De man was een weekend weggeweest. Met andere mannen. Stoere
dingen doen zoals vlotten bouwen en andere lichamelijk inspannende dingen zoals
heel hard rennen. Als het donker wordt mag er legaal een vuurtje worden gestookt
en deelt men traumatische ervaringen, blije gebeurtenissen en ander drama..
Er was iemand besteld die over Adam had verteld en dat had
nogal indruk op de man gemaakt. Adam, de eerste mens die de Bijbel noemt en ook
bekend als de man van Eva, was eerder geschapen dan het paradijs en de vraag
dringt zich dan meteen op: waar hing hij uit voordat de tuin klaar was? De
bestelde man had daarover nogal wat te zeggen gehad. Onder andere dat God Adam stoere
dingen, zoals jagen, had geleerd en zodoende van hem een echte vent had gemaakt:
Adam als archetype van de bink naar Gods beeld!
Ik was er niet bij en ben wellicht de minst gekwalificeerde
persoon die over dit soort initiatieven en evenementen iets zou mogen zeggen. Er is niets in mij dat zich ook maar enigszins
tot dit soort samen in de blubber rennende, provisorische onderkomens bouwende,
Kumbaya-achtige activiteiten voelt aangetrokken. Waarschijnlijk uit angst dat
ik dan allerlei dingen te horen krijg en over mezelf ontdek die mij tot minder
vent maken dan ik momenteel ben. Het denkbeeldige lijstje met dingen die ik
vervolgens moet gaan doen die er toe gaan bijdragen dat “Jan 2.0” goed uit de
verf komt doet de deur bij voorbaat al dicht.
De mens lijkt een onverzadigbare honger en dorst te hebben
naar het weten en begrijpen. De talloze boeken die geschreven zijn en nog
geschreven gaan worden over de spaties tussen woorden en witregels tussen alinea’s
- het willen weten, het speculeren op het onbekende; to boldly go where no man
has gone before – petje af voor allen die het onbekende induiken en verkennen!
De honger om te weten; speculaties kunnen deze honger niet
stillen en verzadiging is een illusie. Het wordt echter gevaarlijk wanneer
speculaties een eigen leven gaan leiden en tot waarheid worden verheven. Binnen
de wetenschap is het niet ongebruikelijk dat wat we dachten te weten niet het
laatste woord bleek te zijn. Het vermeende weten wordt regelmatig ontzenuwd en het
oude weten moet plaats maken voor het nieuwe weten.
De stelligheid waarmee, binnen de kringen waarin ik me
beweeg, zaken die we eigenlijk helemaal niet weten tot waarheid worden verheven,
is zorgelijk. Ik heb overigens geen problemen met stelligheid. Ik kan het zelf
ook aardig. Maar het is van groot belang dat we duidelijk onderscheid maken (en
dat ook duidelijk communiceren) tussen feit en fictie. Doe we dat niet dan zou
er zomaar iemand met een levensecht en natuurgetrouw beeld van Adam op kunnen
komen draven. Je weet wel, die foto van toen hij werd gehuldigd als
wereldkampioen boogschieten.
En zo worden er heel wat foto’s enthousiast gedeeld van vermeende
gebeurtenissen. Zelf heb ik er steeds minder. Er helemaal vanaf komen is een illusie. Iedereen heeft een foto of wat nodig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten