Naast me , op stoel 33B, zat een vrouw van middelbare leeftijd. Dat zou de komende negen uur zo blijven. Vanuit mijn ooghoek zag ik dat ze op haar telefoon naar een bekende Aziatische teledominee luisterde. Dat was meteen een aanleiding voor een zes uur durend gesprek. Ze had haar eigen "bediening" en zoals tegenwoordig te doen gebruikelijk ook al twee boeken geschreven. Alles wat je maar kunt bedenken had ze God al zien doen. Behalve mensen uit de dood zien opstaan. "Maar wel dieren", voegde ze er aan toe. "Je bent er dus bijna," wilde ik zeggen, maar hield (wijselijk?) m'n cynische mond. Vervolgens kreeg ik in detail te horen hoe ze God aan het werk had gezien bij een bevallende teef die een van de pups schijnbaar dood had afgeleverd. Na handoplegging en een gelovig gebed kwam er leven in het dier.
Zo wisselden we over en weer verhalen uit maar het gesprek verliep niet vanzelf en stokte regelmatig. De reden daarvoor zoek ik dan maar bij mezelf. Ik vind het lastig om een gesprek te hebben met mensen die overal een antwoord op hebben, God helemaal uit kunnen tekenen en daarbij anderen bewust of onbewust bepalen bij de zonde van hun twijfel en vragen; God en mysterie gaan immers niet samen. Een echt debat voeren waarbij je met elkaar vanuit een zoekende, vragende houding de diepten en de randen van de theologie en de werkelijkheid waarin we leven verkent, is dan onmogelijk.
Wat is er veranderd sinds Prediker deze wijze woorden sprak: Wees niet te haastig met je woorden en doe God niet overijld met heel je hart geloften. Want God is in de hemel en jij bent op aarde, dus moet je spaarzaam met je woorden zijn (5:1).
God manifesteert zich als mens In Jezus Christus. In Hem krijgt God voor het eerst gestalte en krijgen we Hem te zien. Maar dat wil dan niet zeggen dat we Hem nu wel uit kunnen tekenen. Ook naar Jezus kijkend kunnen we niet anders dan in gesprek gaan en blijven over de betekenis en relevantie van Zijn woorden. Deze proberen samen te vatten in dogma's en belijdenissen helpen ons een stuk op weg maar als deze vervolgens geen ruimte meer laten voor verdere verkenningen en zoektochten en we ons aan deze dogma's en belijdenissen vast gaan klampen, reduceren we God daarmee tot iets wat Hij niet is: Hij laat zich niet vangen!
Aan de hand van de opgewekte pup had mijn buurvrouw een interessante conclusie over God getrokken: "God houdt net zoveel van dieren als van mensen".
Ik wilde nog zeggen dat Hij in haar praktijk de voorkeur had gegeven aan de pup, maar we waren inmiddels geland in Minneapolis.