|
Over religie, kerk, christendom, algemene verbazing en vermeldenswaardige gebeurtenissen tijdens mijn omzwervingen door binnen- en buitenland. Vragend en onderzoekend in pastelkleuren met meestal een vleugje peper. Dit is een persoonlijk blog en wat ik schrijf is dan ook niet representatief voor de organisatie waarvoor ik werk of voor de kerk waar ik lid van ben.
28 november 2025
Nieuwsbrief December 2025 - smartphone editie
13 november 2025
Een wel heel smalle weg
Gisteren was ik weer aan het uitstellen. Meestal als ik aan een nieuwe, wat grotere taak begin, zoek ik allerlei excuses om niet te hoeven beginnen. Ik ga bijvoorbeeld mijn bureau opruimen, schrijf een blog (of twee) of ga boeken afstoffen. Daar blader ik dan meteen maar even door. Zo blies ik de stof af van John Bunyan's "De Christen- en christinnereis naar de eeuwigheid". Ik heb een mooi exemplaar; de ongewijzigdde herdruk (1975) naar de uitgave van 1868. Om het uitstel wat verder op te rekken besloot ik tot een reflectie/kritiek op het boek. De illustratie in deze blog is één van de 100 zwart wit platen waarvan het boek rijkelijk is voorzien. Ik heb AI gevraagd er een cartoon van te maken in kleur.
John Bunyan’s "De Christen- en christinnereis naar de eeuwigheid" geldt als een iconisch werk binnen de christelijke literatuur en wordt vaak gepresenteerd als een spirituele gids voor nieuwe gelovigen (mijn moeder gaf me een pocketuitgave op mijn 18e verjaardag en lange tijd is de in het boek geportretteerde mannelijke hoofdrolspeler, Christen, mijn mimese* geweest). De bijbehorende beeldtaal, zoals de bekende poster die de brede en de smalle weg visualiseert, draagt een krachtige symboliek uit: de brede weg representeert wereldse geneugten, terwijl de smalle weg staat voor een leven dat exclusief gericht is op God en het hemelse einddoel. Deze tegenstelling impliceert een spirituele reis die gekenmerkt wordt door afzondering, ascese en een rigide focus op het persoonlijke zielenheil.
Deze voorstelling van het geloofsleven weerspiegelt een vorm van geestelijk individualisme waarin de pelgrim zijn sociale relaties—met partner, kinderen en gemeenschap—ondergeschikt maakt aan zijn persoonlijke verlossing. Bunyan’s Christen sluit zich letterlijk af voor de roep van zijn gezin, wat wordt gepresenteerd als een daad van geestelijke heldhaftigheid. Deze benadering roept vragen op over de balans tussen persoonlijke toewijding en relationele verantwoordelijkheid binnen het christelijk ethos.
Hoewel de metafoor van de pelgrimstocht een waardevolle spirituele oriëntatie biedt—gericht op zingeving en bestemming—dreigt zij, in Bunyan’s interpretatie, de bredere roeping van de gelovige in de wereld te marginaliseren. De Bijbel getuigt immers van een geïntegreerd leven waarin liefde voor de naaste, toewijding aan het gezin, arbeidsethos en maatschappelijke betrokkenheid fundamentele uitingen zijn van navolging van Christus. Door deze dimensies impliciet te associëren met de ‘brede weg’, lijkt Bunyan een reductie van het christelijk leven tot een innerlijke, geïsoleerde reis te bepleiten.
Deze eenzijdige spiritualiteit weerspiegelt zich ook in de wijze waarop veel westerse gelovigen de Schrift benaderen: via de lens van de Persoonlijke Pastorale Toepassing (PPT), waarbij de vraag centraal staat wat de tekst betekent voor het individu, los van bredere sociale of ecclesiale contexten. Dit individualisme versterkt het idee dat het geloof primair een privéaangelegenheid is tussen ‘God en mij’.Tegenover deze benadering staat een groeiende beweging van gelovigen wereldwijd die de ‘kokervisie’ van het geïsoleerde pelgrimageleven afwijzen. Zij zoeken naar manieren om hun geloof relevant te maken in een wereld die geconfronteerd wordt met sociale, ecologische en morele crises. Voor hen is de smalle weg geen pad dat zich onttrekt aan de wereld, maar een levensstijl die zich juist midden in die wereld manifesteert—door dienstbaarheid, opofferingsgezindheid en liefdevolle betrokkenheid.
In dit licht verdient Bunyan’s werk een herinterpretatie. Niet om de kernboodschap van toewijding en volharding te verwerpen, maar om deze te herijken binnen een theologie die het Koninkrijk van God niet slechts als toekomstig einddoel ziet, maar als een realiteit die reeds hier en nu gestalte krijgt. De smalle weg is dan niet de route van religieuze afzondering, maar van belichaamde navolging in het dagelijks leven—waar de gelovige ingaat en uitgaat en weide vindt (Joh. 10:9), onder de hoede van de Herder.
*Over de mimese schijf ik binnenkort een aanlat blogs
12 november 2025
🎵 Psalm 42 en skinny jeans: een ontmoeting tussen traditie en trend
Een goede vriend van mij heeft buren die lid zijn van een traditionele protestantse kerk. Ze zijn best vriendelijk, maar over hun geloof praten ze niet zo makkelijk. Dat hebben ze van huis uit niet echt geleerd. Toch gebeurde er iets bijzonders toen ik bij hen op bezoek was.
Ze hebben een zoon die zwaar gehandicapt is. Hij heeft dag en nacht zorg nodig, kan niet zien en heeft moeite met leren. Maar wat hij wél kan, is indrukwekkend: hij kent bijna alle 150 berijmde psalmen uit zijn hoofd. En hij is altijd vrolijk.
Ik vroeg hem wat zijn favoriete psalm was. “Psalm 42,” zei hij. Dus ik begon te zingen:
’t Hijgend hert, der jacht ontkomen,Schreeuwt niet sterker naar ’t genot
Van de frisse waterstromen,
Dan mijn ziel verlangt naar God...
Ja, mijn ziel dorst naar den HEER;
God des levens, ach, wanneer
Zal ik naad'ren voor Uw ogen,
In Uw huis Uw naam verhogen? (Vers 1, er zijn er nog 6)
Zodra ik begon, zong hij meteen mee. Hij kende het hele vers. Dat raakte me. Het deed me denken aan vroeger, toen we op de basisschool elke week een psalm uit ons hoofd moesten leren. Op maandagochtend moesten we die dan opzeggen aan de juf of meester. En ja, dat telde mee voor je rapport!
Veel van die psalmen ben ik vergeten, maar zodra je er eentje inzet, komt de tekst en melodie vanzelf weer boven drijven. Het zit ergens diep opgeslagen.
Later sprak ik met de buurvrouw over muziek in de kerk. Ze snapte niet waarom sommige kerken steeds nieuwe, hippe liedjes willen. Ze zei: “Ik red me prima met de Psalter.” En eerlijk? Ze heeft een punt. Als je goed kijkt naar de inhoud van veel moderne kerkliedjes, is het soms lastig om een boodschap te bespeuren die verder gaat dan een claim op vrijheid, overwinning, emotioneel welbevinden en abstacte ideeën die de nodige fantasie vergen om ook maar enig aanknopingspunt te vinden met de rauwe werkelijk van het leven.
In de traditionele kerk zie je ook dat de dominees zich nog kleden zoals vroeger: netjes, ingetogen, met een boodschap van respect en eerbied. Dat is geen toeval, daar zit een gedachte achter.Aan de andere kant heb je de ‘vrije’ kerken. Daar draait het meer om vrijheid, authenticiteit en een losse sfeer. Maar ook daar zie je trends. De moderne prediker? Die herken je meteen: ultra skinny jeans met gaten, een hoodie, sneakers en een stoppelbaardje. Voilà, het uniform van de jonge, moderne, vrije prediker. Ze zijn echter minder vrij dan ze menen te zijn.
Iedere stroming heeft z’n eigen stijl en verhaal. Maar soms, zoals bij die jongen en Psalm 42, zie je dat deze oude woorden ongevoelig zijn voor trends, generatie op generatie houvast bieden en oude en nieuwe narratieven verbindt.


.png)
