraagd hebben waar dat alles en dat iets plotseling was gebleven. Ik kreeg namelijk even en heel stellig de indruk dat ik in zijn naam het weer, potentiële en echte vijanden, ziekten en een boel meer kon bedienen; ik heb immers een afstandsbediening in de hemel en zijn naam is Jezus. Zat ik ernaast?
Laten we wel wezen: de haat van de wereld, vervolging, uit de synagoge gezet worden, gedood worden door hen die denken God daarmee te dienen. Oeps.

Met dit grotere narratief in gedachten ontkom ik er niet aan om dat alles en iets te verbinden aan het spirituele. Ook in deze smallere context is dat alles en iets al ingewikkeld genoeg. Het vasthouden aan het geloof is geen kattenpis, zelfs als men niet te maken heeft met fysieke vervolging en ziekte.

Johannes 14:13-14
Jakobus 4:3 (hēdonē)
Johannes 15 en 16

09 januari 2025

Wat ik nu toch in mijn kofferbak aantref!

Regelmatig rol ik door enkele pagina's op LinkedIn en andere SM. Die oefening is niet zo best voor mijn zelfvertrouwen. De beloofde uitkomsten van de uitgestalde waar wekken gevoelens van jaloersheid op; wat goed allemaal. Bijna te mooi om waar te zijn. Is het allemaal zo goed en mooi of zitten er ook best wel wat opgepoetste drollen tussen, of drollen met een gekleurd strikje erom (die verkopen een stuk beter).

De Amerikaanse antropoloog en hoogleraar David Graeber (1961-2020) ontwikkelde een theorie (niet geheel onomstreden) rondom het idee van Bullshit Jobs; werk waarvan degene die dit werk uitvoert zelf vindt dat het feitelijk nutteloos is. Graeber onderscheidt enkele categorieën:
Administratieve assistenten, liftoperatoren en receptionisten, zijn er vooral om iemand anders belangrijk te laten lijken of voelen. Dan zijn er banen die actief schadelijk zijn voor de samenleving, zoals bedrijfsjuristen en lobbyisten, militaire banen en beroepen in de financiële sector. Ten slotte spelen ook managers hierin een rol, omdat zij kunnen bijdragen aan het creëren van meer sociaal nutteloze taken.

In tijden van bezuinigingen is het niet ongebruikelijk dat bedrijven contracten met managers en consultants niet verlengen of zelfs afkopen; niet echt goed voor het zelfbeeld van de weggestuurden.

Hoewel velen niet langer direct betrokken zijn bij de oeractiviteiten van de mens, zoals jagen en verzamelen, lijkt het diep verankerd te zijn in het wezen van de mens.

Vanmorgen vroeg stak ik de A13 over. Nog geen zes uur en in beide richtingen spoedt een eindeloze stroom van auto's met achter het stuur veelal solistische jagers en verzamelaars. Op weg waarheen? Waar is de kofferbak mee gevuld of zal deze zich aan het eind van de jacht mee hebben gevuld? Een opgedirkte drol of iets dat wezenlijk bijdraagt aan het welzijn, groei en ontwikkeling van het zelf, de ander en de omgeving (mijn definitie van "werk")?

Dat opgefokte, o zo belangrijk lopen doen over mijn activiteiten; ik wil daar eigenlijk niet aan mee doen. En dat is de grote paradox waar velen zich waarschijnlijk in herkennen. De wereld waarin ik deel van uitmaak voelt niet zelden als een dolgedraaide drol waar ook ik middenin zit. Ook al is het werk dat ik doe uiteraard wel belangrijk, in tegenstelling tot jouw werk...

Verbeeld ik het me nu of kan het echt zo zijn dat, als ik door LinkedIn rol, ik me gewaarword van een luchtje dat verdacht veel ruikt als een drol?