Na gisteren in de Brandaris te hebben gesproken (Preek beluisteren? Klik hier) ben ik doorgereisd naar een middelgrote plaats in de Alblasserwaard om daar mijn jaarlijkse opwachting te maken.
Het was een 'speciale', een 'bijzondere', een 'zendingsdienst'. Zending is iets bijzonders geworden, een abnormaliteit.
Het was een 'speciale', een 'bijzondere', een 'zendingsdienst'. Zending is iets bijzonders geworden, een abnormaliteit.
Waar Jezus zijn discipelen een zendingsbevel gaf: 'ga', is de werkelijke bestaansreden van de kerk gereduceerd tot een met regelmaat (een keer per jaar is ook regelmatig) terugkerende bijzonderheid. De opdracht van de Heer om de wereld te veroveren met het Goede Nieuws is door de kerk naar het rariteitenkabinet verwezen.
De vijftien minuten durende presentatie over een zendingsproject was een schoolvoorbeeld van hoe het komt dat we er maar een keer per jaar over willen horen. Omdat deze zin al genoeg zegt over wat ik er van vond, laat ik verdere bespiegelingen maar achterwege. Het was een gemiste kans voor dat wat voor God van het allergrootste belang is.
Wat ik er van gebakken heb vind ik zelf maar moeilijk te beoordelen. Allereerst had ik het met het zingen al helemaal gehad. De geachte aanwezigen moesten het opnemen tegen een muur van geluid. Van enige subtiliteit was geen sprake: rammen met die hap. Aanbidden zult gij!
Ten tweede was de aankondiging dat dit een 'bijzondere' dienst was een eigen leven in mijn hoofd gaan leiden. En ik denk dat ik daar ietsepietsie te scherp iets van heb gezegd (en dan zeg ik het voorzichtig).
De dag verder doorgebracht met familie die op bezoek was ter viering van de verjaardagen van Martha en Martijn. De resterende tijd doorgebracht in E. Stanley Jones' boek "Mahatma Gandhi". Jones was een goede vriend van Gandhi en beschrijft o.a. waarom dat Gandhi zich niet wilde bekeren tot Christus. Daarover later meer.
De vijftien minuten durende presentatie over een zendingsproject was een schoolvoorbeeld van hoe het komt dat we er maar een keer per jaar over willen horen. Omdat deze zin al genoeg zegt over wat ik er van vond, laat ik verdere bespiegelingen maar achterwege. Het was een gemiste kans voor dat wat voor God van het allergrootste belang is.
Wat ik er van gebakken heb vind ik zelf maar moeilijk te beoordelen. Allereerst had ik het met het zingen al helemaal gehad. De geachte aanwezigen moesten het opnemen tegen een muur van geluid. Van enige subtiliteit was geen sprake: rammen met die hap. Aanbidden zult gij!
Ten tweede was de aankondiging dat dit een 'bijzondere' dienst was een eigen leven in mijn hoofd gaan leiden. En ik denk dat ik daar ietsepietsie te scherp iets van heb gezegd (en dan zeg ik het voorzichtig).
De dag verder doorgebracht met familie die op bezoek was ter viering van de verjaardagen van Martha en Martijn. De resterende tijd doorgebracht in E. Stanley Jones' boek "Mahatma Gandhi". Jones was een goede vriend van Gandhi en beschrijft o.a. waarom dat Gandhi zich niet wilde bekeren tot Christus. Daarover later meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten