19 januari 2014

En toen bleef er wat plakken

Na de dienst sprak Paul me aan en vertelde hoe ik een aantal jaren geleden had verteld over mijn avontuur met het maken van discipelen. Het inspireerde Paul voldoende om vrijwel meteen op eenzelfde manier aan de slag te gaan. Daaruit zijn tot op heden dertig nieuwe groepen ontstaan. Dat maakt mijn dag goed!
Een man kwam naar me toe die me exact kon vertellen waarover ik zeven jaar geleden had gesproken en hoe zijn leven daardoor op een totaal ander spoor terechtkwam.
Weer een ander haalde een foto van mij en Martha uit z'n binnenzak: "deze hangt bij ons thuis op de koelkast. We bidden regelmatig voor jullie."
En ik me maar afvragen of er uberhaupt wel iets blijft plakken.

Wat ook blijft plakken is de stront van de kat die besloten heeft zichzelf op het tapijt naast mijn bed te ontlasten. Wat een onzalige beesten zijn het toch. Ik ken geen ander beest dat zo vervreemd is van enige bekommernis om andere wezens. De kat is de sublimatie van zelfgerichtheid. De mens trapt er in en geeft de kat wat'ie wil. Kattenliefhebber vinden mij niet lief omdat ik katten niet liefheb. Ergerniswekkend. Dat zijn ze.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten