12 november 2020

God losjes loszingen

Wat gebeurt er met God na een nachtje in de biotex?

Nadat God in de moderne tijd verbannen werd naar het domein van de spiritualiteit en verwante ideeën die haaks staan op alles wat verklaard en gemeten kan worden, mocht Hij in de na-moderne tijd weer een beetje terugkomen; ook het onverklaarbare en niet meetbare, zo besloot men, met de kunstenaars voorop, maakt deel uit van de werkelijkheid.

Dus mag God toch een plekje hebben. Fijn. 

Voor de Verlichting en het tijdperk dat we duiden als Modernisme stonden geloof en wetenschap niet perse tegenover elkaar. Dat kwam deels door de (macht van de) kerk die voor de rest van de wereld bepaalde wat waar en niet waar was. Als je een wereldbeeld had dat enigszins afweek van wat de kerk dicteerde, liep je kans op de brandstapel terecht te komen, gevierendeeld, of onthoofd te worden. Je keek dus wel uit.

Er waren er die niet uitkeken; de wegbereiders van wat we nu Verlichting en Modernisme noemen. Zonder dat ze zich hier wellicht bewust van waren gaven ze gehoor aan de Bijbelse opdracht om te onderzoeken, vragen te stellen en zaken uit te pluizen; een opdracht die impliciet te vinden is in het setje instructies dat Adam en Eva meekregen.

De Verlichting en het Modernisme schoven God terzijde. Maar omdat God zich niet zomaar terzijde laat schuiven moet dat eerder gezien worden als het afwerpen van het juk van de kerk.

Een van de in deze tijd ontstane tegenstellingen - wetenschap versus geloof - is echter voor velen gebleven. Het is pas de laatste tien, twintig jaar dat volgelingen van Jezus mondjesmaat beginnen te ontdekken dat wetenschap en geloof niet elkaars vijanden zijn; niet tegenover elkaar staan en elkaar zelfs verrijken. Dat kan verwarrend zijn en over het algemeen zal de mens er de voorkeur aan geven om verwarring te vermijden.

Een natuurlijke reactie is dan om de tegenstelling koppig te handhaven en de polarisatie te versterken: nog scherper de wij's en de zij's duiden. Voeg daar het immer wassende invidualisme bij en we komen uit bij een situatie waarin zelfs het "Wij gevoel" stilaan verwordt tot een "ik en de rest".

Na een flinke tijd in de voorwas te hebben gelegen lukte het eindelijk om God los te weken van de rest en konden we met hem doen wat we wilden. Hij was immers niet langer verbonden met de armen, de weduwen, de wezen, de vervolgden, de slachtoffers van kwaadwillende demonen (de menselijk variant) en treffen we God eerder aan in de privésfeer van de individuele(*) gelovige waarbij alles draait om het geloof als persoonlijke beleving. Dan kan het zomaar zijn dat het geloof in God gereduceerd wordt tot een beleving van een nog ontluikende liefdesrelatie of kalverliefde. Ik hoor dat terug in veel moderne "aanbiddingsliederen" waar de verbinding met de aarde hoogstens losjes en/of abstract te vinden is. Er wordt geroepen, geclaimd, geproclameerd, herhaald, aangezwollen, herhaald, nog wat aangezwollen en tenslotte nog driemaal het koortje, of een stukje van de laatste regel herhaald. De vijand wordt ingepeperd dat hij is overwonnen, verslagen, op moet rotten, niets meer te zeggen heeft en tal van varianten hierop. Als overwinnaars juichen we in onze christelijke coconnetjes. Zogeheten "opwekkingen" zijn veelal niet meer dan  "feestjes binnenshuis" waarvan het effect bij de buitendeur al is opgedroogd.

Ik kijk om me heen en zie een andere wereld. Een wereld waarin onrecht, leugen en bedrog heersen en zo'n drie miljard mensen nog nooit het verhaal van Jezus hebben gehoord. Een wereld waarin de kindersterfte daalt maar nog steeds elke dag 15 duizend kinderen voor hun vijfde verjaardag sterven aan  ondervoeding, infectieziektes en andere oorzaken waar we hier in Nederland niet of nauwelijks nog bang voor hoeven te zijn. En zo kan ik nog even doorgaan.

Daarom zing ik nog maar moeilijk mee.

(*) Het idee van individu is betrekkelijk nieuw en krijgt rond 1830 als fenomeen (individualisme) voet aan de grond. Een definitie: De ontwikkeling in de samenleving waarbij het individu en zijn behoeften meer centraal komen te staan. Hierbij wordt een individueel persoon niet langer beschouwd als een lid van een groter geheel (zoals een gezin of maatschappij), maar ligt het accent op die persoon als zelfstandig en zelfbepalend wezen.

02 november 2020

Als je andere dingen doet dan wat je zou moeten doen, hoe erg is dat? (GU4)

 Blog vier in een serie over de Geboren Uitsteller (GU)

Nu kwam ik er achter dat een boek dat ene John Perry, een chronisch uitstellende professor filosofie, schreef over uitstellen, ook in het Nederlands is verschenen. Snel voor vier euro een gelezen exemplaar gevonden via bookfinder.com bij een boekenmagazijn in Capelle aan den IJssel. Snel opgehaald. Ik had het boek namelijk snel nodig voor deze Blog omdat ik geen zin had om  eventuele citaten vanuit het Engels naar het Nederlands te vertalen.

Snel het boek doorlezen dus. Dat was vier dagen geleden en het boek ligt nog ongeopend op mijn bureau. De drang om eerst Ik wil dat jij bent van Tomas Halik te lezen was sterker dan de relatieve noodzaak om John Perry te lezen. Ook moest het Communistische Manifest van Marx en Engels nog even worden doorgenomen en lees ik de kneedbare Geest van Howard Gardner totdat ik in slaap val. Maar nu ben ik er bijna klaar voor. Dat ik gewoon maar ben begonnen met het schrijven van deze Blog maakt de stap om het boek van Perry te openen nu wel wat makkelijker.

En hier hebben we meteen een illustratie van wat Perry in zijn boek "structureel uitstellen" noemt. De uitsteller doet niet niets maar is veelal bezig met het uitvoeren van andere nuttige en constructieve taken die best wel wat zouden kunnen opleveren.: "De uitsteller kan gemotiveerd worden moeilijke, tijdrovende en belangrijke taken te doen zolang deze taken maar een manier zijn om iets belangrijkers niet te doen." (1) Ja, ik heb het boek eindelijk opengeslagen.

Verderop in zijn boek doet Perry wat suggesties over manieren waarop je jezelf zo kunt manipuleren dat je toch dat doet wat echt belangrijk is en op dit moment bovenaan je prioriteitenlijstje staat. Daarover meer in een latere Blog.

Mensen die liever met een zak chips of bierworstsjes op de bank liggen dan dat schilderij eindelijk eens ophangen of de lekke band plakken, zijn in pricipe gewoon lui. Luiheid en uitstellen zijn echt twee andere grootheden! Als deze twee samenvallen heb je wat ik met het volgende moeilijke woord samen zou willen vatten: een probleem. Herpak je en als dat niet lukt zoek dan hulp.

Gestructureerd uitstellen is dus niet zo dramatisch want er gebeurt wel degelijk wat. Je loopt naar de schuur om de bandenplakspullen tevoorschijn te halen om die lekke band te gaan plakken. Drie uur later is de schuur opgeruimd, de gereedschapskoffer opnieuw ingedeeld, de oplaadbare batterijen van de schroefboormachine opgeladen, de kapotte stereoset uit 1968 en de box (na vier kinderen en zes kleinkinderen) bij de kringloop gebracht. De band is nog niet geplakt maar "who cares"; je bent immers behoorlijk constructief bezig geweest en er iets niets lekkerder dan straks een band te plakken in een opgeruimde schuur.

John Perry, De kunst van het uitstellen (Houten-Antwerpen: Spectrum, 2013), 21