Mensen hebben verlangens. Ik heb verlangens.
Zijn deze verlangens het resultaat van autonoom denken; ontstaan zonder ook maar enige invloed van onze omgeving?
Ik zou graag willen kunnen zeggen dat die van mij puur en authentiek zijn maar dat zijn ze echt niet.
Voor mijn gevoel ben ik lichtjaren verwijderd van een beste versie van mezelf.
Het beeld van die beste versie komt ergens vandaan en ik besteed best wel wat energie aan het imiteren van die beste versie.
Naast dat die beste versie in mijn verbeelding knapper, atletischer is en er eeuwig jong uit blijft zien, zijn het vooral kenmerken en eigenschappen die ik aspireer en na wil bootsen.
Zo vind ik het heel frustrerend dat ik niet de wijze, verstandige, geduldige, liefhebbende, vrolijke, altijd hoopvolle en tal van andere begerenswaardige eigenschappen manifesterende man ben die ik in mijn verbeelding zie.
Het spanningsveld waarin ik me bevind is tussen de rauwe en vaak harde werkelijkheid van wat hier en nu is, en mijn inbeelding van wat kan zijn. Daarin ben ik niet alleen. Juist omdat er anderen zijn die eenzelfde nabootsing van een denkbeeldige betere versie nastreven moedigt dat mij aan om iedere dag een stukje verder te komen.
In de bijbel vinden we een opsomming van wat de apostel Paulus de vrucht van de Geest noemt: liefde, vreugde, vrede, geduld, lankmoedigheid, goedheid, vriendelijkheid, zachtmoedigheid, trouw, bescheidenheid, zelfbeheersing en kuisheid. Iedereen maakt een eigen projectie van hoe die vrucht er in zijn/haar leven idealiter uit zou zien. Daarnaast worden gelovigen aangemoedigd om die vrucht na te streven of, en dat gebeurt helaas ook, in een zelf misleidende vorm van ontkenning te claimen en te menen dat het door het geloof al is ontvangen en het slechts zaak is om het te activeren. Als dat laatste waar zou zijn, wat zou de wereld en de kerk er dan mooi uitzien.
Maar waarom zou ik eigenlijk willen veranderen? In de eerste plaats niet voor mezelf (ik heb me er zo'n beetje bij neergelegd dat ik een armoedzaaier ben en blijf) maar vooral om de mensen om me heen; die het dichtst bij mijn leven betrokken zijn: mijn vrouw, mijn kinderen en kleinkinderen, mijn vrienden. Ik kan wel een grote waffel hebben over hoe belangrijk het volgen van Jezus voor me is; Hij representeert het ideaal (een ideaal dat buitengewoon aantrekkelijk is en alle moeite van het volgen waard) maar als die grote waffel zich niet uit in een groot hart, dan zou ik er beter het zwijgen toe doen.
Mijn verlangen om een betere echtgenoot, vader, opa, vriend, buur en medeweggebruiker te zijn wordt gevoed door externe factoren; het leven van Christus, de voorbeelden van mannen en vrouwen om me heen die bepaalde eigenschappen in de pocket lijken te hebben en de gevoelde sociale druk en verwachtingen van de groepen waar ik deel van uit maak.
Het besef van tekort kan ik ook wel relativeren. Ik besef dat het beeld van die betere versie precies is wat het is: een beeld, dus grotendeels een illusie.
Waar ik het vandaag mee moet doen is wat er nu is. Verre van volmaakt en tegelijk hoopvol.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten