07 augustus 2011

Onderworpen aan goedheid

Hoe erg is het om onderworpen te zijn aan goedheid (genade)? Best wel lastig. Het is veel makkelijker om onderworpen te zijn aan een wet. Die kun je lezen, bestuderen en heeft duidelijke grenzen. Jurisprudentie helpt vervolgens om het e.e.a. wat te nuanceren maar in principe is het helder.
Nu we in Christus bevrijd zijn van de wet is daarvoor onderwerping aan Gods goedheid in de plaats gekomen.
Best wel een aantrekkelijk idee. Niet langer een wet die mij opdraagt wat ik allemaal wel en niet mag doen maar een nieuwe baas die goedheid, genade de boel laat regeren.
Nu is er een probleem en dat is dat ik in principe niet zo bekend ben op het terrein van de goedheid. Heb ik nooit echt geleerd en ik weet ook niet precies wat het is. Als ik op mijn gevoel afga lijkt het me een vrijbrief om maar wat te doen; wat goed voelt, moet wel goed zijn.
Dit was het dilemma van de christenen in Rome en is het dilemma van de moderne christen.
Waarom was en is het een dilemma? Omdat in ons besef goedheid geen duidelijk kader heeft, althans het nivo van "wat je hart je zegt" niet overstijgt. M.a.w. de mens gaat ervan uit dat goedheid aangevoeld kan worden.
Paulus poogt die goedheid in te kaderen door enkele kwalificaties aan te brengen: als je goedheid als je nieuwe baas hebt, ben je in dienst gekomen van de gerechtigheid (juistheid, billijkheid). Dat vraagt om een diepere bestudering van wat daar dan mee bedoeld wordt. Die studie en doordenking ontbreekt nog te vaak, of wordt gereduceerd tot een nieuwe lijst met "doen" en "niet doen" dingen.
Juist omdat we niet helder op het netvlies hebben wat die nieuwe onderwerping betekent, wat de nieuw baas nu precies van ons vraagt, vallen we makkelijk terug op wat oud en vertrouwd is: de wet.
Er bestaat geen eenvoudig antwoord op deze vraag omdat het nauw samenhangt met wereldbeeld en Godsbeeld zodat de interpretatie van "in dienst van de gerechtigheid" uitingen vindt van bevrijdingstheologie tot abstracte, vergeestelijkte typologieen. De keuze daartussen hangt dan weer af van hoe het koninkrijk van God wordt geinterpreteerd: niet hier - alleen daar, alleen hier - niet daar, en hier - en daar.
Waar we het al gauw over eens zijn is dat we in Jezus de authentieke vertegenwoordiging van de goedheid van God vinden en zien we hoe dat zich vertaalt in de relationele, geestelijke en kosmische zin.
Dat lijkt me een aardig beginpunt.
Rom. 6

1 opmerking: