Of de stoelen worden steeds smaller, of mijn schouders worden breder. Ik ben de twee opties aan het overwegen terwijl de een na de andere passagier, omhangen met en omgeven door een halve verhuiswagen aan spullen, zijn en haar weg zoekt naar het rijtje waarin zich de hem en haar toegewezen stoel bevindt. Met stoïcijnse blikken, gericht op een vast punt achterin het vliegtuig, of starend naar de instapkaart (alsof het daarop afgedrukte stoelnummer onverwachts zou kunnen verspringen) wordt een deel van de spullen die ze voor, op, boven, achter en naast hun lichaam hebben gehangen aan mijn schouder afgeveegd. De overhellende schouder vormt een irritant obstakel. Ik kan echter niet verder de andere kant op leunen. Ik hel wat extra het gangpad in zodat sommige passagiers vast komen te zitten tussen mijn schouder en die van mijn buur aan de andere kant van het gangpad; ik zal ze leren! Altijd spannend wie het eerst sorry zegt.
Les: volgende keer toch maar weer bij het raam zitten en niet aan het gangpad.
Mijn directe buurman zal de komende dertien uur geen moment stilzitten en om de twee minuten luid zuchten. Een zuchten dat de wens verbergt dat iemand hem naar zijn reizerij gaat vragen en hem de gelegenheid geeft om uitvoerig te vertellen over ongemakken die hij heeft moeten doorstaan, hoe erg het reizen is en wat slaaptekort met je doet. Ik geef niet toe aan de bijna onweerstaanbare drang om hem een opening te geven en houd dertien uur mijn kaken op elkaar.
Het is gek hoe de beleving van dertien uur in de lucht ervaren wordt als zeer traag verlopende tijd. De wijzers zijn niet vooruit te branden. Er zal wel een relatie bestaan tussen nietsdoen en tijdsbeleving. Het gekke is dat als je die tijd in de lucht later samenvat, je er maar weinig van kunt herinneren. Alleen dat het lang duurde en er niets gebeurde. Zet daartegenover dertien uur waarin je extrreem productief bezig bent, verschillende dingen onderneemt en tal van mensen ontmoet. Die tijd vliegt voorbij en je hebt een uur nodig om een samenvatting te geven. de samenvatting van dertien uur in een vliegtuig waarbij je vrijwel niets doet is in twee zinnen klaar.
Ik dacht aan de beleving, de verspilling en het gebruik van tijd toen Joseph Roth in zijn Radetzkymars de volgende observatie over de hoofdpersoon neerpende: "Het leven scheen sneller te gaan dan de gedachten. En voor hij een besluit genomen had was hij een oude man."
Steeds minder vaak leef ik alsof ik nog een heel leven voor me heb. Statistich gezien heb ik 70% opgemaakt en ben me steeds meer bewust van hoeveel tijd ik weg heb laten lekken en ben nog aan het besluiten of ik spijt moet hebben van die lekkage's of niet.
Het is een vreemde gewaarwording te beseffen dat we een klein deel van ons leven bezig zijn met het onszelf omhangen met allerlei hinderlijke en vooral onnodige bagage. Het meeste daarvan is ongewenst en ongewild; het is ons omhangen door anderen en omstandigheden. Vaak is de mens zich er niet eens van bewust dat het uitsteekt en zichzelf en anderen belemmert. Ik heb het dan over die bagage die ons in de weg zit, ons klem zet tussen ons bekenden en onbekenden en een vrije doorgang belet.
We leggen onze levensreis af mèt die bagage waarvan we ons wel of niet bewust zijn. Misschien dat zij die zich er niet bewust van zijn er de minste hinder van ondervinden en het beste af zijn. Zij die zich er wel bewust van zijn, zijn een belangrijk deel van hun leven (vaak tot aan het eind) toe bezig om te begrijpen waar het vandaan komt en er vanaf te geraken en dat kan gerust een obsessie worden.
Wellicht is de meeste gezonde optie wel van allebei een beetje. Èn stoicijns èn bewust. Ik weet het niet goed en wil er ook niet te lang over nadenken met statistisch nog 30% energie in de batterij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten