Pas als ik geconfronteerd wordt met Gods wet, kom ik er achter dat ik vreselijk tekortschiet.
Gods norm is: liefhebben. Onvoorwaardelijk en zonder te discrimineren. Als ik die norm serieus neem kom ik mezelf keihard tegen omdat het mij onmogelijk lijkt om iedereen onvoorwaardelijk lief te hebben. Het ging prima met me, totdat ik Gods wet wilde doen. Tot die tijd stond ik in mijn recht en gelijk om de een meer lief te hebben dan de ander en een enkeleing zelfs te haten. Ik kon dat verklaren en je zou me gelijk hebben gegeven.
Nu ik Gods wet wil doen, gaat het opeens niet zo goed met met me. Ik heb een probleem.
Met liegen gaat het net zo. Gods norm is de waarheid. Altijd en overal. Totdat ik daarmee werd geconfronteerd voelde ik me prima met m'n leugentjes en leugens.
Nu ik aan Zijn norm wil voldoen, heb ik een probleem. Ik betrap me op onwaarheden, halve waarheden en verzwijgen.
Shit.
De wet van God is volmaakt en ik ben dat niet. Ik ben volmaakt incompatibel met Gods wet. En toch zie ik dat Gods weg de beste is.
Romeinen 8 leest:
Wat de wet van Mozes niet kon, omdat ze machteloos was door ons zondige bestaan, dat deed God. Hij heeft zijn Zoon in datzelfde zondige bestaan gestuurd als een offer voor de zonde, en daarmee de zonde juist binnen dit bestaan zelf veroordeeld. Zo kunnen wij nu volbrengen wat de wet van ons eist: want we leiden geen leven meer zonder God, maar we leven volgens de Geest van God. Wie zich laten leiden door hun zondige ik, zetten hun zinnen op zondige dingen. Maar wie zich laten leiden door de Geest, zetten hun zinnen op wat de Geest wil.
Wat een oplossing! Daar word ik toch lichtelijk happy van!

Geen opmerkingen:
Een reactie posten