Met vijftig man in een kleine, holle ruimte op een kamp in Pennington, begint er vroeg of laat een melodietje in mijn hoofd te zingen, doef, doef, doef. Met pijnstillers gaan slapen hopend en biddend dat doefje weg zou ebben.
Het is nu zaterdagochtend, tien voor zes en het is DOEF, DOEF, DOEF.
Met vandaag vijf sessies te gaan is het meteen de meest ongelukkige dag om Doef te hebben. Zojuist heel heet gedouched en een pijnstillercocktail van paracod en ibiprofeen genomen.
Het programma van dit Life Direction weekend zit veel te vol. Mijn collega's stonden erop dat we, naast de acht sessies van anderhalf uur ook nog bidden voor de rest van de wereld, workshops aanbieden, spelletjes doen en om zes uur 's-morgens beginnen. Dat laatste moet wel omdat we anders ons programma niet af kunnen werken. Gevolg is dat, omdat het aantal douches en de voorraad heet water beperkt is, men om half vijf al in de weer was. Nu moet is de boel straks wakker en bij de les zien te houden.
Ellen wandelt net onze kamer binnen en haar gezicht staat op donderen: het warme water was op. Ondercapaciteit van zo'n beetje alles schijnt typisch en universeel te zijn voor dergelijke, christelijke kampen. Alles is oud en werkt net niet. Dunne matrassen op solide, niet lucht doorlatende bedbodems zodat je in het lichaamsvocht van de vorige beslaper mag woelen. Douchekoppen die verkalkt zijn en het water meer horizontaal dan verticaal door de douchruimte verspreiden en ga zo maar door.
Sommigen vinden dit een avontuur. Ik niet. Daarom richt ik me maar op de resultaten in de levens van de deelnemers
Geen opmerkingen:
Een reactie posten