Als er een Bijbels thema is wat tot de grootste verwarring in mijn leven heeft geleid is het dit wel: dood zijn voor de zonde (Romeinen 6). Het werd er al vroeg ingehamerd (je bent dood) maar legde ook de basis voor verwarring; als ik dood ben voor iets hoe komt het dan dat ik het nog overal zie en voel. In het begin dacht ik dat het te maken had met het feit dat ik nog maar een baby was in de christelijke levenswandel; gewoon doorwandelen en je wordt steeds "doder." Om me heen zag ik andere nieuwe mensen die dat dood zijn veel beter onder de knie leken te hebben. Met inspanning van alle krachten deed ik zo dood mogelijk en richtte m'n energie op het eruit persen van het nieuwe leven. Uiteraard met alle gevolgen van dien: desillusie en teleurstelling.
Zolang ik leef blijft mijn lichaam onderhavig aan krachten en wetten die er gewoon zijn zoals die van de veroudering, de zwaarte en van de zonde.
Wat betreft dat dood zijn voor de zonde gaat het vooral om de kijkrichting. Wat Christus heeft gedaan aan het kruis is voor die zonde sterven. Hij heeft die zonde 'op zich genomen' en mee het graf ingenomen. Door mijn geloof in Hem wordt lift ik als het ware mee in dat proces. Die zonde is nu niet langer de allesoverheersende kracht in mijn leven en ik hoef 'mijn leden niet langer in haar dienst te stellen.' Het wonder is dat het mogelijk is om diezelfde 'leden' nu in dienst te stellen van de gerechtigheid (dat doen wat juist en billijk is).
En dat werkt wel. Als ik blijf zien op de allesvernietigende kracht van de zonde, trekt dat mij vanzelf naar beneden. Als ik een ander brilletje opzet en ik zie hoe Christus die allesoverheersende en allesdoorsijpelende kracht heeft vernietigd en dat die actie van Christus voor God eens en voor altijd voldoende is om mij niet langer als gevangene van het systeem met haar onherroepelijke einde te zien, maar als een volkomen nieuwe mens, in staat tot goeddoen, begin ik mijn dag toch anders.
Er is hoop.
toppertje. mooi hoor Jan.
BeantwoordenVerwijderen