12 augustus 2013

Zesentwintig keer Shalom zingen

Ja, echt gebeurd. Mijn dochter was er bij en die heeft meegeteld. Het koortje "Shalom, Shalom, Shalom Ha'Mashiach, Shalom, Shalom," werd door de aanwezigen 26 (zes-en-twintig) keer herhaald. In eerste instantie was ik zeer verheugd toen ik de "setlist" zag. Nog geen handjevol liederen, de preek en dan koffie.
Je zit erbij, je zingt een of twee keer mee, je kijkt ernaar en na enkele minuten wordt het een een beetje surreëel. Toen ik uiteindelijk in de blessuretijd op het podium mijn overdenking mocht afleveren kon ik me nog maar moeilijk concentreren. Het is al even gelden en ik weet niet meer precies wat ik als inleiding op de preek heb gezegd maar volgens mijn dochter kon ik het niet laten om "er wat van te zeggen."  Ik kan me zo voorstellen, mezelf een beetje kennende, dat ik iets in de geest van "ik denk dat ze na twee keer zingen boven wel hoorden." De betreffende groep bestaat al jaren niet meer en de gelovigen hebben hun weg gevonden naar kalmere, of onstuimigere wateren.
Hoe dan ook, (onnodige) herhalingen wordt als de grootste preekergernis beleefd. Ik ben me ervan bewust dat ik me er zelf regelmatig aan schuldig maak. Als ik me gewoon aan mijn tekst houd, is er niets aan de hand. Maar nee, hoor. Meneer moet zo nodig allerlei zijweggetjes inslaan zodat het voor niemand meer duidelijk is waar het ook alweer over ging. Dus terugspoelen en een stukje herhalen. Meer voor mezelf dan voor de luisteraar. Ik was immers het spoor bijster en moest me herpakken. Om er weer "in te komen" doen we een stukje van de preek over. En dat allemaal in de kostbare tijd die de luisteraar heeft opgeofferd.

Maar misschien lijdt de herhaler aan een vorm van dyspraxie; een stoornis bij het verwerken van informatie die vroeger "minimal brain dysfunction" werd genoemd. Dit kan gevolgen hebben voor spraak:

  • Voortdurend praten en zichzelf herhalen. Sommige lijders hebben moeite met het organiseren van inhoud en volgorde van hun verhaal.
  • Onduidelijk spreken en het niet kunnen uitspreken van sommige woorden.
  • De spraak kan een oncontroleerbare toonhoogte, volume en snelheid hebben.

Ik denk dat dit niet de voornaamste oorzaak is. Misschien heeft het meer te maken met de psychologische behoefte van de mens om gehoord te willen worden. Of wordt herhaling misschien aangewend om de gevonden waarheid tot het brein en hart van iedere individuele bezoeker te laten doordringen? Mischien heeft herhaling een functie voor de prediker zelf: "als ik het nog een keer luid en duidelijk zeg, ga ik het zelf misschien ook geloven."
Het kan ook in het verlengde van onze opvoeding liggen. Diep vanuit de krochten van ons geheugen horen we de woorden van onze moeders en vaders: "Waarom moet ik altijd alles drie keer tegen je zeggen voordat je luistert?" Een keer iets zeggen werkt niet en dat weten uit eigen ervaring.

Ik dwing mezelf meer en meer om te schrappen en stel de vraag wat ik weg kan laten om in twintig minuten helder en duidelijk te zeggen waar ik "normaal gesproken" in onduidelijker vorm en met herhalingen veertig minuten over doe. Het publiek zal me erkentelijk zijn en we zijn allemaal eerder bij de koffie. Daar scoor je pas echt punten mee.

07 augustus 2013

Wijnproeverij tijdens een christelijke vaartocht

Vraag: Wat hebben schepen, wijn en christenen gemeen?
Antwoord: Het gebruik van de term "diepgang."

Onder de in een eerdere blog genoemde preekergernissen treffen we "gebrek aan diepgang" aan. In de korte toelichting bij deze ergernis wordt vermeld dat diepgang subjectief is. In het geval van preek en wijn (*) zal dat zo zijn. Bij een schip kun je diepgang echter objectief meten. Een preek kan als diep worden ervaren als bij de ontvanger de bodem van de ziel wordt geroerd terwijl de preek, objectief theologische geanalyseerd, nauwelijks ontworpen was om diep te gaan. Een kort zinnetje zoals bijvoorbeeld "God houdt van je" zal door de ene gelovige als cliché worden ervaren terwijl dezelfde zin het leven van degene die naast de van verveling gapende kerkganger zit volkomen op de kop kan zetten.

Vinologen en gelovigen lenen de term "diepgang" van het varende volk. De diepgang van een schip is, bij gelijkblijvende lading, constant. Een leeg schip heeft minder diepgang dan een afgeladen schip en de diepte van het water bepaalt of het schip ergens wel of niet kan varen. Als het schip de preek is dan is het hart van de toehoorder het water, of om in maritieme termen te blijven, de watergang.

Een van de eerste christelijke boeken die ik las was "het normale christelijke leven" van Watchman Nee. Ik vond het een saai en simpel boekje. Die termen gebruikte ik om te verdoezelen dat ik geen idee had waar de beste man het over had. De boodschap kwam geen millimeter vooruit. Pas jaren later, nadat er iets van wat op een watergang leek in mijn leven was ontstaan, was er de nodige diepte die het schip nodig had om te varen en had ik wat aan het boek.

Predikers hebben de verantwoordelijkheid om diepe schepen te bouwen en, door te spelen met de lading, de diepgang af te stemmen op de ontvangers.
Ontvangers hebben de verantwoordelijkheid om, middels structureel baggerwerk, te zorgen voor een gezonde waterweg. Dat baggeren wordt door anderen gedaan. Er zijn baggerschepen die de watergang bewust uitdiepen. Er is de stroming die, wanneer deze sterk genoeg is, voor een verdieping kan zorgen. Daar hoef je niet veel voor te doen. Dat regelt het leven met al haar ongeplande, ongewenste en onverwachte grilligheid zelf wel.

De prediker gebruikt de Bijbel, Gods Woord, als instrument. Als de prediker het over vuur heeft, terwijl mijn dorstige ziel zich wil laven aan melk en honing dan kan de preek wel twintig meter diep zijn maar mij raakt het op dat moment niet.
Maar een beetje water verdraagt dat wel!

Gods woord is (onder andere):
een lamp voor mijn voet 
zoeter dan honing 
overvloeiende van melk en honing 
honing dat de ogen verlicht... 
kostbaarder dan goud 
goudzoeken 
als regen en sneeuw 
als zaad 
als vuur 
als een hamer 
als melk 
als een zwaard 
als reinigend water

(*) Een wijn heeft diepgang als hij veel schakeringen heeft in geur en smaak

06 augustus 2013

Verschrikkelijk preek

Een van de "big five" van preekergernissen dat een onderzoek aan de dag legt is het gemis aan praktische toepassing van de overwegingen des predikers. Veel instructies die we in de Bijbel tegenkomen zijn in principe niet al te ingewikkeld om uit te voeren. "Maakt discipelen, ziet om naar wezen en weduwen, verkondigt het evangelie, hebt elkaar lief" er is niet veel verbeelding voor nodig om deze instructies om te zetten naar de praktijk. De soms gehoorde oversimplificatie - laten we het maar gewoon gaan doen - zet blijkbaar niet al te veel zoden aan de dijk; de wereld zou al lang een veel betere plek zijn omdat al die christenen "gewoon doen" wat Christus hen opdraagt te doen.
De lat ligt hoog en de gelovige zoekt naar het volgende stapje dat hem/haar in staat stelt vandaag ietsje meer lief te hebben dan gisteren, vandaag de wees meer barmhartigheid te bewijzen dan gisteren. De frustratie is niet zozeer met een eventueel gebrek aan helderheid in de instructie. De frustratie is de strijd met het hart. Elke prediker die een volgende stap in een mogelijk te overwinnen obstakel weet te verwoorden, krijgt lof - wat een heerlijk praktische preek: "daar kan ik wat mee".
Onlangs sprak een predikant over de instructie van Paulus aan Timoteus om zich niet te schamen voor het getuigenis van de Heer en voor Paulus die in de bak zat. De strekking was dat we geen reden hebben om ons te schamen met daarop, geheel naar verwachting, de oproep om het morgen allemaal wat beter te doen. De predikant, en dat sierde hem, begon met te zeggen dat hij zich meestal voor het evangelie schaamt. Nog even lost van de context - hier wordt niet bedoeld dat we onze schroom overwinnen en morgen de zeepkist mee naar het werk nemen - dit is iets waar de gehele gemeente zich in herkent, schuld belijdt en zich voorneemt om het morgen echt anders, beter te doen. Commentaar na afloop: "Wat een heerlijk praktische preek." Ik zag echter mannen en vrouwen die met een zwaarder juk huiswaarts keerden; het gewicht ervan meer voelbaar naarmate de werkweek zou vorderen en de goede voornemens niet uitwerkten waarop was gehoopt of ingezet.

Misschien is het juist omdat veel instructies zo helder en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn dat de desillusie zo groot is als men na verloop van tijd merkt dat de mogelijke eenvoudige uitvoering gehinderd wordt door een complex web van innerlijke overwegingen en bezwaren die kunnen leiden tot een verslagenheid en genoegen nemen wat menselijk gezien maximaal haalbaar is.

Het dilemma dat we tegenkomen wanneer Paulus het heeft over het uitdoen van de oude mens en het aantrekken van de nieuwe mens met de daarop volgende lijst met praktische uitwerking in gedrag die eigenlijk makkelijk te doen zouden moeten zijn (Kol. 3), is dat van het ontbreken van een daarbij behorend goed doordacht normen-, en waardenstelsel en wereldbeeld. Daarover nadenken is niet praktisch en daarom niet zo van deze tijd. Je scoort er als prediker niet zoveel punten mee. Het menselijk gedrag is vooral het product van wat men diep van binnen gelooft en waardevol vindt.
Een goede preek over het nemen van ethische beslissingen en wat daarvoor nodig is, een uitdagend referaat dat mij dwingt om zelf na te denken en mijn gedachten te formuleren (in plaats van na te praten wat ik in een "goed" boek heb gelezen), een controversiële stelling die mij dwingt een positie te kiezen en het waarom te kunnen beargumenteren, graag! Misschien niet meteen praktisch maar op den duur zal het een praktische uitwerking hebben.
De preek; van mij mag het best wat minder praktisch.