Geven maakt
gelukkiger dan ontvangen
Met deze woorden moedigt de apostel Paulus de leiders van de gemeente in Efeze aan om, door hard te werken, de zwakken te steunen[i].
De zorg voor, en steun aan gevangenen, zieken, hongerigen, dorstigen,
vreemdelingen en naakten wordt door Jezus gewaardeerd als daden op Hem gericht[ii].
Geven wordt hierbij van alle abstractie ontdaan; het is een zichtbare en
praktische manifestatie van het koninkrijk van God.
De uitspraak “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen”, kan
gemakkelijk worden aangewend om een publiek te bespelen; wie wil er immers niet
gelukkig zijn? Het “geluk” zou zomaar evenredig kunnen toenemen met de omvang
van de gift en wellicht een tienvoudig rendement opleveren…
Ja, de gever kan zich zomaar gelukkiger gaan voelen. De relatie geluksbeleving en geven wordt regelmatig wetenschappelijk onderzocht en aangetoond. Daar waar de mens overeenkomstig Gods scheppingsorde handelt zal men er over het algemeen een goed gevoel aan overhouden.
Talloze publicaties richten zich op het belang van “geven”; de gelukkige optie die tegenover de minder gelukkige optie van “ontvangen” staat. Maar waarom is het “ontvangen” de ondergeschikte optie?
Ja, de gever kan zich zomaar gelukkiger gaan voelen. De relatie geluksbeleving en geven wordt regelmatig wetenschappelijk onderzocht en aangetoond. Daar waar de mens overeenkomstig Gods scheppingsorde handelt zal men er over het algemeen een goed gevoel aan overhouden.
Talloze publicaties richten zich op het belang van “geven”; de gelukkige optie die tegenover de minder gelukkige optie van “ontvangen” staat. Maar waarom is het “ontvangen” de ondergeschikte optie?
Tussen de gever en ontvanger ontstaat gemakkelijk een
positie van afhankelijkheid. In de zendingswereld is het niet ongewoon dat
gevers hun gift een specifieke bestemming geven of de besteding ervan met
allerlei voorwaarden vergezeld doen gaan. Paulus begreep dat zo’n
afhankelijkheidspositie zijn missie niet ten goede zou komen en werkte er hard
aan om dat te voorkomen. Hij voorzag in zijn eigen onderhoud en dat van zijn
team door, onder andere, bij te klussen[iii].
Waar het op aankomt is dat de gever geeft in het vertrouwen dat de gift wordt aangewend voor het doel dat de ontvanger aangeeft. Hier houdt de verantwoordelijkheid van de gever op. Nu is het aan de ontvanger om een betrouwbaar rentmeester blijken te zijn. De ontvanger is nu verantwoordelijk en daar hangt wel wat gewicht aan.
Geven doen we allemaal (middelen, tijd, aandacht, geld). Een
wijze investering is in de doelgroep waar we Christus vinden en dienen: de
zwakken. Net als in de tijd van de apostel Paulus is en blijft het teamwerk.
Een belangrijke reden waarom we over Paulus lezen is dat hij zich omringde met
tientallen mensen die een groot aantal (part time) taken op zich namen. In zijn
brieven worden er meer dan veertig met name genoemd en/of bedankt. Het is
dankzij de gaven van dit team dat Paulus uiteindelijk in Rome terechtkwam om
aan het hof het Evangelie te verkondigen. Als ontvanger van deze bijzondere
gaven betaalde Paulus een prijs en was zich voortdurend bewust van de
verantwoordelijkheid die dit met zich meebracht[iv].
Om ervoor te waken dat het geven niet wordt gereduceerd tot
een administratieve transactie is de relatie tussen de gever en de ontvanger
voor groot belang en dient ingebed te zijn in een theologie van gemeenschap[v].
De mens is geschapen om in een gezonde relatie met God, de ander en de
schepping te leven en te bewegen; met een gedeelde opdracht maar afzonderlijke taken
en verantwoordelijkheden. Daar is niet langer sprake van geven of ontvangen
maar van “delen” in de investering en de opbrengst.
Gepubliceerd in het GO Magazine van Operatie Mobilisatie, September 2015, nr 333.
BeantwoordenVerwijderenAls je je verplaatst in de rol van de ontvanger, moet die dan dankbaar zijn, zich minder voelen dan de gever?