Een goede vriend van mij heeft buren die lid zijn van een traditionele protestantse kerk. Ze zijn best vriendelijk, maar over hun geloof praten ze niet zo makkelijk. Dat hebben ze van huis uit niet echt geleerd. Toch gebeurde er iets bijzonders toen ik bij hen op bezoek was.
Ze hebben een zoon die zwaar gehandicapt is. Hij heeft dag en nacht zorg nodig, kan niet zien en heeft moeite met leren. Maar wat hij wél kan, is indrukwekkend: hij kent bijna alle 150 berijmde psalmen uit zijn hoofd. En hij is altijd vrolijk.
Ik vroeg hem wat zijn favoriete psalm was. “Psalm 42,” zei hij. Dus ik begon te zingen:
’t Hijgend hert, der jacht ontkomen,Schreeuwt niet sterker naar ’t genot
Van de frisse waterstromen,
Dan mijn ziel verlangt naar God...
Ja, mijn ziel dorst naar den HEER;
God des levens, ach, wanneer
Zal ik naad'ren voor Uw ogen,
In Uw huis Uw naam verhogen? (Vers 1, er zijn er nog 6)
Zodra ik begon, zong hij meteen mee. Hij kende het hele vers. Dat raakte me. Het deed me denken aan vroeger, toen we op de basisschool elke week een psalm uit ons hoofd moesten leren. Op maandagochtend moesten we die dan opzeggen aan de juf of meester. En ja, dat telde mee voor je rapport!
Veel van die psalmen ben ik vergeten, maar zodra je er eentje inzet, komt de tekst en melodie vanzelf weer boven drijven. Het zit ergens diep opgeslagen.
Later sprak ik met de buurvrouw over muziek in de kerk. Ze snapte niet waarom sommige kerken steeds nieuwe, hippe liedjes willen. Ze zei: “Ik red me prima met de Psalter.” En eerlijk? Ze heeft een punt. Als je goed kijkt naar de inhoud van veel moderne kerkliedjes, is het soms lastig om een boodschap te bespeuren die verder gaat dan een claim op vrijheid, overwinning, emotioneel welbevinden en abstacte ideeën die de nodige fantasie vergen om ook maar enig aanknopingspunt te vinden met de rauwe werkelijk van het leven.
In de traditionele kerk zie je ook dat de dominees zich nog kleden zoals vroeger: netjes, ingetogen, met een boodschap van respect en eerbied. Dat is geen toeval, daar zit een gedachte achter.Aan de andere kant heb je de ‘vrije’ kerken. Daar draait het meer om vrijheid, authenticiteit en een losse sfeer. Maar ook daar zie je trends. De moderne prediker? Die herken je meteen: ultra skinny jeans met gaten, een hoodie, sneakers en een stoppelbaardje. Voilà , het uniform van de jonge, moderne, vrije prediker. Ze zijn echter minder vrij dan ze menen te zijn.
Iedere stroming heeft z’n eigen stijl en verhaal. Maar soms, zoals bij die jongen en Psalm 42, zie je dat deze oude woorden ongevoelig zijn voor trends, generatie op generatie houvast bieden en oude en nieuwe narratieven verbindt.
.png)

‘Ze zijn echt minder vrij ….’ moet volgens mij ‘Ze zijn echter minder vrij ….’ zijn.
BeantwoordenVerwijderenJan Veenman
BeantwoordenVerwijderen