In 1 Tim. 1:13 schrijft Paulus ”God heeft zich ontfermd – omdat ik in mijn ongeloof niet wist wat ik deed.” Bestaat er zoiets als “verzachtende omstandigheden” bij God? De wet geldt voor iedereen en er is geen aanzien des persoons. De genade is er ook voor allen. Allen handelden in onwetendheid – ongeloof. Aan het kruis vraagt Jezus de vader om zijn vijanden te vergeven –want ze weten niet wat ze doen. De woorden van Jezus plaatsen de woorden van Paulus in een helder perspectief. Het is de gebrokenheid, de erkenning dat hij het is die gezondigd heeft; het persoonlijk maken van de daad van ongehoorzaamheid. Deze persoonlijke erkenning van zijn aandeel opent de sluizen van genade, geloof en liefde (:14).
De reden dat de discipelen het belang van de relatie tussen kinderen en het koninkrijk niet zagen of begrepen is dat ze zelf nog niet geleerd hadden om het koninkrijk als kinderen te ontvangen. Hun “volwassen” ideeën over waarden staat hun ontvangen van Gods waarden in de weg.
Het ontvangen van het koninkrijk, de regering van God in ons leven, begint bij het bepalen van je positie. Dit verhaal leert ons dat zoals kinderen nog geen stem hebben en afhankelijk zijn van de gunst en zorg van anderen dit onze beginpositie dient te zijn als we tot Christus komen. Alles wat we menen te zijn, te hebben of denken recht op te hebben moet uit ons leven wegvloeien. Het moet “eb” worden. Zoals Christus zichzelf ontledigde wordt ons gevraagd alle pretentie weg te laten vloeien. Dan zien we het koninkrijk en begrijpen we de waarden en acties die het voorstaat en kunnen deze ons leven transformeren.
Lucas Cranach the Elder (1472-1553) Let the children come to Me |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten