De knippers en plakkers vinden dat Jezus alles zal doen wat we in zijn naam vragen (Johannes 14:13-14) er nu eenmaal staat zoals het er staat en dat we daar iets mee moeten. Helemaal mee eens!
Als "(alles) wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen" en "Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen" over letterlijk alles en wat voor ietsen we kunnen bedenken zou gaan, heeft de kerk een historisch en actueel probleem. Ze heeft dan consistent onvoldoende geloof getoond, en doet dat nog steeds, om dat alles en alle denkbare 'ietsen' - dat we 1) vragen in de naam van Jezus (op grond van Zijn gezag) en 2) waardoor, door de Zoon, de grootheid van de Vader zichtbaar wordt - op grote schaal werkelijkheid te zien worden.
Kan het zijn dat veel van wat we vragen en niet krijgen komt omdat dat vragen gericht is op de bevrediging van de eigen hartstochten? Stonden en staan dan echt al mijn wensen en (onverhoorde) gebeden in het teken van eigen plezier? Ben ik echt zo'n narcist?
Her en der zien we en horen we getuigenissen van manifestaties als antwoord op gebeden in Jezus naam en die aan God worden toegeschreven, maar dat is eerder uitzondering dan regel. Belooft Jezus hier iets dat slechts binnen het bereik ligt van (super)gelovigen die aanvoelen of weten welke gebeden slechts de grootheid van de Vader als doel hebben en zich daarmee kwalificeren voor verhoring?
Het alles en iets gaan verder dan het vragen in Jezus naam en het leiden tot de grootheid van de Vader die zichtbaar wordt als die gebeden beantwoord worden.
Direct hierop vervolgt Jezus zijn betoog dat is onderbroken door dit zijweggetje naar het vragen in Zijn naam. "Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden". Een koppeling tussen beantwoord gebed en het houden van zijn geboden moet niet te vlot worden gelegd. Dan zou namelijk een beantwoord gebed vergelijkbaar zijn met een reep chocola die men krijgt bij een goed antwoord. Dan zijn we terug bij een godsbeeld dat gebaseerd is op de inspanning die men moet plegen om in een goed blaadje bij die god te komen en vooral blijven.
We kunnen het niet los zien van Jezus nadruk op de intieme relatie met de Vader waar we door de Heilige Geest deel aan krijgen.Jezus zinspeelt op het leven, het lijden en de tegenstand waar zijn volgelingen mee te maken gaan krijgen en bereid ze daar in dit en de volgende hoofdstukken op voor, zodat ze hun geloof niet verliezen.
De werkelijkheid die hij schetst zou de volgelingen zomaar de moed in de schoenen kunnen doen zakken. Als ik er bij was geweest en dat wat ons te wachten zou staan tegenover het alles en iets zou plaatsen, zou ik hem zeker gevraagd hebben waar dat alles en dat iets plotseling was gebleven. Ik kreeg namelijk even en heel stellig de indruk dat ik in zijn naam het weer, potentiƫle en echte vijanden, ziekten en een boel meer kon bedienen; ik heb immers een afstandsbediening in de hemel en zijn naam is Jezus. Zat ik ernaast?
Laten we wel wezen: de haat van de wereld, vervolging, uit de synagoge gezet worden, gedood worden door hen die denken God daarmee te dienen. Oeps.
Met dit grotere narratief in gedachten ontkom ik er niet aan om dat alles en iets te verbinden aan het spirituele. Ook in deze smallere context is dat alles en iets al ingewikkeld genoeg. Het vasthouden aan het geloof is geen kattenpis, zelfs als men niet te maken heeft met fysieke vervolging en ziekte.
Johannes 14:13-14
Jakobus 4:3 (hēdonē)
Johannes 15 en 16
Geen opmerkingen:
Een reactie posten