Je hoort "Hasta la Vista, Baby," als een papegaai klanken reproduceert die deze heeft gehoord, en weer gehoord, en nog eens gehoord. Die papegaai kan niet uitleggen wat "hasta", "la" en/of "vista" betekent. De knappe papegaai die hieraan toe zou voegen: "tussen haakjes; dit is Spaans voor 'tot ziens, lekker ding,'" zal nooit geboren worden.
Zo hoorde ik onlangs iemand in de kerk papegaaien "het gaat er niet om wat je doet, maar wie je bent." Voor dit soort uitspraken hoef je trouwens niet in de kerk te zijn, hoewel de identiteitshype haar heerlijk in de houdgreep heeft.
De eenzijdige nadruk op identiteit die vervolgens zaken zoals "je ding doen," "jezelf zijn," "dicht bij jezelf blijven" en "authentiek zijn" annexeert, is niet zozeer te herleiden tot een Bijbelse waarheid die na eeuwen onder het stof te hebben gelegen, plotseling herontdekt wordt.
Nee, het is eerder een ontwikkeling die zich van buiten de kerk naar binnen heeft gewerkt. Zelfontplooiing, zelfbewustzijn en zelfactualisatie zijn onder meer een reactie op een ongebreidelde economische ontwikkeling waarbij we collectief neigden naar een te overdreven accent op de mens als productie eenheid. "Wat doe je," is een vaak gestelde vraag en gretig leggen we aan onze gesprekspartner uit wat onze (vaak wat aangedikte) economische waarde is.
De vraag "wie ben je?" laat zich wat moeilijker beantwoorden, althans als de - uhhs, ahhs, en interessante vraag - reacties die vaak gehoord worden daarvan een indicator zijn.
Op zich is hier helemaal niets mis mee. Een goede, gezonde balans tussen zijn en doen; je hoeft geen 70 jaar op aarde rond te rommelen voordat je die ontdekking doet. Het vinden van die balans is een levenstaak waarbij nooit een zuiver midden gevonden wordt.
Onlangs stond er in een kerk, en vanachter het katheder een soort van super papegaai - hoe deze specimen aan zendtijd was gekomen is mij overigens een raadsel- tot zijn eigen lieve lust een partij te braken! De golven stortten zich over het schijnbaar gedweeƫ publiek, dat zich op en neer liet dirigeren en de klanken van de papegaai zelfs (in opdracht) nabootste.
Nu wordt het een papegaai niet aangerekend dat deze de context van de geuite klanken niet kent. Maar dat is anders bij een menselijke papegaai. Als duidelijk wordt dat deze slechts klanken nabootst die door een andere, nog grotere en kleurrijker papegaai zijn gesouffleerd, dan hebben we collectief een probleempje. Zeker als we dat passief laten gebeuren.
De Geest van Facebook heerst ook in de kerk: ik lees wat en ik hoor wat en als dat gelezene of gehoorde in mijn straatje past en/of ik vind dat dit ook het straatje van mijn vrienden door moet hengsten, dan like of share ik het toch. Puur papegaaiengedrag.
Het is natuurlijk verleidelijk om niet door het vervelende, tijdrovende traject van denken en toetsen heen te hoeven gaan. Laat anderen het werk maar doen. Ik braak dan wel na.
Als de doorworsteling van de materie ontbreekt (relaties, het leven met haar vreugde en verdriet, de vraag naar waarheid en zin, enzovoorts), is dat wat er over die materie gezegd wordt niet veel meer dan het karikatuur van een brakende papegaai.
Ik geloof nog voldoende in de mens om te geloven en te stellen dat we veel beter kunnen dan klanken uitstoten: woorden die uit de worsteling met het leven omhoog borrelen en leven en bemoediging brengen aan hen die daarnaar snakken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten