30 december 2011

Angst, Schuld en Schaamte (2-6)

Met het overtreden van het ene gebod dat God hen had gegeven - "Je mag eten van alle bomen in de tuin, alleen niet van de boom die inzicht geeft in goed en kwaad. Wanneer je daarvan eet, zul je sterven" (Gen. 2:16-17) - vinden Adam en Eva zich plotseling op een plek die de Heer aan zichzelf had toegekend: die van rechter. 
Nee, ze vallen niet meteen dood ter aarde, maar er sterft wel degelijk iets in hen. Ze stappen uit de vertrouwde, veilige, harmonieuze relatie met God, elkaar en zichzelf, om te ontwaken in de  nieuwe wereld, die wordt geregeerd door drie krachten, die tot aan de dag vandaag de volmaakte zaak van God verkankeren en de mens tegen zichzelf, de ander, de schepping en God zelf opzet. Pandora's doos gaat open en boze machten en krachten beginnen hun gif te spuien. De zielen van de mens zijn het eerst aan de beurt. 


De wereld die zich buiten de eenheid van God bevindt kenmerkt zich onder andere door de volgende drie fundamentele krachten die de handel en wandel van het menselijke bestaan bepalen.
  1. Schaamte: Toen gingen hun de ogen open, ze ontdekten dat ze naakt waren. Daarom bonden ze vijgenbladeren om hun heupen (Gen. 3:7).Een aardige definitie van schaamte vinden we in Wikipedia: Schaamte of gène is een psychosociale emotie waarvoor de angst om door anderen misprezen te worden bepalend is. Vaak staat de vrees niet door de groep geaccepteerd te worden centraal. Schaamte is daarmee een sterk cultureel bepaald fenomeen, dat ongeveer de tegenpool van het eergevoel vormt.
  2. Angst: ‘Toen ik u in de tuin hoorde,’ antwoordde de man, ‘werd ik bang, omdat ik naakt ben. Daarom heb ik me verborgen’ (Gen. 3:10).
    Adam zegt eigenlijk: omdat ik me schaam, ben ik nu bang. Als die twee krachten maar sterk genoeg werken, verbergt de mens zich vanzelf. Adam zocht een plekje in het struikgewas, de meeste mensen trekken zich terug in zichzelf; durven niet meer gezien te worden.
  3. Schuld:  ‘De vrouw die u mij gegeven hebt,’ antwoordde de man, ‘die heeft mij van die vruchten laten eten.’ Toen vroeg God, de Heer, aan de vrouw: ‘Waarom heb je dat gedaan?’ ‘De slang heeft me bedrogen,’ antwoordde ze, ‘daarom heb ik ervan gegeten’ (Gen. 3:12-13).
    Dit is een aardige klassieker. Niemand heeft het ooit gedaan. Doorschuiven die hap. Je hoort het nog maar weinig: "Ik heb het gedaan; ik ben schuldig." En als je het al hoort dan kun je vaak wachten op de volgende zin die vrijwel zonder uitzondering begint met het woordje "maar."Als er niet verder meer kan worden doorgeschoven, krijgt God gemakshalve de schuld; het was oorspronkelijk toch Zijn idee?!
Marc Chagall. Original lithograph in 
colors for "Illustrations for The Bible"
Verve, Mourlot (1960) 
De mate en de verschijningsvorm van deze drie krachten verschilt per cultuur, wereldbeeld en tijdgeest. Om te zien dat deze drie krachten de pijlers vormen van alle denken en praktijken, vergt niet al teveel denkwerk.
Om eenheid, zoals in mijn blog van gisteren beschreven, te ervaren, vraagt van de mens om alle drie krachten onder ogen te zien. Het besef dat het juist deze drie krachten zijn die ons weghouden van de beleving van ware eenheid is een belangrijke stap om weer tot gezonde eenheid te kunnen komen. Vervolgens zal er een weg gevonden moeten worden om met deze drie obstakels af te rekenen. Die weg is er maar het is geen toverformule die van het ene op het andere moment alles anders maakt. Kanker heeft tijd nodig om te genezen en eenmaal een kankerpatiënt blijft de ziekte voor de rest van ons leven op de loer liggen.

29 december 2011

Beelden dragen of liever toch niet (1-6)

De komende weken zal ik mijn blog regelmatig gebruiken als vingeroefeningen voor de afronding van mijn studie. Mijn onderzoek naar in welke mate het deel uitmaken van een kleine groep, of huiskring, bijdraagt aan  persoonlijke transformatie (of Christus gelijkvormigheid) begint met een theologie van eenheid en gemeenschap.
Als op de eerste bladzijde van mijn thesis kom ik inde problemen; de spanning tussen ideaal en werkelijkheid.
Jezus drukt een ideale werkelijkheid uit in zijn gebed tot de Vader in Johannes 17:20-23(*). Uit deze verzen kunnen we het volgende samenvatten en concluderen:

  1. Jezus wil dat zijn volgelingen een zijn. 
  2. Het model voor deze eenheid is te vinden in de eenheid met de Vader. 
  3. Eenmaal in die eenheid betrokken en er deel van uitmakend, zal de ervaring van deze eenheid zo'n invloed op zijn volgelingen hebben, dat de transformatie die blijkbaar binnen die eenheid plaatsvindt een impact hebben op de ongelovige wereld; de eenheid als instrument om de wereld ervan te overtuigen van de waarheid van het Goede Nieuws.
Met het genoemde onder "1" zullen weinigen moeite hebben. De uitwerking en het beoogde effect hiervan (3) levert grote problemen op. De geschiedenis van de kerk kenmerkt zich eerder door een gebrek hieraan. Hoewel er tal van individuele getuigenissen zijn van mensen die deze eenheid wel ervaarden en daarin de kracht van het Evangelie zagen; door de bank genomen verdient de demonstratie van deze eenheid geen schoonheidsprijs.We bakken er niet zoveel van.
Hoe komt dat? Was Jezus wel een realist? Of misschien meer een idealist?

Een belangrijk deel van het antwoord op dit dilemma heeft alles te maken met het onvoldoende begrijpen van het onder "2" genoemde. We zijn onvoldoende bekend met het model. Een chronisch tekort aan intrinsieke beleving heeft to gevolg dat we het naar buiten toe niet waar kunnen maken. 

Chagall, Unity
De mens in zijn dualiteit - man en vrouw - geschapen naar Gods beeld, doet zijn intrede in de materiële en levende wereld in de hoedanigheid als beelddrager Gods. Vrij om te kiezen ligt in dit beeld besloten. Die vrijheid impliceert, zoals Bonhoeffer het treffend beschrijft in "Creation and Fall" ook de vrijheid van God, schepping, medemens. Wil de mens echter zijn mens-zijn in de volste zin beleven, kan dat alleen in relatie tot God, de schepping en zijn medemens. De keuze van de mens om zich los van dat alles te bewegen zou een definitie van "zonde" kunnen zijn. In het herstel van de relatie met God door het volbrachte werk van Christus, is de weg ook weer open tot een gezonde relatie met de schepping en medemens. Het lijkt een van de taaiste eigenschappen van de zonde om de mens zijn schijnbare onafhankelijkheid op te doen geven: leven in eenheid, in gemeenschap, vraagt een fundamentele keuze. Die keuze is om te stoppen met dat te doen wat God aan zichzelf heeft voorbehouden: oordelen.

Wordt vervolgd.

(*) Ik bid niet alleen voor hen, maar ook voor degenen die door hun verkondiging in mij geloven. 21 Vader, laten ze allen één zijn zoals u in mij bent en ik in u ben. Laten ook zij in ons zijn; dan zal de wereld geloven dat u mij hebt gezonden. 22 De glorie die u mij hebt gegeven, heb ik hun gegeven opdat ze één zijn zoals wij één zijn: 23 ik in hen en u in mij. Zo zullen ze volmaakt één zijn, en dan zal de wereld weten dat u mij gezonden hebt en dat u hen hebt liefgehad zoals u mij hebt liefgehad.

23 december 2011

Onmogelijke vrede

We zingen en lezen erover, we hopen erop en vinden dat het betamelijk is: vrede op aarde. Een redelijk streven. En, laten we wel wezen, als iedereen nou eens normaal zou doen, dan zou vrede zelfs mogelijk zijn.
Daar zit ook meteen de crux. Normaal doen. Wat bedoel ik daarmee?
Simpelweg betekent het dat als iedereen overeenkomstig mijn norm zou leven, er vrede zou zijn. Hoe weet ik dat? Wel, ik ben een vredelievend mens. Als dus iedereen die karaktereigenschap zou hebben we met elkaar veranderen in een vredelievende massa, dan is de kat toch in 't bakkie?
Volgens mij werkt het niet zo.
Ter vergelijking; als iedereen zich in het verkeer precies zo zou gedragen als dat ik doe, zouden er geen ongelukken gebeuren en zouden er geen files zijn. Ik zou namelijk van de ander verwachten dat hij of zij de auto laat staan als ik de weg op ga. Stel je voor dat we dat allemaal als norm zouden hanteren dan zou iedereen èn z'n auto laten staan èn tegelijkertijd de weg opgaan.
Kortom, in de praktijk zouden we maar moeilijk met onszelf uit de voeten kunnen. Ik denk zelfs dat door de ontstane paradox, de hele wereld tot stilstand zou komen en wellicht imploderen.
En, hoe vredelievend ben ik in het echt? Ik heb wel eens momenten dat ik meen mezelf enigszins objectief te kunnen observeren en daar conclusies aan te verbinden. De belangrijkste conclusie is dat ik waarschijnlijk gek zou worden van het leven met mezelf. Ik durf zelfs de weddenschap aan dat als ik mezelf maar voldoende push, ik mezelf de hersens in zou slaan.
Toch zijn er complete volksstammen die menen dat als iedereen 'normaal' zou doen, het leven leefbaarder zou zijn en we in een soort van duizendjarig vrederijk terecht zouden komen. Het getuigt van een niet zo'n slimme domheid  en grove zelfoverschatting. Dictators noemen we ze.
De kwetsbaarheid van de kribbe waar de mens knielt in overgave en zijn vermeende 'grootheid' verliest is mijns inziens de enige houding die het mogelijk maakt om verschillen niet slechts te tolereren, maar van harte te omarmen.

Marc Chagall, La Crèche




19 december 2011

Petrus prikt een vorkje mee

Petrus had de omvang van de genade begrepen. Het oude was voorbij en het nieuwe was gekomen. Echter, als je je hele leven in een bepaald systeem hebt geleefd dan is een kompleet nieuw systeem wel even wennen. Het oude systeem verbood Petrus om een vorkje in de spareribs te prikken. Het feit dat hij dat deed in gezelschap van een bende ongelovigen, betekende dat hij twee punten in moest leveren. Maar het kon; hij was vrij!
Ze beleven gelukkig wel vrienden.
Vriendschap opgeven om een
maaltje spareribs is niet zo handig.

Taken from The Icon Book by Boojamra,
Essey, McLuckie, and Matusiak.
Echter, toen er wat strak in het pak zittende geestelijke oligarchen, die overigens ook van de nieuwe orde waren, die nieuwe vrijheid kwamen bespieden, trok Petrus zich voor de zekerheid terug in een eenzaam hoekje van het restaurant waar hij stilletjes z'n visburger verorberde.
Paulus hoort of ziet dit en spreekt Petrus erop aan: "je bent vrij van het oude, of je bent het niet! Snoepen van twee walletjes is ongepast en een vreselijk slecht voorbeeld."
Leven uit genade is vele malen ingewikkelder dan het leven binnen een systeem waarin alles wat wel en niet mag, helder is vastgelegd. Binnen zo'n systeem kun je meten hoe goed of slecht jij zelf en een ander scoort; ijkpunten genoeg.
Leven in een systeem waarbij intrinsieke ijkpunten; die van de Geest van Christus, van binnenuit naar buiten werken, vereist transformatie; een radicale omkeer. Over de schouders terugkijken, hopend op enig houvast, is zinloos. Dat oude systeem wordt ook wel de oppas genoemd. Wel, toen Christus kwam, mocht de oppas naar huis!
Toch vinden we het heerlijk om iets te vinden dat ons helpt om te meten hoe goed we het doen. Misschien iets dat de oppas per ongeluk heeft achtergelaten, of dat we uit zijn/haar zak hebben gepikt. In Galaten waren dat de besnijdenis en de Joodse kalender; in onze tijd zijn het andere zaken (hoewel sommigen toch houvast menen te moeten vinden in het houden van de Joodse kalender, of delen ervan) die de gelovige van de Genade wegduwen.
Genade is uit het kikkerbadje meteen het diepe in gaan, zonder ook maar een meter te kunnen zwemmen. Je laten gaan in geloof en vertrouwen dat die genade in staat is je te dragen is het enige dat rest.
En dat kleine hummeltje in die kribbe gaat dat allemaal regelen? Het is raar, maar waar. Honderden miljoenen getuigen vandaag van de kracht en de werking van die genade in hun leven.
Als het Leven voor het grijpen ligt, waarom pakt men het dan niet?
Het opgeven van betrekkelijke zekerheden lijkt een van de moeilijkste taken die de mens krijgt opgelegd. Het imploderen van een of meerdere van die zekerheden maakt de mens ontvankelijk voor het zoeken naar minder vergankelijke. En deze zijn te vinden in de stal!
(Galaten 1 en 2)

16 december 2011

Niet helemaal mijn wereld

Hier zit ik dan, de tweede dag van een Think Tank in Edinburgh en ik verveel me stierlijk. Nog een paar uur en dan mag ik weer naar huis. Het is allemaal wel heer erg basis en ik doe toch echt mijn best om nieuwe dingen te leren. Over strategische plannen, teambuilding en nog wat van dat soort zaken. Er is helemaal niet zo veel nieuws onder de zon.
Hoe helpvol is het om de ontwikkeling van een organisatie en een strategie te reduceren tot principes of formules die, eenmaal toegepast, leiden tot een optimale organisatie? Waar mensen samenwerken lopen zaken nooit volgens een blauwdruk. Werken met mensen levert altijd een onvoorspelbaar scenario op. Binnen dat scenario zullen karaktereigenschappen die we in de persoon van Christus vinden toegepast dienen te worden. Die karaktereigenschappen zijn het resultaat van een hechte band met Christus.
Ik moet gaan. Laatste seminar...
14:40 Updeet: verschillende keren in slaap gevallen tijden het seminar. Niet goed. Misschien iets te vroeg opgestaan? Om 05.30 een vriend/collega naar de luchthaven van E'burgh gerbracht en toen bij MacDonalds twee bekertjes havermout gegeten en een paar uur gewerkt (gratis Wifi, weet je wel). Twee dagen aan emails weggewerkt. M'n inbox raakt echter steeds voller en bevat nog steeds zo'n 400 mails die eigenlijk beantwoord moeten worden. Help! Of misschien dat een leuke computercrash helpt. Niet echt want MSExchange zal alles voor me bewaren.
Nog een uur en dan mag ik naar huis. Heb zin in het weekend. Lachuu.



12 december 2011

Atheïsme en de achterlijkheid van het geloof

Gisteren kwam in "God in de lage landen" een atheistische wetenschapper aan het woord die vindt dat wetenschap en geloof elkaar uitsluiten. De wetenschap zou als beste in staat zijn om de zaken te verklaren.
Nu geloof ik in wetenschap. God geeft ons in de Bijbel de opdracht om zaken uit te zoeken. Het getuigt echter van een grote overschatting van diezelfde wetenschap om het geloof weg te zetten als een achterhaald uitgangspunt of een achterhaalde wereld- en mensduiding.
De talloze mysteries waarvoor de wetenschap (nog) geen antwoord op heeft, of tracht te verklaren op basis van vooraannames pleiten juist voor een geloofscomponent.
Tegelijkertijd siert het een gelovige als deze zich over zijn argwaan en antipathie aangaande de wetenschap heen weet te zetten.
De Bijbel is geen wetenschappelijk boek; het is de openbaring van Gods handel en wandel met de mens.
Een naar mijn mening starre gelovige meldde mij een tijdje terug dat iemand die een letterlijke zesdaagse schepping loslaat, de genadeleer op de helling zit. Hoe die twee zich tot elkaar verhouden, zie ik persoonlijk niet zo. Ja, natuurlijk, God is in staat om de hemel en de aarde in zes dagen uit het niets tot iets te creëren. Het is echter zeer onwaarschijnlijk. Toch zijn er nogal wat gelovigen die aan de hand van theorieën en interpretaties van het woord dag, stellig blijven vasthouden aan die letterlijke zesdaagse schepping. Persoonlijk vind ik dat het er helemaal niet toe doet en bovenal niets af- of toedoet aan Gods genadeverhaal.
De controversiële Joodse wetenschapper Immanuel Velikovski schreef een aantal boeken die zeer de moeite van het lezen waard zijn (Werelden in botsing, Aarde in beroering). Wat hij vooral aantoont is hoe God de natuurlijke gang van zaken gebruikt om het bovennatuurlijke te laten gebeuren. Her en der komt het allemaal wat fantastisch over maar het introduceert wel dat interessante perspectief. Lange tijd was hij persona non grata in de academische wereld; literatuuronderzoek aan de hand van oude geschiedenisboeken is nu eenmaal een mager wetenschappelijk uitgangspunt.
Een wetenschapper die gelovige collega's wegzet als naïef en achterlijk is net zo kwalijk als een gelovige die beweert dat de wetenschap ons niets kan leren.
Het geloofscomponent "In den beginnen schiep God" helpt een wetenschapper juist om vervuld met verbazing onderzoek te doen. De complexiteit van zaken;  wie had dat ooit kunnen (be)denken, het maakt God zoveel groter en de mens zoveel nietiger. En misschien is dat het probleem juist; een wetenschapper wil misschien niet als nietig neergezet worden; die wil iets zijn.
Echter, aan het eind van de dag kunnen we maar een ding concluderen: hoewel we nu zoveel weten, we weten nog zo weinig.
Aan de slag dus, wetenschap en geloof, hand in hand op ontdekkingsreis.
God, wat bent U groot.

09 december 2011

Drukkerig

Het was even non-stop actie. Aan bloggen kwam ik niet echt toe de laatste negen dagen. Toen ik gisterenavond thuiskwam en naast Martha zat, nippend aan de Pepsi Max en knabbelend aan de HamKaas besefte ik opnieuw hoe heerlijk het is om een thuis te hebben. De verwarming aan, een hete douche, Muesli van de Lidl (uiteraard met volle melk en een schepje Fair Trade Rietsuiker); wat een genot.
De afgelopen dagen zat ik in de buurt van Roscommon, Ierland. Stereotypen werden bevestigd. Wind, regen en kou. De fruit Scone met clotted cream en jam bij Molloy's bakery was een culinaire beleving.

In Roscommon staat een ruine waarvan de fundamenten zo'n 800 jaar oud zijn. Een keer raden wat enkele eeuwen geleden het kasteel in een ruine veranderde. Hoewel de geschiedenis omtrent het wel en wee van het kasteel vaag is, is het duidelijk dat de protestanten onder leiding van Oliver Cromwell de katholieken op hun sodemieter gaven en het kasteel "ontmantelden."
Hoewel oppervlakkig gezien de strijd een politieke strijd was; de motieven waren religieus.
Op een veel kleiner niveau, van mens tot mens, doen we het ook. Onlangs een sessie bijgewoond over "conficthantering." De wat academische benadering draagt ons op om een eerste onderscheid te maken tussen twee zaken: is het persoonlijk of is het een issue. Het zou leuk zijn als je een duidelijke scheidslijn zou kunnen trekken. De weerbarstiger praktijk is echter dat de twee vrijwel altijd door elkaar lopen. Conflicten ontstaan vrijwel altijd vanuit een verschil van mening. En die meningen zijn gebaseerd op wereldbeelden en waarden en deze zijn altijd persoonlijk.
We horen het regelmatig en maken het zelf ook mee: "wat ik nu ga zeggen heeft niets met jou persoonlijk te maken, het is puur zakelijk, technische, of wat dan ook." Conflicten laten zich moeilijk objectiveren en raken de persoon, hoe dan ook.
Dus knikkeren we elkaar uit het kasteel van ons leven. De fundamenten mogen dan wel blijven staan maar de schade kan aanzienlijk zijn.
Ik zie het om me heen te veel gebeuren en het is over het algemeen terug te voeren aan een chronisch tekort aan genade en een overdosis aan ego.
"Weest elkaar dienstbaar in een geest van liefde." (Galaten 5:13).

07 december 2011

Waterkou

Zou zijn mijn moeder het hebben gezegd: het is waterkoud. Vocht en kou; een combinatie die op de lange duur niet zo lekker is voor de botten.
De Mentoring Clinic zit er al weer op en ik ben doorgereisd naar Ierland. Ik zit ergens in de buurt van Rahara. Veel schaap, veel koud en veel wind. Vannacht dacht ik er goed aan te doen om met de ramen open te slapen. Het heeft wel iets om zo'n beetje uit je bed geblazen te worden. Echter, het dekbed en de twee dekens deden hun werk. Het neemt wel iets meer tijd om je bed uit te komen omdat je dan het warme holletje moet verlaten.  En da's gewoon niet leuk.
Het is zo gaaf om de lichten aan te zien gaan  bij de meeste deelnemers aan de mentoring clinic. Een van de deelnerms die twee dagen van te voren overwoog om misschien toch maar gezellig thuis te blijven heb ik met een sluwe salespitch over kunnen halen om toch te komen. Hij is nu zo enthousiast. Hij schreef dat hij meteen bij thuiskomst en terug op het werk aan de slag ging met een aantal tools en vroeg me of we elkaar volgende week kunnen ontmoeten om er over door te praten. Zodoende hebben we nu een ontbijtafspraak om zes uur staan in het truckerscafe aan de rotonde nabij ons kantoor in Carlisle.

En daar doe je het voor: mensen tot ontwikkeling en bloei zien komen; een onderdeel van het maken van discipelen. De Clinic reikt de route, de vaardigheden, de gereedschappen en een groeiend zelfbewustzijn aan om hierin effectiever te worden.
Hieronder de groep deelnemers. Morgen weer naar huis. Yes!




30 november 2011

Evaluatie kan pijnlijk zijn

Over een paar minuten de deur uit. Naar Birmingham om een Mentoring Clinic te leiden. Erg leuk om te doen.
Meestal wordt, ter afsluiting van trainingen, conferenties en dergelijke door de baas betaalde uitstapjes, deelnemers om feedback gevraagd. Deze feedback is vrijwel altijd positief: "De beste training die ik ooit gevolgd heb, wat een leuke en goede staf, we hebben vreselijk gelachen, ik zou het iedereen aanbevelen, ik kan eigenlijk geen verbeterpunten bedenken,..."
Het is natuurlijk leuk om te horen en te lezen voor de mensen die een dergelijk evenement faciliteren en organiseren maar het is een vreselijk slecht meetpunt. Mensen  zijn uit de sleur van hun werk gehaald, ontmoeten anderen, eten andere dingen; ik durf te stellen dat onder deze omstandigheden willekeurig wat voor onderwerp dan ook hoge punten in de evaluatie scoort en dat je het desnoods over postzegelverzamelen had kunnen hebben.

Interessant is de impact op lange termijn en zojuist heb ik een onderzoek afgerond onder enkele honderden deelnemers aan de twintig clinics die we de afgelopen vijf jaar hebben gehouden. Dat levert bruikbare data op en geeft een goed beeld van de sterke en de zwakke punten van de clinic: veel "yes, dat hebben we goed gedaan" maar ook aandachtspunten waar de score niet naar verwachting of wens is. Daar moeten we mee aan de bak! Vanmiddag plan de campagne met twee collega's waarmee ik de meeste clinics leid.
Als de clinics op termijn niet leiden tot effectiever en kundiger mentors, als de deelnemers niet zijn gegroeid in hun vaardigheden, de tools niet gebruiken en met het geleerde niet intentioneel aan de bak gaat, moeten we er meteen mee kappen.
Dit onderzoek moedigt me aan om op een dergelijke manier het effect van alle trainingen te gaan meten. Want er wordt me daar toch een partij getraind en gevormd! Maar is het allemaal wel zo effectief?
Zelfkritiek en gezonde evaluatie met daaraan verbonden consequenties zijn noodzakelijk. Ik durf dat best aan. Iets instandhouden om reden dat we het al jaren doen is de eerste indicatie dat serieuze evaluatie op zijn plaats is. Niet volgend jaar, maar nu.

Trouwens, we verzorgen deze clinics ook voor andere organisaties: mentoringclinic.weebly.com.

27 november 2011

Smaakpapillen kietelen

Ze bevinden zich onder ons en vallen niet al te zeer op. Spreken dezelfde taal en wanneer ze spreken doen ze dat voortreffelijk. Met weldoordachte en goed geplaatste retoriek weten ze de argeloze burger voor zich in te palmen, tweedracht en ergernis achterlatend.
We zoomen in op de vierkante millimeter Christoloog en volgen hem een paar dagen. Kan het zijn dat zijn voorliefde voor alles wat de smaakpapillen stimuleert en zijn buikholtes vult model staat voor een allesoverheersende symptomatiek? Als je namelijk wat rond blijft hangen en observeren blijkt de beste man of vrouw een 'zwart gat' te zijn. Een van de belangrijkste kenmerken van een zwart gat is dat ze alle energie en ruimte in hun omgeving opzuigen. Een errug leuk filmpje die dit illustreert en een moderne interpretatie is van het narcissus (ja die gozer die verliefd werd op z'n eigen spiegelbeeld) syndroom vind je hier.
Iedereen kent ze. Vraag een willekeurig iemand of hij/zij iemand kent die de "gave van het nemen" heeft en men hoeft niet al te lang na te denken eer er een naam of twee, drie uitrolt.
Paulus schrijft over dergelijke lieden in Romeinen 16. Lieden die het dienen van Christus ondergeschikt hebben gemaakt aan de eigen buik, of "bediening."
Je dacht door genade behouden te zijn en houdt je al je leven lang aan deze eenvoudige waarheid vast. Geweldig.

Maar daar komen ze al aan en stellen zich op in rijen van drie: het "Genade Plus" leger. Allen hebben ze een zogenaamde diepere waarheid gevonden waarmee ze de onmeetbare genade toch weer een beetje meetbaar denken te maken.
Het vraagt een zeker vernuft om een deeltje van de waarheid te isoleren en op een vierkante millimeter van het onmeetbare terrein van genade een constructie te doen oprijzen die het hele terrein overschaduwt.
Het zit zo diep in de mens verankert: de neiging om het zelf als de norm te verheffen. Maar het is zo vreselijk zwargatterig.
En het ziet er gewoon raar uit, zoals het plaatje illustreert.

Genade, zo oneindig groot. 
Dat ik, die 't niet verdien
het leven vond, want ik was dood 
en blind, maar nu kan 'k zien. 


Genade die mij heeft geleerd 
te vrezen voor het kwaad. 
Maar ook - als ik mij tot Hem keer 
dat God mij nooit verlaat. 


Want Jezus droeg mijn zondelast 
en tranen aan het kruis. 
Hij houdt mij door genade vast 
en brengt mij veilig thuis. 


Als ik daar in zijn heerlijkheid 
mag stralen als de zon, 
dan prijs ik Hem in eeuwigheid ) 
dat ik genade vond.


(c) DP / Universal Songs Tekst & muziek: John Newton Ned. tekst: Elly Zuiderveld-Nieman



25 november 2011

Een echt exemplaar

Vanmorgen dacht ik de balans op te maken van wat 51 jaar aardlingschap mij heeft gebracht.
Is het allemaal onuitsprekelijk vermoeiend, zoals de Prediker het enigszins kort door de bocht samenvat? Of geeft het reden tot een volmondig "Tsjakka?" Ik denk dat ik er ergens tussenin zit en de balans de ene keer wat naar links en de andere keer wat naar rechts neigt, afhankelijk van hoe ik me op dat moment voel. Het leven en de levenskwaliteit laat zich maar moeilijk objectief meten. De waardering ervan is in grote mate subjectief en afhankelijk van zoveel factoren dat een jaar lang bloggen niet genoeg zou zijn om die allemaal op te sommen en te verkennen.

Heb ik nog wensen?
Een zinnetje in Romeinen 16 trok zojuist in het bijzonder mijn aandacht: "Doe de groeten aan Apelles, de echte christen."
"Wat maak je me nou, Paulus?" was mijn eerste gedachte. "Gradaties en kwalificaties introduceren? Is het allemaal al niet verwarrend genoeg?"
Ik heb altijd al moeite met de vele adjectieven die we in het dagelijks taalgebruik bezigen. Iets moois gaat meestal gepaard met een adjectief. Iets is "ontzettend," "best," "redelijk," "super," of wat dan ook mooi. Gewoon mooi is zo gewoon.
Wie of wat bepaalt dat iemand christen is? De eerste gedachte is dat als je de Here Jezus hebt aangenomen als je persoonlijk verlosser, je christen bent. Dat is de heersende gedachte. In de Bijbel komen we echter een andere praktijk tegen. Het was de omgeving die bepaalde of iemand christen was. Paulus en z'n kornuiten worden in Antiochië christen genoemd door de mensen die hun levens een jaar lang hadden kunnen observeren: ze leken op Christus en werden, waarschijnlijk licht spottend, naar Hem vernoemd wiens leven in hen zichtbaar was.

De echte christen Apelles. 
De gedachte erachter is deze: Apelles werd bij de Consumentenbond afgeleverd om een aan batterij tests te worden onderworpen. Die tests beoogden in kaart te brengen in welke mate het product voldeed aan de specificaties. Apelles kwam uiteindelijk als "beste koop" uit de bus: de Christustest ondergaan en authentiek gebleken!
Nu hoeven wij die tests niet te bestellen. Die komen vanzelf op ons af. Het leven bevat voldoende testelementen die op de Christus claimende mens worden losgelaten. Deze proeven van bekwaamheid zullen uitwijzen of we met het echte product te maken hebben of met een goedkope Chinese kloon.

Dat is mijn grootste wens: echt te blijken.

16 november 2011

Vark eten

Is het mogelijk dat wat de een uit geloof doet, voor een ander zondig is? Met betrekking tot het eten van dingen is dat wel degelijk mogelijk volgens Paulus.

  1. Als je zonder twijfel vark of boerenkool eet, ben je gelukkig.
  2. Eet je vark of boerenkool maar hebt daar tegelijkertijd twijfels bij, dan handel je niet uit het geloof.
  3. Alles wat niet uit geloof gedaan wordt, is zondig (Rom. 14:22-23)
Nu was dat eten van vark, en andere zogenaamde onreine dieren en zaken, een hot issue in de vroege kerk. Het stond namelijk eeuwenlang op de lijst van verboden middelen. Het verlossende werk van Christus had echter ook een flinke verschuiving van zaken op de welles en de nietus lijstjes tot gevolg. Vark deed nu mee (handelingen 10). Echter, als dat eeuwenlang de traditie was, dan schakel je niet van het ene op het andere moment over.
De discussie ging ten diepste over de vraag over de reikwijdte van de verlossing. Daar komt geloof bij kijken. 
Daarom is en blijft het een vraag van alle eeuwen. 
In onze moderne tijd met haar nadruk op verlossing van zonde en redding voor de eeuwigheid, wat al voldoende stof tot discussie oplevert en onenigheid bewerkt, is de vraag over die reikwijdte enigszins ondergesneeuwd; het staat op het waakvlammetje.

Nu levert vark niet al te veel problemen meer op. Het is tegenwoordig een schoon beest; vreet geen plastic, batterijen of anderszins zwervend vuil en wordt intensief en gebalanceerd gevoed om in zo'n kort mogelijke tijd klaargestoomd te worden voor haar bestemming: opgerold en in een keurig netje bijeengehouden op mijn bord. Dat kan voor, tijdens of na Kerst zijn.
Of ik vind dat mijn vark een levenswaardig bestaan heeft gehad alvorens tot haar bestemming te komen is een gewetenskwestie. Kan ik het zonder twijfel of zelfverwijt eten dan ben ik een gelukkig mens. Mocht ik echter, door Marianne Thieme en companen  bewustgemaakt van de miserabele en dieronwaardige omstandigheden waarin mijn vark tot haar bestemming komt, tot twijfelen worden gebracht over de ethische juistheid van het openknippen van het netje en tot het versnaperen van mijn rolletje vark overgaan, dan is mij dat tot zonde.

En zo past Paulus dit principe toe op alle eten en drinken. Vuistregel: als het een ander in mijn directe omgeving stoort: niet doen; "iemand voor wie Christus is gestorven, mag u niet te gronde richten door wat u eet" (Rom. 14:15). Dus, mocht ik ooit met de naamgenoot van mijn vrouw aan de lunch zitten, zal vark in haar netje blijven en geniet ik van een boerenkoolsalade met cashewnoten (of zoiets). Maar dan wel met een glas wijn.

De verlossing die Christus bracht, raakt alles. Het verlost mij van mij narcisme en recht op zelf. De ander eerst. De ander geen aanstoot geven. De ander dienen. Verlost van zonde, gered voor de eeuwigheid en in het hier en het nu vrij om te dienen.
Het is heerlijk om verlost te zijn.

15 november 2011

Kappen met eten!

Of juist niet? Wie heeft er gelijk? De man met de tot aan z'n knieën overhangende buik die als gevolg daarvan wekelijks doktert of de extreem fitte atleet die z'n dieet met zorg kiest en nooit dokert maar gewoon op z'n 82ste doodgaat. De een kost de staat tonnen en hijgt zich naar de eindstreep zonder deze ooit in zicht te krijgen terwijl de ander de eer van het land verdedigt met zijn of haar gymnastiekoefening.
Wel of geen Vark? Dat was zo'n beetje de discussie in Romeinen 14.
Het antwoord van Paulus zouden we nu met een scheef oog aan zien: je mag eten wat je wil en we moeten kappen met elkaar te veroordelen. De graseters moeten de varketers met rust laten en de omnivoren moeten kappen met het neerkijken op knagers. Echter, als mijn geknaag jou ergert, eet ik het thuis. Als mijn gevark (ja, ik weet dat mijn buik nu mijn knieën raakt, maar ik heb wel lol) jou aanstoot geeft, houd ik me in. We zijn vrij om te eten wat we willen maar daar waar het een issue wordt treedt een overtreffend principe in werking: de liefde. 
Die liefde eert en waardeert de ander en doet niet aan zelfpromotie.
Wat schattig.... Van wie zou hij het hebben?
Dat staat haaks op de heersende gedachte dat het recht op "authenticiteit" te allen tijde prevaleert; ik doe mijn ding op mijn manier en als het je niet aanstaat heb je pech.
Het wordt ook wel verhuftering genoemd.
In de trein waar een schlemiel groot doet met z'n leren jekkie, z'n ipod, ipad, iphone en andere vruchtderivaten en zich zo mogelijk nog wat groter maakt als iemand tracht om een van de vier stoelen die schlemiel heeft geclaimd, op te eisen. 
Elegant gedrag nodigt meer uit tot het praktiseren van de overtreffende liefde dan hufterig gedrag. Verhuftering nodigt uit om mee te hufteren. Het gevoel van verontwaardiging neemt toe en leidt subtiel tot terugtrekking; ik leef mijn leven op mijn manier en jij het jouwe op jouw manier. Maar het heeft niets meer te maken met het promoten van de ander en juist alles met het beschermen van het zelf.
We leven in een krankzinnige wereld.

14 november 2011

Gezocht: assistent(e)

Ik kan het niet langer uitstellen. Ik heb hulp nodig. In een "normaal" bedrijf gooi je er een zak geld tegenaan en je "huurt" een werker. Bij OM gaat dat wel wat anders. Die zakken met geld zijn er niet en het is ook van belang dat een toekomstige medewerker iets van een roeping ervaart. Sommigen noemen dat een "klik", of "hun ding" en dat maakt het allemaal wat ingewikkelder. Ik weet dat de persoon die ik zoek ergens rondloopt, zit, of staat maar van een afstandje niet kan ruiken dat er een job beschikbaar is. Misschien dat u, gewaardeerde bloglezer iemand weet die deze schoen past?

09 november 2011

Als decibellen wijken

Onherkenbaar door het op maximum decibel producerende PA systeem zag ik kabouter Thijs van Leer's lippen bewegen. Z'n gejodel stierf weg in de overheersende en misvormde Hammondklanken en krijsende uithalen op de Les Paul.
Jammer. Oude glorie laat zich dan toch beter afluisteren over de Hifi installatie in het privédomein.
Focus in Carlisle. Of all places.
Een collega, Focus fan, had me overgehaald om mee te gaan.
Ik vertrok na de eerste helft. Terwijl de klanken langzaam wegstierven naarmate ik me van het etablissement af bewoog, overviel de stilte, versterkt door een monotoon residu in m'n oren, ook wel "piep" genoemd.
Hocus Pocus, Sylvia, Eruption; vaag herkende ik de hits maar ze hadden niet de schoonheid van weleer. Jammer.

Ik bedacht dat het op de een af andere manier het leven illustreert. Hoe meer jaren er overheen gaan, hoe minder onbevangen je erin staat. Maar ik bedacht ook dat het niet zo hoeft te zijn en dat er altijd nog zoveel schoonheid overblijft, ondanks het feit dat we er collectief een puinhoop van maken. Vanmorgen vroeg liep ik een stukje door het bos dat naast het OM kantoor begint. Helemaal alleen. Herfstkleuren en -geuren; God, wat is uw wereld mooi. Vooral als decibellen wijken.

08 november 2011

Hebben recalcitrante koeien bestaansrecht?

Ja, je kunt er maar moeilijk omheen. Volgens Paulus zijn alle regeringen door God geïnstalleerd. Dat is toch even slikken. Als dat waar is, kan ook onze regering alleen bestaan en haar macht uitoefenen omdat God haar op die plek heeft gezet. Ook de Griekse regering. En die van Noord Korea. Zelfs van Amerika... Nou, nou.
In het grote verhaal van God begrijp ik dit wel. Ieder mens, ieder systeem leeft en beweegt bij Zijn gratie.
Mocht dat niet zo zijn dan hebben we een groter probleem omdat we dan zouden moeten besluiten welke regering wel en welke regering niet door Hem regeert. Paulus zegt hier (Romeinen 13) dat we ons daar geen zorgen over hoeven te maken; de God van alle leven geeft alle regeringen het mandaat om te regeren. Dat ze in dat regeren wel of geen rekening houden met de God, doet dar niets aan toe, of af.
Maar het wordt ingewikkelder als we Paulus nog even laten uitpraten. Hij zegt dat, omdat alle regeringen door God zijn, we ons aan die regering moeten onderwerpen. Daar waar iemand weigert om zich aan het boven haar gestelde gezag te onderwerpen, wordt dat toegerekend als ongehoorzaamheid aan God.
Nou, daar moet je bij een Nederlander niet mee aankomen.
Gisterenavond vroeg een Schotse collega, onze internationale financiële audoitor, of de Nederlanders in het algemeen op de hoogte zijn van de situatie waarin Griekenland de euro heeft gemanoeuvreerd. Mijn antwoord was "waarschijnlijk niet, maar ze hebben wel allemaal een mening."
Zo is het ook met dit stukje onderricht van Paulus. Begrijpen doen we het niet precies maar we hebben wel allemaal een mening.
Hij gaat nog verder: de regering is door God gegeven om ons te helpen.
Helpen? Ik zie de bloeddruk van de gemiddelde Hollander stijgen tot ongekende hoogte. "Graaiers zijn het, meneer. Dat zeg ik: graaiers."
Het gevaar met het isoleren van een stukje in de Bijbel is dat het je vaak maar een stukje van het verhaal laat zien. Als je hier namelijk de uitspraak dat we God meer moeten gehoorzamen dan de mensen (Handelingen 5) naast legt, wordt het geheel al wat interessanter. We worden geacht om binnen het verhaal van 'alle regeringen zijn door God gegeven', keuzes te maken die God eren;  geen slaafse onderdanigheid maar een leven waarin weloverwogen keuzes gemaakt worden die gebaseerd zijn op de principes en uitgangspunten van Zijn koninkrijk.
Gelukkig  geven veel regeringen de ruimte binnen haar wetgeving om het met haar oneens te zijn, in beroep te gaan en te protesteren. Ook dat valt binnen het kader van gehoorzaamheid an de overheid. Vandaar dat we in Nederland best wel veel kunnen doen, binnen de kaders van de wet, zonder dat dat meteen tot gewetensconflict leidt.
The Recalcitrant cow by Georges Redon
Moeilijker is het voor hen binnen totalitaire regimes die deze ruimte niet bieden. Daar heeft het "God meer gehoorzamen dan mensen" verstrekkende gevolgen voor de moedige man of vrouw die opstaat en de regering direct of indirect wijst op misbruik van de haar door God gegeven macht.
Vandaag zullen weer mannen en vrouwen gevangen worden gezet, gemarteld of zelfs gedood omdat ze God meer gehoorzamen dan mensen.
De discussie die wij over deze passage in Romeinen 13 voeren, vindt plaats op en vanuit het pluche van onze welvaartsdemocratie en heeft maar weinig  persoonlijke gevolgen. Zelfs voor de recalcitrant, de dwarsligger en de non-conformist. Onze regering voorziet zelfs in de ruimte die zij claimen.
Gekke wereld eigenlijk. Maar wat doen we met krakers in de kerk? Hoeveel ruimte biedt de kerk om haar gezag aan te spreken? Daarover morgen meer.


07 november 2011

Het publiek neemt afstand

Wat zegt het over een groep, over de individuen in de groep of over de sprekert as je publiek de rijen van achter naar voren opvullen en er zich tussen de sprekert en de eerste levende wezens vijf lege rijen bevinden. Wat zegt het en wat doe je?

  1. De spreker heeft, nog voordat hij z'n mond opentrekt, al zo'n intimiderende uitstraling dat het de mensen bij  voorbaat al doet terugdeinzen; zoiets van "dan hebben we dat vast gehad.
  2. Het publiek is uiterst bescheiden en niemand wil de indruk wekken te gretig te zijn. 
  3. De vorige spreker was te luid en sproeide de eerste rijen onder met een fijn speekselgordijn.
  4. Het publiek heeft een deuk opgelopen. Een ietwat afwachtende houding met een spikkeltje achterdocht is zo gek nog niet. Er wordt in de naam van God al zoveel gezegd.


Hoe dan ook; je moet het ermee doen. Wat nu?

  1. Waar ik zelf een gruwelijke hekel aan heb is als een spreker het publiek gaat commanderen om naar voren te komen, daarbij gebruik makend van flauw grapachtig commentaar: "Ik bijt niet hoor," "Zijn jullie bang of zo," "Is het achterin warmer?" "Ik heb toch echt m'n tanden gepoetst," "Ik beloof dat ik niet zal spugen."
    Verschrikkelijk. Dat is dus geen optie. 
  2. Het spreekgestoelte naar beneden halen en zo dicht mogelijk bij de eerste levende mensen neerzetten zonder flauwe of beschuldigende grappen te maken zoals, "Als de berg niet naar Mozes komt, gaat Mozes wel naar de berg toe," "jullie mogen dan misschien bang zijn voor mij, ik ben echt niet bang voor jullie hoor, haha."

    Dat hebben we dan maar gedaan. Zo dicht mogelijk bij en naast de mens gaan staan zonder flauw te doen.

Maar zwaar was het wel. Omdat het een relatief kleine groep was, zo'n veertig man en vrouw, hielp het om rond te lopen en concrete, en directe en open vragen te stellen. Toen werd het wel wat losser maar het was duidelijk dat de hele groep een aardig ingedeukt was. Reden is mij onbekend maar vaak spelen dikke ego's in het werk van God die weigeren om af te slanken of in te krimpen en prominente rol; het scenario voor jarenlange achterdocht, onvergevingsgezindheid, verwijdering en eenzaam lijden en verdriet.
Ik kan het me goed voorstellen. Als je dat net hebt meegemaakt dat houd je een slag om de arm als er een vreemde spreker op het podium staat. Zou ik ook doen. Doe ik ook. En niet alleen bij vreemde sprekers.

06 november 2011

Veinzend liefhebben

Het is vrij gemakkelijk om in gezelschap met een glimlach rond te lopen, complimenten te geven, veren in achterwerken te steken; zeg maar populair liefhebbend te doen. Hoe weet ik nu of dat toneelspel is of dat het eigenlijk toch wel een soort van menens is?
Er bestaat een test hiervoor. Hoe denk en praat ik over diezelfde mensen als ze er niet bij zijn? Als dat gelijk is aan wat ik publiekelijk demonstreerde mag ik ervan uitgaan dat ik aangenaam besmet ben met het 'ongeveinsd liefhebben virus.' Het is niet zo heel erg om daaraan te lijden.
Mocht er echter een duidelijk discrepantie bestaan tussen hoe ik me publiekelijk uitlaat en wat ik werkelijk vind van de mensen waartussen ik me beweeg, dan lijd ik aan het 'geveinsd liefhebben virus.' En dat is vrij ernstig.
Paulus zegt het zonder opsmuk in een klein zinnetje dat verder weinig ruimte laat voor misinterpretatie: "Heb lief zonder te doen alsof" (Rom. 12).
Maar kan het? Bestaat er iets dat we 'pure, authentieke liefde' kunnen noemen.
Is het niet zo dat we de één wat makkelijker ongeveinsd kunnen liefhebben dan de ander? Sommigen maken het je namelijk wel moeilijk om ze lief te kunnen hebben. Wat doe ik daarmee?

Negeren is een optie. Als je tot een iets grotere groep behoort is dat een vrij eenvoudige oplossing. Binnen die groep zijn er namelijk genoeg mensen die wat makkelijk lief te hebben zijn. Het valt niet al te zeer op als ik me tot die groep beperk. Er is een maar hier. Als ik kies voor negeren, is die ander sterker en heeft macht over mij. Niet zo gezond, dunkt me. het helpt mij niet en ook de ander niet.

Confronteren is een andere optie en waarschijnlijk een betere dan die van "net doen alsof". Wat is het in mij of in de ander dat het obstakel tot het niet liefhebben vormt? Het is belangrijk dat ik eerst bij mezelf kijk. Een tijd terug had ik op dit gebied behoorlijke problemen met het liefhebben van een collega. Te pas en te onpas viel hij me lastig met totaal irrelevante vragen, opmerkingen en vooral superlange verhalen waarvan de samenvatting alleen al zelfs de meest energieke persoon in slaap zou wiegen. Op een dag confronteerde ik hem en besloot om het mijn probleem te maken: "Luister, jij doet dit en dat, sus en zo en er is een reden dat je dat doet. Ik kan dat niet veranderen. Echter, ik weet niet hoe ik daarmee om moet gaan. Help me eens." Vervolgens hebben we afspraken gemaakt en het is sindsdien geen probleem meer.

Reflecteren kan ook een gezonde oefening zijn. Niet kunnen liefhebben zegt namelijk vooral iets over mij. De ander kan nog zo'n onmogelijk persoon zijn; het zegt veel over mijn normen en waarden; wat ik acceptabel of normatief vind. En ja, er zijn tal van energiezuigende personen die ook ik liever ontloop; die met een flinke blinde vlek vooral narcistisch of wat dan ook lopen te doen en totaal gevoelloos zijn voor ieder directe en indirecte hint die in de richting van een "dit gesprek is afgelopen" wijst. En dan heb ik het nog niet eens over mijn eigen blinde vlekken die, naar ik hoop in de loop van mijn leven, voor mezelf zichtbaar worden zodat ik er iets aan kan doen.
Liefhebben en aanvaarden dat de realiteit is zoals deze is, gaan hand in hand. Let wel, dit betekent niet dat we hoeven te aanvaarden dat de realiteit blijft zoals deze is. Liefde zet zich in voor verandering. Bij mezelf en bij anderen. Vandaag wil ik daar weer flink aan oefenen.


05 november 2011

Genade als pedagoog (II)

Wel eens een "epifanie" gehad? Ik denk het wel. Het is als je plotseling iets heel scherp ziet wat tot dan toe een beetje wazig, modderig was. Je hebt er lang over nagedacht en dan gaat opeens het licht aan.
Jezus Christus is in het plan van God zijn epifanie voor de wereld. Lang nagedacht en opeens zie je de werkelijkheid en impact van wat God in Jezus heeft gedaan. Niet voor niets dat Jezus het licht van de wereld is.
Jezus is Gods tien dollar biljet in de sombrero (zie blog van gisteren).

De vraag is wat die plotselinge verschijning met ons doet. Hoe verandert het ons?
Paulus zegt dat deze verschijning van Gods genade een opvoedkundig gevolg heeft voor ons leven (Titus 2:11-14). Dat licht gaat niet alleen over ons schijnen; het gaat iets in ons doen.

Twee aspecten:

1) Het leert ons dat we ons moeten afkeren van

  • ons goddeloze leven. God staat vanaf het moment van onze epifanie op ons netvlies gegrift. We kunnen niet langer onbewogen blijven. Ons beeld van God is voorgoed anders. Hij wordt de eerste waar we aan denken. Onze levens; voorgoed veranderd! Godloosheid kenmerkt ons leven niet langer. Godvolheid komt daarvoor in de plaats. Nu moeten we dat niet meteen verwarren met een voortdurend warm en romantische gevoel. De kleinkinderen van de vrouw uit het verhaal van gisteren hadden na verloop van tijd weer honger en het veranderde haar directe werkelijkheid niet. Wat het wel veranderde was de kijk- en denkrichting. Dat is Godvolheid.
  • onze zondige verlangens (passies). Passies zijn neutraal en maken deel uit van Gods scheppingsorde. Zonder het vermogen om honger of trek te voelen, zou ik stoppen met eten. Toegeven aan die passie, of dat verlangen, is wijs. Een verlangen is zondig als ik erdoor geobsedeerd raak en het mijn leven gaat beheersen. Zelfdiscipline is een goede zaak. Dat is best wel lastig in een wereld die ons aanmoedigt om onze passies leidend te laten zijn in het nemen van beslissingen. 
2) De school van God leert me ook het alternatief:

  • Bezonnen, rechtvaardig en vroom leven. Dat is aardige mond vol en dit is dan ook een enigszins glibberig terrein. Er bestaat de neiging om dit te reduceren tot lijstjes met dingen die we moeten doen en als we de meeste onderdelen van dat lijstje af kunnen vinken, doen we het goed. Helaas kent de invulling hiervan een hoog abstractieniveau waarbij het "jij in jouw klein hoekje, en ik in 't mijn" het verder reduceert tot een individuele geestelijke oefening. Alles wijst erop dat deze drie woorden hier midden in de wereld een plek moeten hebben in ons leven. De link naar Jacobus is hier snel gelegd: daders van het woord is hier meer aan de orde dan geisoleerde abstractie. Het verhaal van LaGuardia illustreert niet alleen het principe van genade; het is een tastbaar voorbeeld van hoe we als Godvolle mensen ons in en met de wereld verhouden. 
  • uitzien naar het geluk waar we op hopen. De toekomst trekt als een magneet; motiveert, stimuleert. Niet langer gedreven door magneetje van tijdelijk aard die niet blijven plakken, aspireren we iets hogers: de gelijkvormigheid aan Christus. Onze gebrokenheid mag nooit een excuus zijn om bij de pakken te gaan neerzitten. Verandering is mogelijk. Gods epifanie verandert ons in het hier en nu, van binnen uit terwijl een andere kracht werkzaam is die ons vooruitbeweegt. Da's ook een soortement epifanie.
Ik moest dit even kwijt. Morgenavond spreek ik over dit thema in Carlisle en zoals ik wel vaker doe gebruik ik mijn blog om schetsen neer te zetten en uit te werken. 

04 november 2011

Genade als pedagoog (I)

Genade. Je raakt er niet over nagedacht of uitgepraat. Hoe ver gaat genade? Wanneer kom je op een punt dat je besluit dat het ophoudt? Je trekt toch ergens een grens; die van billijkheid. Iemand eenmaal iets niet toerekenen, dat trekken we nog wel, uiteraard afhankelijk van de ernst van de overtreding.
Er doen tal van legendes de ronde om het principe van genade te illustreren. De meeste behoren tot de categorie "urban legends" omdat niemand met zekerheid kan zeggen of het voorval wel of niet heeft plaatsgevonden.

Een aardige vinden we "The Ragamuffin Gospel" van Brennan Manning.

Links de "little Flower"
Fiorello LaGuardia (1882-1947) was burgemeester van New York City tijdens enkele van de ergste periodes van de Grote Depressie en gedurende de Tweede Wereldoorlog. Hij werd  door de inwoners van New York respectvol  "the Little Flower" genoemd, omdat hij nauwelijks langer was dan 1 meter 50 en altijd een anjer in zijn revers droeg. Tijdens een  koude nacht in januari 1935 ging hij naar de rechtbank in de armste wijk van de stad en stuurde de dienstdoende rechter naar huis en nam zijn plaats achter de rechtbank in. Een haveloze oude vrouw werd voorgeleid. Ze werd beschuldigd van het stelen van een brood. Haar dochter was ziek en haar kleinkinderen ondervoed. De winkelier, van wie ze het brood gestolen had, weigerde de aanklacht te laten vallen en zei: "Het is een echt slechte buurt, edelachtbare. Ze moet gestraft worden om andere mensen hier in de buurt een lesje te leren. In gedachten verzonken zuchtte LaGuardia zuchtte diep. Hij keek de vrouw aan en zei: "Ik moet je straffen. De de wet maakt geen uitzondering - tien dollar of tien dagen in de gevangenis." Maar terwijl hij de straf uitsprak haalde hij een tien dollar biljet uit zijn zak en gooide het in zijn beroemde Sombrero en zei: "Hier is de tien dollar boete en je bent nu vrij om te gaan. Bovendien veroordeel ik iedereen in deze rechtszaal tot een boete van vijftig cent voor het leven in een stad waar mensen een brood moeten stelen, om hun kinderen te eten te kunnen geven." De boetes werden ingezameld en het totaalbedrag aan de vrouw meegegeven.
De volgende dag meldden de kranten dat 47,50 dollar werd overgedragen aan de verbijsterde vrouw die een brood had gestolen om haar hongerende kleinkinderen te voeden. Samen met een zeventigtal kleine criminelen, mensen met verkeersovertredingen, en New York City politieagenten, droeg ook de kruidenier zijn vijftig cent bij, zij het met een rood hoofd! Vervolgens kreeg de burgemeester een staande ovatie.

Hier stopt het meestal. We hebben genade geïllustreerd, vinden dat de wereld daar wel wat meer van kan gebruiken en nemen onszelf voor een tikje genadiger naar anderen te zijn. Ook dient het als illustratie om de diepte van genade die God is, wat zichtbaarder, tastbaarder te maken: wij die het niet verdienden of er aanspraak op zouden kunnen maken, ontvangen gratis het Leven. God spreekt ons vrij. Zijn zoon is de prijs die betaald is voor onze overtredingen.

Een wat lange inleiding maar het is van belang dat we verder kijken. Wat doet genade met de vrouw die in plaats van te moeten dokken of zitten met een smak geld naar huis wordt teruggestuurd. Hoe denkt zij vanaf dat moment over de rechter? Wat dacht ze eerst, en wat denkt ze nu? ik denk dat ik haar ogen en beleving die rechter vanaf dat moment nog maar heel weinig verkeerd kan doen. Ze zal voor de rest van haar leven met eerbied en respect over hem spreken en ik kan me zo voorstellen dat mensen die met haar on contact kwamen vroeger of later heer genade verhaal te horen kregen.

Wat doet de genade meer met ons, verder dan ons vrijkopen en zicht op een hoopvolle toekomst geven? Hoe verandert het mijn leven van vandaag? Daar gaat Paulus op in in Titus 2:11-14.
Om u beste lezer niet ter verliezen, laat ik het nu even hier bij. Morgen het vervolg.

p.s. Is de LaGuardia anekdote een broodje aap verhaal of is het een op feiten gebaseerd verhaal?
Als je nieuwsgierig bent naar het antwoord, lees dan hier.


01 november 2011

Bescheiden denken over God

God uittekenen, wie zou dat niet willen? We erkennen dat het onmogelijk is. Toch proberen we het, waarbij de neiging bestaat om een bepaald ontdekt aspect sterk uit te vergroten en daarmee in alle over- en hoogmoed mee aan de slag te gaan.
Het staat nog op mijn netvlies gegrift. Ergens in 1979 bezocht ik regelmatig samen met enkele vrienden een bijbelstudiegroep. Twee bezoekers waren onlangs de kerk uitgestapt omdat "de dominee niet in de opname van de gemeente geloofde." Ze spraken er schande van en zagen zich genoodzaakt om de kerk de rug toe te keren en de fijne groep van wederomgeboren evangelischen te omarmen. Het isolement waarin ze zich plaatsten en het stigma wat hen werd opgeplakt werd met een combinatie van pijn en vreugde als teken van hun gelijk gezien; het was lijden om Christus wil. Hopelijk hebben ze in de laatste 32 jaar ontdekt dat het op z'n zachtst gezegd een domme en absurde zet was.
In de loop der jaren ben ik, vaker dan me lief is, zoveel gelovigen tegengekomen die op de bressen klimmen voor even zoveel bijzaken en maar zelden gaat dit gepaard met bescheidenheid. In gesprekken klinkt een houding van superioriteit door en ik blijf achter met een sterk gevoel dat ik zojuist ben gestigmatiseerd als iemand "die het niet ziet." Hopelijk bidden deze mensen voor me dat ik mag groeien in inzicht want dat inzicht is iets wat ik chronische tekort kom.
Paulus somt het verhaal van God op: onpeilbaar is zijn rijkdom, wijsheid en kennis, ondoorgrondelijk zijn beslissingen en onnaspeurlijk zijn wegen (R 11:33). Over het plan van God lezend en trachten daar een blauwdruk aan te ontlenen, is onbegonnen werk. Bescheidenheid past ons in ons denken over God, naar de mate van het geloof dat God aan een ieder geeft.
Misschien komt het dat we bescheidenheid verwarren met onzekerheid terwijl we onszelf vertellen dat, als we eenmaal de waarheid hebben ontdekt, we een zekerheid hebben gevonden die z'n vergelijking met enige andere filosofie niet kent en gemakkelijk overstijgt.
En ja, bescheidenheid en onzekerheid zouden best wel eens in elkaars verlengde kunnen liggen. Als ik Hem niet kan peilen, doorgronden of naspeuren, kan me dat onzeker maken. Wat weet ik nu eigenlijk over Hem? Laat ik m'n mond maar houden.

Edoch, temidden van dit alles staat de boodschap van genade en liefde als een onneembaar fort in het tumult, de chaos en de onzekerheid. Terwijl de wereld met haar elementen erop in beukt staat de liefde en de genade ongeschokt.
Die genade en die liefde zijn niet na te speuren, niet te doorgronden en niet te peilen. Hoe diep je ook graaft, ze gaan altijd dieper. Dat creëert verwondering. Hoe kan God dat doen? Is er dan echt plaats voor iedereen?
Ja! zou Paulus zeggen. Wie met de mond belijdt dat Jezus Heer is en met het hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, vindt een zekere en veilige plaats in dat overigens onvernietigbare fort.
Die boodschap verkondigen we. Onbescheiden.
Wat alle andere zaken betreft past ons bescheidenheid.

Het teken van hoop temidden van chaos en talloze vragen
Artist:  Completion Date: c.1963 Place of Creation: France
Technique: gouache, pastel Material: paper Dimensions: 28.5 x 42 cm
Gallery: Musée national Message Biblique Marc Chagall, Nice, France



31 oktober 2011

Het is toch echt maar een lamp

In onze badkamer hangen twee wandlampjes. Messing/Brons met opaalglazen kap. Een van die opaalglazen kappen is jaren geleden in kleinere fragmenten op de vloer uiteengespat. Omdat ik geen idee had welk merk het betrof hing daar jarenlang een energiezuinige lamp in, die z'n werk gewoon deed, echter zonder die mooie overkapping. Vanmorgen besloot ik daar wat aan te doen en op zoek te gaan naar een kap die wel zou kunnen passen. Tijdens mijn ontdekkingsreis kwam ik zowaar het merk en typenummer tegen (Dornbracht 83300360).
Met hulp van Google treed ik vervolgens een wereld binnen die mij totaal onbekend is: die van het design sanitair. Nu is de toevoeging "design" redelijk arbitrair en technische overbodig omdat aan, om het even welke lamp altijd een ontwerp ten grondslag ligt. De toevoeging "design" houdt een waarschuwing in: "Let op: u betreedt een gebied waarin zich normaliter slechts vermogenden of mensen met een bepaalde fetish ophouden. Voor de man die gewoon een functionele badkamerlamp zoekt is deze wereld alleen om te kijken. U kunt of wilt niet kopen." Wat ik bedoel is dit. Mijn lamp is gelukkig nog wel te krijgen. De bronzen uitvoering is in de aanbieding voor 436 euro (normaal ruim 700). Zie hieronder de lijst met de aanbieding. Ik ben geneigd om m'n twee lampen te koop aan te bieden. Als setje (en een glas dat ontbreekt). Daarom nu te koop (let wel dit zijn "gerijpte" exemplaren) voor 625 euro. Dan koop ik bij de gamma of bij Ikea voor een paar tientjes twee vervangende lampen.

Edoch, iemand biedt op Markplaats een nog ongebruikt exemplaar aan voor 50 euro. Wel de Chrome editie maar het gaat mij toch alleen maar om het glas. Ik heb 35 euro geboden. Toch een rare wereld waar je voor een vierkante douchekop ruim 3000 euro neertelt als deze het label "Dornbracht" draagt, terwijl het erom gaat dat water door gaatjes naar buiten geperst wordt zodat je effectiever nat wordt dan met een dikke straal uit een tuinslang. Hetzelfde effect bereik je met een douchekop van een paar euro. Waarschijnlijk mis ik iets. Ja, zullen sommigen zeggen, maar die douchekop van jou gaat maar een jaar of vijf, en als je geluk hebt, tien mee. Op den duur heb je dan toch een kapitaal aan douchekoppen uitgegeven.

Wat me vooral verontrust is dat we in een wereld leven waarin de verschillen zo groot, zo tragisch zijn. Ik kan, sinds ik een uur geleden m'n lampje Googelde, het beeld van een van dorst stervend kind, niet uit m'n hoofd zetten. Die denkt niet na over welke douchekop of welk lampje hij graag in z'n badkamer zou willen hebben. Die kan maar aan ding denken: water.



28 oktober 2011

Wat voor burrie?

Ja, Congresbury. Net iets ten zuiden van Bristol. Iedereen kent het. Nooit van Congresbury gehoord? Nou zeg!
De eigenaars van een van de twee B&B's die Congresbury telt, vroegen me honderduit over m'n werk en leven. 'Die organisatie waarvoor jij werkt, werken daar Katholieken, Protestanten of Christenen?' Zo'n vraag, daar kan ik wel wat mee. Het zegt veel over het wereld- en Godsbeeld van het sympathieke, gepensioneerde echtpaar. 'Bij ons werken zowel katolieken, protestanten als christenen. Wat hen typeert en verenigt is dat ze gegrepen zijn door hetzelfde verhaal van Christus; van leven, hoop, liefde en verandering. Zozeer zelfs dat ze, wars van kerk- en dogmatische muren zich samen in willen zetten om dat verhaal te vertellen aan iedereen die het wil horen.
Vandaag aan de slag met een van mijn mentors en thesis begeleiders. Het is zo gezond om een of meer mentors in je leven te hebben. Een wijze, bekwame man of vrouw die wat verder is in het leven en die je vraagt om over je schouders mee te kijken naar je leven en en werk en toestemming heeft om alles te mogen zeggen en vragen. Daar kom je echt een stuk verder mee in je leven. Vandaag dus wat levens-, en werkoefeningen in Congresbury. Of all places!

27 oktober 2011

Tech je zegeningen

Technologie verandert de wereld. En levens. Vooral de manier waarop we onze tijd invullen. Lichte tot zware afhankelijkheid van technologische verdovende middelen lijkt eerder regel dan uitzondering te zijn. Met een internetdichtheid van 92% aangesloten huishoudens spant Nederland de wereldwijde kroon. Om me heen kijkend vind ik vijf mobiele telefoons. Uiteraard sterk verouderd. De nieuwste is de inmiddels 25 maanden geleden op de markt verschenen Nokia 97Mini. Eigenlijk ook al weer verouderd. En een onding. in plaats van belangrijkere en urgentere zaken te doen ben ik deze ochtend gestart met een harde reset en het volledig opnieuw installeren. Nu, twee en een half uur verder, heb ik het bijna voor elkaar. Maar het geeft geen voldaan gevoel. Eerder een onbestemd leeg, nutteloos gevoel. Ik heb er niets van opgestoken en het blijft een onding.
Lijkt op de Nokia N97 Mini
Onze afhankelijkheid van technologie zal alleen maar toenemen. Zeker nu meer en meer bedrijven hun bestanden en software in en uit virtuele wolken opslaan en/of halen. Een leuke stroomstoring of een platte server en we zijn ontheemd.

Aan de andere kant, aan het eind van de achttiende eeuw duurde de reis van Rotterdam naar Amsterdam zeven uur (per koets). Van Amsterdam naar Marseille duurde drie weken (als alles meezat).
Nu rekenen we in minuten. Vanmiddag pak ik om 14.53 de trein naar Schiphol die me daar 25 minuten later aflevert zodat ik ruim op tijd ben om de vlucht van 16.20 naar Bristol te halen. Dat komt neer op een uur wachten en als het vliegtuig iets te laat vertrekt, heb ik de neiging om me daarover op te winden. Ik kom aan in Bristol en bel vanuit het vliegtuig m'n gastheer die precies weet hoeveel minuten ik nodig heb om bij de uitgang aan te komen waar hij dan precies op dat moment aan komt rijden. Geheel naadloos. Als alles meezit.
Dan eten en praten, wat slapen, ontbijten, meer praten, een snelle lunch en dan het vliegtuig van 14.05 weer terug naar Schiphol. Nog zes dagen in die rotkoets te gaan naar Marseille.
Ondertussen vangt mijn telefoon iedere aan mij geadresseerde email- of tekstboodschap uit de lucht en kan ik contact houden met collega's en op afstand zaken regelen die vroeger alleen via briefcontact of face-to-face geregeld kon worden (in het pre analoge telefoontijdperk).
Zegeningen zijn het als het werkt. Maar de wereld wordt er geen betere plek door. En de Nokia 97Mini blijft zuigen.

24 oktober 2011

Anti Theologisme

Recentelijk las ik enkele reacties van christenen in den lande die een uitgesproken afkeer hebben van theologie en zij die dat vak bezigen. Een uiteenzetting van enkele gedachten hierover tref je o.a. op het CIP aan. Interessant zijn ook de reacties van lezers hierop.
Waar men aan voorbijgaat is dat in wezen iedereen aan theologie doet; "woorden over God" spreekt. Iedereen heeft een mening over het wel of niet bestaan van God en in het geval dat Hij zou bestaan zijn er bijna net zoveel interpretaties van wie we denken dat Hij is, Zijn wezen, Zijn rol in geschiedenis, heden en toekomst en ga zo maar door.
De gevaarlijkste groep theologen zijn zij die beweren dat we geen theologie en/of theologen nodig hebben: "we hebben genoeg aan de Bijbel en die nemen we zoals deze tot ons komt." Het gevaar zit hem hierin dat ze blind lijken te zijn voor het feit dat ze zich positioneren als "niet theologisch" terwijl ze juist een uiterst theologische uitspraak hebben gedaan.
Het is van groot belang om te erkennen dat iedereen aan theologie doet. De "niet theologen" die met vuur en soms op gif lijkend elan vasthouden aan "het staat er toch" doen de Bijbel een groot onrecht aan als ze zich niet allereerst inspannen om dat wat er dan zo stellig staat in de onmiddellijke en grotere context te plaatsen.
Ook is het van belang dat we erkennen dat we veel dingen (nog) niet snappen. De cultuur, de tijd waarin wij leven, onze sociale en economische systemen, onze normen en waarden; alles is zo anders dat het gewoon heel veel van ons vergt om dat wat de Bijbel zegt op een betekenisvolle manier naar 2011 te vertalen.

Het feit dat Petrus en Johannes als idioten werden weggezet die hun grammatica niet op orde hadden (gewone, ongeletterde mensen, Handelingen 4:13) wil niet zeggen dat het geen theologen waren. In Handelingen 4 zijn ze wel degelijk theologie aan het bedrijven. Ze zouden zeker niet gezegd hebben dat ze geen theologen waren terwijl ze zeer uitgesproken woorden over God spraken.

Laten we voorzichtig zijn met het veroordelen van theologie en/of theologen want daarmee oordelen we ook onszelf. Een zuiver begrijpen is te vinden in een nederig en voortdurend zoeken naar de juiste woorden. En als we dan al woorden menen te vinden, dan past het ons om deze in alle bescheidenheid uit te spreken. God laat zich niet in dogma's of overdreven simplificatie vatten. Daar zijn onze woorden te beperkt voor.

Meer waarde dan aan onze woorden hecht Christus aan onze daden. Petrus en Johannes deden aan praktische theologie. Woorden vinden zonder daaraan de consequentie van de daad te voegen, blijven liever onuitgesproken. Het is juist de taak van de theologie om zich voortdurend bezig te houden met de vertaling van dat geopenbaarde woord van God naar woorden en daden die in onze taal, cultuur en denken de oorspronkelijke bedoeling weergeven. En daarover raak je niet uitgepraat.

Saints Peter and John Healing the Lame Man (1655)

Artist:Nicolas Poussin
Location:Met Museum of New York