De meeste mensen zijn wel een beetje vol van zichzelf. Geeft niets. Is ook wel nodig als motivatie tot actie.
Ook lijkt, of schijnt de mens graag een beetje of heel erg anders te willen zijn dan de rest. In gesprekken met de ander kun je die ander zo maar horen zeggen dat hij/zij dingen anders doet dan de rest en daarmee zijn/haar uniek zijn etaleert en uitvent. Dat uniek zijn kan dan gaan over de beste route met de caravan naar een bestemming in Spanje, of over hoe iemand zich niet langer identificeert met de biologisch x-en en y-en; het expressieve individualisme dicteert dat we allemaal een uniek plekje op de totale bandbreedte van het bestaan innemen en altijd onderweg zijn om die plek te vinden en in te nemen. Vaak totdat een ander hetzelfde plekje claimt en ons anderszijn toch weer niet zo anders blijkt te zijn dan we hadden gedacht of gewenst. De tocht vervolgt zich; op weg naar de volgende nuance. De reden dat we ons haar laten knippen is nooit omdat anders dat haar in de weg gaat zitten en het zicht belemert; we dress to impress.
Terug naar de vol van zichzelf zijnde mens.
Zo raakte ik onlangs in gesprek met een man die zo vol van zichzelf was dat het leek, als je goed keek, alsof hij een halve centimeter boven de aarde zweefde.
Het zat zo. God zou de aarde en de hemel hebben geschapen maar zonder de uitzondelijke begaafdheid en kwaliteiten van mijn nieuwe vriend, zou er daarna niet veel gebeurd zijn.
Ik vind dat lastige gesprekken. Het is meestal in een richting en dus is er feitelijk geen sprake meer van een gesprek maar van een monoloog. Vragen begonnen in mijn hoofd rond te tollen: hoe moet het straks
verder met de aarde en de bediening waarbij jij bent betrokken als je dood bent? En wat moeten we met de eindeloze stroom aan mensen die door jou betrokkenheid bij projecten en initiatieven zo beschadigd zijn dat ze hulp nodig hebben om die schade te verwerken en weer een beetje vertrouwen in zichzelf krijgen?
Toen ik wat later op het "gesprek" reflecteerde vroeg ik me af of deze man ook momenten kent dat hij aan zichzelf twijfelt of zich schaamt voor zijn potsierlijke grandeurisme. Of misschien een moment waarop hij op Psalm 144 stuit en het relativerende "Een mens is vluchtig als een ademtocht, zijn dagen glijden als een schaduw weg" zijn enorme blinde vlek vult. Het is waarschijnlijker dat hij dat leest als zijnde van toepassing op de rest en zijn eigen plek onaangetast laat.
We komen deze vol van zichzelf zijnde mensen overal tegen. Wereldheersers die letterlijk toegang hebben tot de rode knop die het eind van de wereld in gang zet. Politici die het eigenbelang verheffen boven dat van het volk dat hen koos. Leiders die geloven dat ze wel heel goed moeten zijn, anders zouden ze nooit op de plek van CEO terecht zijn gekomen.
Ik kom die vol van zichzelf zijnde mens echter ook in mezelf tegen. Ik ben potentieel echt niet zoveel anders. En daarin is naar mijn mening de gehele mensheid uniek. Als dat besef echter ontbreekt, ligt de kroning van het zelf tot hoofd van de pikorde binnen ieders bereik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten