Even later ligt hij te watertrappelen. Puffend, hijgend en doortrappelend hoort hij nog wel de stemmetjes in zijn hoofd: “je kunt ook niets goed doen”, “denk nu eens een keer na voordat je zoiets stoms doet”, “ik had kunnen weten dat de zwaartekracht zou winnen”, “wat een modderfiguur sla ik weer”, “hellup” en “waar zijn mijn eieren”.
Als je twijfel en ongeloof googelt levert dit tal van hits op die verwijzen naar artikelen die de lezer zouden moeten helpen om met twijfel af te rekenen en te komen tot een plezierig 100% zeker en onwankelbaar geloof. Eén auteur komt met de briljante analogie van een mandje met eieren dat bedoeld is om 100 eieren te accommoderen. Houd het mandje dat wel? Is het wel stevig genoeg? Met als verwerkingsvraag: “welk ei, of welke eieren houd je achter?”
Het is verleidelijk en gemakkelijk om in te zoomen op twijfel. Het ligt ook voor de hand omdat het in het verhaal (Matteus 14:25-33) het thema is waar de lezer zich waarschijnlijk het meest mee identificeert. Met twijfel heeft iedereen ervaring. Het lopen over water levert wat minder kandidaten op.
In dit verhaal vinden we echter een detail dat wellicht belangrijker is. Jezus wacht niet totdat Peter zijn honderd eieren in het mandje heeft geregeld. Hij strekt zijn hand uit naar Petrus en grijpt hem vast. Vervolgens vraagt hij hem waarom hij is gaan twijfelen maar laat hem niet los en wacht ook niet op een antwoord. Die twijfel is een gegeven. Niemand heeft ooit 100 eieren in z’n geloofsmandje. De vaststelling dat God de mens vasthoudt temidden van alle twijfel, vragen en ongeloof is dunkt me een van de ankerpunten van het christelijke geloof. Rond dit ankerpunt drijven die eieren.
Twijfel is de vaststelling. Terwijl Hij vasthoudt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten