31 juli 2011

Als God mij roept...

In 1 Koningen 19:19-21 is het verhaal van de roeping van Elisa te vinden. De roeping komt middels een boodschapper, in dit geval de profeet Elia, tot stand. Elisa gooit z'n mantel naar Elisa toe, die onmiddellijk begrijpt wat er aan de hand is. Of het okay is als hij pa en ma nog even gedag gaat zeggen, vraagt hij aan Elia, waarop deze antwoord "Wat heb ik u eigenlijk aangedaan?" Zo maakt Elia duidelijk dat Elisa hem geen antwoord of verantwoording schuldig is, maar dat zijn antwoord aan God alleen is; Elia was slechts de boodschappenjongen.
Het is onmogelijk om helemaal te ontkomen aan de rol en de plaats van de boodschapper en het werk dat hij vertegenwoordigd. Misschien vond Elisa het hartstikke cool om met Elia te gaan werken en in de profetenbusiness te geraken; het aanzien, de unieke uitdagingen en problemen, een eigen mantel...
Daarom is het van belang dat Elia duidelijk maakt dat, waar het Elisa's antwoord op Gods vraag betreft, ze niets met elkaar te maken hebben. Elisa zal z'n eigen hart en motieven moeten onderzoeken en God een antwoord geven.
In onze mijlenver doorgeschoten individuele samenleving gaat het, waar het Gods vraag aan zijn kinderen betreft om de boodschap van het Goede Nieuws te vertellen aan hen die het nog niet hebben gehoord, vaker meer over de vraag of de geroepene zichzelf kan vereenzelvigen met een zaak, een organisatie of mensen die zo'n zaak en organisatie vertegenwoordigen.
Hoe "cool" is het niet om voor George Verwer (de oprichter van 'mijn' organisatie) te werken, of met Anne van der Bijl Bijbels te smokkelen en vul maar in.
Nu kun je de persoon van de boodschapper nooit helemaal uitschakelen. Ik geloof dat het antwoord van de mens op de vraag van God altijd een "blend" is van motieven.
Als ik in een achterstandswijk in Afrika, Azië of Latijns Amerika een oproep doe om "de zending" in te gaan, is de reactie niet zelden overweldigend. "Varen met OM" spreekt velen tot de verbeelding en betekent dat de leef-, en woonomstandigheden van de potentieel geroepene tot wel de tiende macht zal toenemen.
Eenzelfde oproep in een van de landen waar we het redelijk voor elkaar lijken te hebben levert komische taferelen op. Potentieel geroepen zien opeens dat hun veters los zitten, verschuilen zich achter zopas uitgedeelde communicatieorganen, voelen plotseling de behoefte om met gesloten ogen zelfreflecterende oefeningen te doen, of kijken de boodschapper fier aan omdat ze een heldere filosofie hebben ontworpen die hen volkomen vrijpleit om niet te hoeven terugvallen in woon-, en leefomstandigheden die ternauwernood boven de armoedegrens uitkomen.

"Wat heb ik u eigenlijk aangedaan?" Gods vraag is helder en de kerk heeft de capaciteit om de wereld te veranderen. Met woord en daad. En toch kiest de kerk ervoor om zichzelf te reduceren tot een 'industrie' die meer bezig is met zelfhandhaving dan met gezinsuitbreiding.
Jammer, jammer, jammer. Mens zijn is best wel hardnekkig!

29 juli 2011

Is verdrukking en vervolging het bewijs?

Regelmatig lees of hoor ik uitspraken in de trant van christenen die geen of nauwelijks te maken hebben met verdrukking en vervolging, zich af moeten vragen of ze eigenlijk wel christen zijn. Jezus heeft immers gezegd dat zijn discipelen in de wereld verdrukt zouden worden, ergo, iemand die niet verdrukt wordt, is dus geen echte discipel.
Het probleem is niet zozeer wat Jezus zegt, maar eerder wat we er als mensen van maken. Wat is die verdrukking? Veelal wordt deze geassocieerd met daadwerkelijke fysieke vervolging of, op z'n minst tegenstand van collega's en familie omwille van het Evangelie.
Nu kun je je afvragen of iemand die de irritatie van anderen oproept door te pas en te onpas zijn geloof uit te dragen op een manier die vergelijkbaar met een niet te stoppen vrachtwagen die een doodlopende weg inrijdt en onherroepelijk tegen de muur aan zal knallen, zich mag beroepen op deze woorden van Jezus: "Zie je wel, ik moet wel een goede christen zijn want ik heb last van tegenstand (dank U, Heer)."
Paulus zegt ook dat "we ons beroemen wanneer we verdrukt worden (Rom. 5:3)."
"Verdrukking" wordt gebruikt voor de barensnood van de vrouw en ook voor de leefomstandigheden van wees en weduwe. Dat plaatst zo'n begrip meteen al in een bredere context.
Iedereen heeft te maken met verdrukking: christenen hebben er niet het alleenrecht op. Soms zijn deze 'moeilijke omstandigheden' tijdelijk van aard maar kunnen ook blijvend zijn (het verlies van een geliefde is blijvend).
Waar Jezus het over heeft, en waar ook Paulus op duidt, is verdrukking die het (in)directe gevolg is van het feit dat iemand een volgeling van Christus is. In deze zin valt verdrukking in Nederland alleszins mee. Zeker in vergelijking met landen waar mensen om het feit dat ze Christus volgen o.a. worden achtergesteld, gediscrimineerd, gestigmatiseerd, gevangen gezet, gefolterd en zelfs gedood.
Verdrukking kent ook verschillende orde van groottes. Als Paulus schrijft dat de gelovigen samen met de aarde kreunen en steunen als een vrouw die moet bevallen (Rom. 8:22-23), reikhalzend uitziend naar de bevrijding: voorgoed tot Gods kinderen gemaakt, dan is dat ook een vorm van verdrukking. Het besef dat de omstandigheden waarin we ons leven leiden, ver van Gods oorspronkelijke plan afstaan mag best tot wat gezonde weemoed leiden. Dat is een verdrukking waarin hoop een belangrijke rol speelt: de zekerheid van een geweldige uitkomst.

27 juli 2011

Vertrouwen en verraad

Gisterenavond de laatst bladzijden van Douglas Kennedy's The Moment gelezen. Ik heb alle boeken van Kennedy gelezen. Altijd spannend, intrigerend, vaak absurd en onwerkelijk en dan zomaar een boek dat "normaal" genoemd kan worden. Een verhaal over liefde en verraad, waarvan het verraad onverwachts komt en onwerkelijk aandoet. Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de Koude oorlog en de val van de muur.
De liefdesband tussen de twee hoofdpersonen is zo sterk gesmeed dat de gedachte aan verraad ondenkbaar is. Hartverscheurend.
En toch gebeurt het. Later in het verhaal als de lezer geconfronteerd wordt met de achtergrond van het verraad begin je te beseffen dat er een logische reden voor het verraad was, in de orde van grootte die je in Sophie's Choice tegenkomt.
Het verhaal bevestigd wat ik al wist. De wereld is ziek we zijn er allemaal in min en meerdere mate mee en door besmet.
Verraad is de zwartste kant van een van de kwetsbaarste ideeën: overgave. Het idee van overgeven is op zich helemaal niet zo negatief. In een gezonde relatie geven de partners zich graag aan elkaar over.
  • God de vader "gaf alle dingen over" aan de Zoon; ook niet echt een slechte zaak.
  • Judas "gaf Jezus over". Een van de pressiemiddelen die aan dit besluit bijdroegen waren de centjes.
Vrijwilligheid is cruciaal. Op het moment dat overgave onder wat voor druk dan ook tot stand komt, is het verraad en wordt als zodanig beleefd.
De totaal vrijwillige overgave van twee geliefden aan elkaar is een van de grootste dingen die iemand kan doen, omdat je weet dat deze vrijwillige overgave uiteindelijk tot verraad kan leiden en juist dan is de schade ook het grootst, getuige het verloop van de levens van de twee geliefden. Je kan niet anders dan denken "ze hadden zo gelukkig kunnen zijn als...."
Hoe dan ook, een mooi, tragisch verhaal dat de moeite van het lezen waard is. Wordt vast verfilmd.

26 juli 2011

De deur staat open

Ik loop door de hal van het leven met haar talloze deuren in allerlei kleuren, vormen, maten en gewichten. Achter al die deuren liggen mogelijke antwoorden op de grote vragen van het leven te wachten. Bij iedere deur is het weer een puzzel om uit te vogelen hoe die open gaat en als die deur al open kan, vallen de antwoorden zo vies tegen.
Een deur valt op omdat deze helemaal niet op een deur lijkt. Ik loop erlangs en tot mijn verbazing zie ik door de deur, het lijkt meer een permanente opening, de God van het leven, schepper van hemel en aarde. Mijn hart begint sneller te kloppen. Zou dit het zijn? Kan ik hier terecht?
Die deur. Het is een ongewone deur. De deur lijkt te leven. De deur is het leven!

"Dankzij onze Heer Jezus Christus staat de deur naar Gods genade voor ons open" (Romeinen 5:2).

25 juli 2011

Hoe dom is dom?

Vrijdagmiddag was "booking time:" tickets voor de komende maanden, hotelovernachtingen en autohuur voor de komende maanden. Van een boeking lukte de betaling niet. Telefonisch contact gehad met "supersaver" en de zaak teruggedraaid. Vervolgens ergens anders geboekt. Vanmorgen dezelfde reis weer geboekt, bij weer een andere discounter zodat ik nu eenzelfde reis twee keer geboekt heb. Gelukkig gaat het niet om astronomische bedragen (net iets meer dan 100 euro) maar toch is het ongeloooooflijk stom. Is dat nu de leeftijd dat je na een dag al vergeten bent wat je nu wel en niet de dag ervoor deed?

Intimiteit en Vaders

Vandaag zou mijn vader 80 jaar zijn geworden. Zestien jaar geleden hebben we hem echter al naar het graf gedragen. Menselijk gezien zou hij veel langer hebben kunnen leven als hij wat beter voor zichzelf had gezorgd. Het liep allemaal anders.
Gek eigenlijk dat naarmate ik zelf wat ouder wordt, de vraag naar identiteit alleen maar toeneemt. Je verleden, je geschiedenis en vorming worden in zo'n grote mate bepaald door de omgeving waarin je opgroeit. De belangrijkste componenten van zo'n omgeving zijn vader, moeder, opa's en oma's en broers en zussen.
Mis ik mijn vader? Ja. Ik had hem graag beter willen begrijpen. Gesprekken die we hadden waren nooit diep; het leek wel alsof hij niet in staat was tot intimiteit met zijn eigen kinderen. Iets dat je toch wel zoekt in een relatie.
Iets van dat onvermogen heb ik meegekregen. Intimiteit is zeker niet mijn handelsmerk. Bij flarden beleef ik het in gesprekken. Niet ieder gesprek met Martha en/of een van de kinderen is intiem. Dat moet van twee kanten komen en laat zich maar moeilijk regisseren.
Ik ben ook niet zo van de "quality time." Het is nu een beetje over maar we hebben een jaar of tien, vijftien geleden de hype gehad dat er opeens aandacht was voor "quality time;" de gedachte dat je de tijd die je met anderen doorbrengt niet verkwanselt aan oppervlakkigheden en aardigheden maar je bewust die tijd gebruikt om een relatie te verdiepen. Alsof dat zich laat plannen.
Jaren geleden reed mijn oudste zoon met me mee naar het verre Noorden van Nederland. We zaten ongeveer een uur in de auto toen ik me tot m'n schrik realiseerde dat we nog nauwelijks een woord met elkaar gewisseld hadden. Toen ik me daarvoor verontschuldigde zei Martijn: "Het geeft niet Pa, we zijn toch samen."
Niet dat ik hier nu opeens een pleidooi ga houden om de kwaliteit maar overboord te gooien en volop te gaan voor kwantiteit. Kwantiteit is namelijk ook een kunst.
Wat ik bij mijn vader mistte en vaak aan moet denken is zowel kwaliteit als kwantiteit. Dat is niet terug of in te halen. Helaas.
Wat ik wel kan doen is vooruit denken en er alles aan doen om te voorkomen dat over enkele tientallen jaren een van mijn kinderen een Blog schrijft om daarin te melden dat hij/zij graag wat meer kwaliteit en/of kwantiteit had willen zien.
Dit inzicht en deze vastberadenheid betekenen niet dat ik nu opeens een "natural" ben. Het blijft allemaal wat houterig en dat heeft weer te maken dat ik het moeilijker vind om met de kwetsbaarheid van anderen om te gaan dan met die van mezelf.
Pa, ik mis je.

Mijn vader en moeder op hun trouwdag

21 juli 2011

In de tjet

Het zit er bijna op. Na uren van schuren, gronden, plamuren, schuren, aflakken zit de klus er zo'n beetje op. All houtwerk aan de achterkant (de zonkant) van het huis staat lekker in de tjet. Omdat het huis van voor de oorlog is, kom je ook wel het e.e.a. tegen dat aandacht behoeft. Zo heb ik wat vooroorlogs schrootwerk achter het zonnescherm moeten slopen en een modernere oplossing creëren. Net toen dat stukje gevel bloot lag brak het noodweer over Nederland uit (donderdag de 14e). Liters water sloegen door de kieren en gaten in het stukje blote muur door de gevel de woonkamer binnen. Slechtere timing kon haast niet. Nu is het allemaal weer dicht en ik ben best wel trots op het eindresultaat.
Gek eigenlijk dat ik bij het klussen sterk de behoefte voel om alles uit elkaar te halen en dat ook doe. Levert altijd heel veel meerwerk op. Achter het dakgootje verven? Oplossing, dakgoot eraf halen. Zichtbaar wordt het oude, verrotte schrootwerk met alle gevolgen van dien. Omdat de dakgoot er toch af is, deze meteen maar geschuurd (ja, van grof naar fijn) en in de kleur van het houtwerk gespoten. Dan de regenpijp ook meteen maar er achteraan. Dat kan weer over omdat die tijdens het droogproces is natgeregend en nu honderden vochtblaasjes het glad bedoelde oppervlak bezoedelen.
Ondertussen staat mijn auto al sinds 8 juni bij de garage. Reparatie (radiateur, koelelement en brandstofpomp) kost een kleine duizend euro en de vraag is of dat de investering waard is. Een kapotte auto doorverkopen is echter ook geen optie.
Kortom: gedoe.

Leven in het luchtledige

In een luchtledige ruimte heeft vliegen geen betekenis. Alles en iedereen bevindt zich in een permanente zwevende toestand en niemand roept "kijk mij eens, ik kan vliegen." Vliegen vereist ook nog eens voortstuwing. Zonder voortstuwing blijft het bij een passief zweven.
In een luchtledige ruimte is er vooral behoefte aan verankering of, bevestiging. Zweven lijkt wel leuk maar het creëert, vooral op termijn, veel problemen.
Nu wordt er van alle kanten tegen Gods wetten aangeschopt en mensen ergeren zich aan woorden zoals zonde, hel, slechtheid en noem maar op.
Zonde wordt goedkoop gemaakt door rare vergelijkingen te gebruiken die de plank behoorlijk misslaan: "zonde is als je slagroom klopt en je bent vergeten de suiker erbij te doen."
Slechtheid is een te heftig woord en daarvoor is het eufemistische "iedereen is anders of, uniek" in de plaats gekomen waarbij we "onze diversiteit vieren."
De hel wordt nauwelijks meer genoemd of verwezen naar een middeleeuws concept, door de kerk bedacht om de mens tot godvrezendheid te bewegen.
Het tot een fabel reduceren van de Bijbel leidt tot een vorm van luchtledigheid waarbinnen ieder zijn eigen moraliteit construeert. Door het ontbreken van heldere kaders (zoals zwaartekracht) is zo'n constructie altijd willekeurig en uitermate subjectief.
Waaraan veranker ik mijn leven? "Geloof alleen" kan gemakkelijk een vorm van luchtledigheid worden als een kader waarbinnen dat "geloof alleen" betekenis krijgt ontbreekt(behoud). Het wordt een snelle dooddoener die alle oppositie de mond snoert en een gezonde dialoog onmogelijk maakt.
Eenzelfde fout wordt gemakkelijk door de tegenstanders van "het geloof" gemaakt, die in hun hart de Bijbel door de papierversnipperaar hebben gehaald. Tegelijk blijkt uit hun levens dat ze tal van Bijbelse principes in hun leven waarmaken: consciëntieus, integer, getuigend van een sterke moraliteit; zaken die niet zomaar aan komen zweven maar binnen kaders zijn aangeleerd of meegegeven.

Wetten, we kunnen niet zonder.
Zoals vliegen de zwaartekracht bevestigt, bevestigt het geloof de betekenis van de wet. Zonder wet is geloof de passieve vorm van vliegen: zweven.
Romeinen 3:27-31

20 juli 2011

Zwaartekracht en vliegen

Als er een wet is die nooit discrimineert of uitzonderingen kent, is het wel die van de zwaartekracht. Hoewel niet altijd even plezierig, vooral als je ongewild en ongepland van een hoogte valt zonder de nodige maatregelen om tot een zachte landing te komen te hebben kunnen treffen, is het toch een redelijk plezierige wet. Het houdt alles zo'n beetje op z'n plek en omdat de zwaartekracht constant is hebben we onder andere natuurkunde en mechanica. Zonder de wet van de zwaartekracht zou er slechts sprake zijn van 'natuur' omdat er van het 'kennen' niets terecht zou komen. Zolang de aarde haar rondjes blijft draaien en wij binnen de atmosfeer van de aarde blijven worden we overeenkomstig de wetmatigheden die deze constanten opleveren gewoon lekker naar het middelpunt van de aarde getrokken. Daarom weet ik dat ik vanmorgen gewoon 87 kilo woog.
Zoals vele van mijn mede aardgebondenen droom ik wel eens dat ik kan vliegen. De gedachte om ietwat losjes van die onherroepelijke wet te kunnen staan, intrigeert, motiveert en stimuleert. Een beetje paradoxaal is het wel omdat ook om te kunnen vliegen, er zwaartekracht nodig is! In die zin heeft vliegen alleen maar betekenis omdat er zwaartekracht is. Zonder zwaartekracht zou vliegen nietszeggend zijn.
Hier moest ik aan denken toe ik vanmorgen las dat "buiten de wet om de mens wordt gerechtvaardigd... door het geloof" (Romeinen 2).
Dat geloof is het vliegen dat vooral betekenis krijgt en heeft tegen de achtergrond van die ontzagwekkende en onherroepelijk wet die alle mensen veroordeelt omdat de hele mensheid de heerlijkheid van zichzelf verkoos boven die van Hem.
Best wel complex. Best wel mooi.




19 juli 2011

Het huwelijk tussen Meta en Morf.

Een van de levensthema's die mij mateloos interesseert is dat van "veranderen." Hoe verandert een mens? Zijn er fases te onderscheiden? Aan wat voor randvoorwaarden moet een veranderingsproces voldoen?
Wetenschappers zullen altijd hun best doen om het veranderingsproces zichtbaar en meetbaar te maken. Hieronder zo'n model. De vraag is of de fases wel te onderscheiden zijn. De kritiek op het model is dan ook dat de mens ingewikkelder in elkaar steekt en de cyclus van veranderingsstappen niet lineair maar eerder als een hutspot ervaart. Iemand die in een veranderingsproces zit kan niet altijd helder aangeven wanneer de knop omging. Contemplatie (in het model de eerste twee stappen van voorbereiding en overweging, zal het proces eerder voortdurend ondersteunen en motiveren dan als onderscheiden fase worden beleefd.
Hoe dan ook, als je naar het model kijkt en nadenkt over hoe een 'bekering' tot stand komt, dan hebben de bedenkers van de theorie toch aardig nagedacht. In de christelijk wereld spreken we over bekering als de grootste en meest ingrijpende verandering in een mensenleven. Vervolgens gaat men een traject in van veranderingen dat eigenlijk niets anders is dan een ander woord voor bekering(en).
Laten we wel wezen, voordat iemand tot bekering komt is er heel wat afgecontempleerd. De overwegingen waar iemand doorheen gaat voordat men tot actie overgaat kunnen lang en intens zijn.
De stap die mij het meeste intrigeert en interesseert is die van volhouden. Wanneer is er sprake van een "metamorfose," waarbij het veranderingsproces als voltooid kan worden beschouwd. Is dat volhouden het eindstation? In het model ligt terugval als een potentieel volgend station al op de loer.
In Romeinen 12 schrijft Paulus over "vernieuwing," het huwelijk tussen Meta en Morf. Zo'n huwelijk is een werk in uitvoering; op weg naar compleetheid waarbij de vernieuwing eerder een circulaire werkelijkheid is dan een lineair te plannen route. En wat dat hele zaakje dan bij elkaar houdt en perspectief geeft is een van de mooiste woorden die we in de Bijbel tegenkomen en dat is GENADE.

18 juli 2011

Sobere Opel

Vandaag bij hoge uitzondering door de sportsectie van de ochtendkrant gebladerd en zelfs een stukje gelezen. Normaal verdwijnt het sportkatern direct richting vuilverbranding; het doet me allemaal niet zoveel. Het verslag van de deelname van Olmpisch kampioene hoogspringen Jelena Isinbajeva aan een evenement in Heusden besloeg een volle pagina in de overigens nieuwsluwe zomerweken. Ze maakt haar opwachting, wordt met alle egards die een Olympische kampioene toekomen behandeld, ze bereid- en werkt temidden van alle tumult waarmee een dergelijk evenement gepaard in een zelfgekozen isolement haar sprong voor en af en verdwijnt na een verslaggever te hebben gemeld dat ze bij mooi weer hoger springt, in een sobere Opel.
Afzondering en anonimiteit creëren een mythe rondom een persoon. Het gebrek aan interactie met de wereld en de mensen om iemand heen construeren een beeld van die iemand dat afhankelijk is van hoe ik de weinige signalen en informatie over die persoon interpreteer. Ik moet zelf een verhaal bij het plaatje verzinnen. Het beeld van die iemand bestaat alleen in mijn hoof en wordt nog bevestigd, noch ontkend door de persoon in kwestie.
Niet dat toegang tot meer informatie wel tot een juiste beeldvorming leidt. Signalen worden altijd geïnterpreteerd en hoeven niet perse de werkelijkheid weer te geven.
Vorige week sprak ik in een trouwdienst. Ik had de liturgie toegestuurd gekregen en trof daarin mij onbekende namen van mensen aan die ook een rol in de dienst vervulden.
Enter Google, Facebook en Hyves.
In de kerk aangekomen trof ik een van de medespelers aan en wist haar in 30 seconden zoveel over haar te melden dat ze enigszins geschokt reageerde: "Hoe weet je dat allemaal, we kennen elkaar niet eens?"
"Google," antwoordde ik.
Nu ben ikzelf ook nogal van het mezelf in de publieke etalage zetten en iedereen kan door wat simpel speurwerk te verrichten heel wat over mij te weten komen. Bijna 1200 Blogs leveren heel wat informatie op over mijn theologie, gezin, huwelijk, werk, hobbies enz.. Ik moet dan ook niet vreemd opkijken als mensen op grond van de beschikbare informatie zich een beeld van mijn vormen. Ik word regelmatig uitgenodigd om spreekbeurten te verzorgen nadat de uitnodigende partij mijn beschikbare doopceel heeft gelicht en op grond daarvan heeft besloten dat "die den Ouden wel Kosher is." Dat betekent ook dat potentiële uitnodigende partijen op grond van diezelfde informatie juist besluiten dat "die den Ouden niet helemaal Kosher is," en het belletje of mailtje vervolgens niet plegen: de prijs van het leven in de publieke etalage.

Ik vraag mezelf regelmatig af wat een betere optie is: als een schim door het leven gaan en alle informatie ijverig afschermen, daarmee een illusie in stand houden, of toch maar doorgaan met het vullen van de etalage? Overigens zegt dat nog niet alles; wie weet heb ik al die informatie wel strategisch neergezet om juist een illusie te creëren die ver afstaat van wie en wat ik werkelijk ben.
Er is maar een manier om daar achter te komen: samen een lange rit maken in een sobere Opel.

04 juli 2011

Verslavingszorg en Filosofie

Binnen een week twee maal twee pagina's in de krant die ik momenteel lees over christelijke verslavingszorg. "Horeb" en "Victory Outreach" worden er uitgelicht en indirect "de Hoop" omdat deze professionele zorginstelling aan beide andere instellingen gelieerd is. Hoewel de krant niet met conclusies komt en vooral insteekt op het stellen van vragen, is de toon enigszins snerend; de plek die men God toekent in het genezingsproces wordt op z'n minst als dubieus afgespiegeld.
God in de verslavingszorg. Mag dat wel? Is het gepast om de levensfilosofie van een organisatie zo duidelijk te profileren?
Gelukkig leven we in een land waarin dat kan en mag. Als iemand het "Christelijk" in verslavingszorg niet zint, zijn er talloze alternatieven die allemaal weer vanuit een andere filosofie opereren. Neutrale verslavingszorg bestaat dan ook niet. Het is onmogelijk om zorg te verlenen vanuit 'niets.'
Goed, je zou nog kunnen zeggen dat een neutralere insteek die van 'de mens' is. Maar dan ben je ook weer snel uitgepraat. Met name nu de privatisering zijn intrede heeft gedaan is de massa die altijd uitging van de de centraliteit van de mens in de zorg een illusie armer. "Professionele" zorg heeft nog maar weinig met de mens te maken en vooral heel erg veel met geld. Waar geld de grondslag is voor de filosofie voelt de ontvangen van zorg zich al snel bekocht.
Het kan zijn dat bepaalde zorginstellingen hun levensfilosofie niet zo nadrukkelijk profileren als instellingen zoals Horeb en Victory Outreach; die filosofie is er altijd. Waar het voor de potentiële cliënt of, bewoner, bij Horeb en Victory Outreach meteen duidelijk is vanuit welke filosofie zorg wordt geboden, moet diezelfde cliënt daar bij 'neutrale' instellingen maar naar gissen. Het zou een teken van professionaliteit zijn als deze instellingen hun potentiële cliënten een document zouden laten zien en ondertekenen waardoor men a) kennis heeft kunnen nemen van het mensbeeld en levensfilosofie van waaruit de instelling handelt en b) kan aangeven geen bezwaar daartegen te maken. De vrijheid en het recht om een behandeling te ondergaan terwijl men dat mensbeeld en die filosofie niet onderschrijft dient daarbij gewaarborgd te zijn. Ik vraag me af of de niet christelijke instellingen eenzelfde transparantie betrachten als hun christelijke evenknieën. Geeft toch te denken.

03 juli 2011

Duidelijk zien

God straft alle goddeloze en slechte mensen. Dat zien we duidelijk volgens Paulus.
Ik kijk om me heen en zie het niet, of ik kijk verkeerd. Slechte en goddeloze mensen kunnen een leven lang hun gang gaan, hun medemens uitbuiten, kwellen, martelen en doden Zwendel, bedrog, leugen; de kranten staan er bol van. Waarom leeft Mugabe nog? Dat hij "door zijn slechte leven de waarheid over God in de weg staat" (Rom. 1:18), daar zijn de meesten het wel over eens. En voor de naam van Robert Mugabe kunnen we talloze andere namen van mannen en vrouwen plaatsen die hun slechtheid en goddeloosheid op micro en macro niveau demonstreren en er ongestraft mee lijken weg te komen.
Als ik, en velen met mij, aan straf denk, dan zie ik toch vooral een demonstratie van vernedering, pijn, boete, gevangenisstraf, oog om oog, tand om tand en desnoods de doodstraf. Paulus helpt ons om er iets anders naar te kijken en Eugene Petersen parafraseert het zo: "Het volgende is er gebeurd: de mens kende God echt wel, maar ze hebben hem niet als God behandeld. In hun weigering Hem te aanbidden reduceerden ze zich tot een staat van malligheid en verwarring met zinloze en doelloze levens als gevolg" (Rom. 1)
Dat zie ik wel. De malligheid en verwarring ligt voor het oprapen. Het totale gebrek aan richting en doel doet de mensheid vluchten in allerlei schijn- en vervangende zekerheden. Gods straf is hierin gelegen dat hij de mens heeft overgegeven aan zijn eigen impulsen, grilligheden en begeerten. En de mens lijkt het heerlijk te vinden. Totdat het fout gaat en dan mag God weer meedoen. God zegt dan niet 'eigen schuld, dikke bult,' maar laat zich nog vinden ook. Dat is en blijft de centrale boodschap van de Bijbel. Waar wij de ander al dertig keer zouden hebben veroordeeld, gekielhaald, gevierendeeld, onthoofd, verbrand, opgehangen of wat dan ook, wacht God met vrijwel eindeloos geduld totdat die mens tot inzicht en inkeer komt.
God, de sluitpost op de levensbegroting van velen. Hij, de Alpha en de Omega, schaamt zich niet om zich zo klein te maken dat we hem pas zien als we uitgekeken zijn op al het andere. Daar wordt Jezus, Christus!